Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
Zaak B
3.Voorvragen
4.Vrijspraken
5.Ten aanzien van de bewezen te verklaren feiten
6.Bewezenverklaring
7.Bewijs
8.8. Strafbaarheid van de feiten
9.Strafbaarheid van verdachte
10.Motivering van de straf en maatregel
first offenders. Het betreft in de onderhavige zaak de oriëntatiepunten voor meerdere strafbare feiten, te weten (eendaadse samenloop van) poging tot diefstal met geweld en openlijke geweldpleging, afpersing en bedreiging met zware mishandeling, waarbij de rechtbank in principe de mogelijkheid heeft om aan verdachte een forse jeugddetentie op te leggen.
Op 18 juli 2022 heeft verdachte zijn begeleider van [instantie 1] bedreigd met zware mishandeling door tegen haar te zeggen: ‘Kanker bitch. Ik ga je kapot slaan. Ik ga je tanden uit je bek slaan’ (zaak C). Verdachte liep met een dreigende houding naar haar toe en een andere begeleider is toen tussen hen in gaan staan om verdachte tegen te houden. De begeleider is ervan overtuigd dat zij anders door verdachte was geslagen. Ter zitting heeft verdachte aangegeven dat hij niet meer over dit feit wil praten. Hij heeft zijn excuses aangeboden aan zijn begeleider en alles is nu uitgepraat. De desbetreffende begeleider was ter zitting aanwezig en zij heeft aangegeven dat zij het liefst de komende jaren nog betrokken wil blijven bij verdachte. De rechtbank vindt het zorgelijk dat verdachte niet weet om te gaan met zijn agressie en dat hij (zonder een reden) uitvalt tegen een persoon die het beste met hem voor heeft.
- de Pro Justitia rapportages, bestaande uit de rapporten opgemaakt door A. Schouten, psycholoog, op 30 september 2022 en 13 februari 2023 (aanvullend) en een rapport, opgemaakt door N.J.M. Beuk, psychiater, op 15 februari 2023;
- het meest recente rapport van de Raad van 6 juli 2023;
- de rapporten van de WSS, waaronder ook het haalbaarheidsonderzoek van de gedragsbeïnvloedende maatregel (hierna: de GBM).
de psycholooghet voorgaande bevestigd en daaraan - samengevat - het volgende toegevoegd. Verdachte heeft moeite om zijn agressie onder controle te houden. Het is van belang dat hij deelneemt aan een intensieve vorm van behandeling en begeleiding. Het is positief dat hij niet is gerecidiveerd, maar op dit moment heeft hij geen structuur in zijn leven. In principe zouden de geadviseerde behandelingen ook in het ambulant kader kunnen plaatsvinden. In de afgelopen periode heeft verdachte echter laten zien dat hij zich niet aan de voorwaarden kan houden. Hij komt de afspraken met zijn begeleiders niet na; hij wil het liefst met rust gelaten worden. Onder deze omstandigheden kan een ambulante behandeling niet slagen. Verdachte heeft geen vertrouwen meer in volwassenen. Hij maakt veel denkfouten en hij heeft veel tijd en herhaling nodig hebben om de juiste handvatten in de praktijk toe te kunnen passen. Gelet op de beperkte motivatie van verdachte is de kans dat hij in het ambulant kader zijn medewerking gaat verlenen vrijwel nihil. In het kader van de onvoorwaardelijke PIJ-maatregel zal verdachte leren om beter om te gaan met zijn emoties en agressieproblematiek, zodat hij minder wantrouwend in het leven staat.
psychiaterkomt tot de volgende conclusie.
11.Ten aanzien van de benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregelen
€ 200,00. De behandeling van het resterende deel van de vordering zal, gelet op de betwisting en het gebrek aan concrete verdere onderbouwing van de vordering, een onevenredige belasting van het strafgeding opleveren. Voor dat deel van de vordering zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard. Tot slot zal de rechtbank de vordering ten aanzien van de gouden ketting in zijn geheel niet-ontvankelijk verklaren, nu verdachte is vrijgesproken van de diefstal met geweld (zoals ten laste gelegd in zaak A onder feit 1). De benadeelde partij kan de vordering voor het overige bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
€ 400,00redelijk en zonder nader onderzoek of verdere onderbouwing toewijsbaar. De vordering zal dan ook tot dat bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente, worden toegewezen. De benadeelde partij kan de vordering voor het overige bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
€ 600,00(bestaande uit € 200,00 voor de materiële schade + € 400,00 voor de immateriële schade) vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is geleden, te weten vanaf 1 juni 2022.
€ 600,00vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is geleden, te weten vanaf 1 juni 2022, welk bedrag bestaat uit materiële en immateriële schade. Tot slot is het uitgangspunt dat geen gijzeling wordt opgelegd aan verdachten die volgens het jeugdstrafrecht worden berecht en dat er gezocht wordt naar andere oplossingen. De rechtbank zal om deze reden de maximale duur van de gijzeling bepalen op 0 dagen.
€ 200,00toewijzen voor de tas. De overige posten, te weten het bedrag van € 175,00 en de goederen die in de tas hebben gezeten, zijn niet onderbouwd met facturen of andere bewijsstukken. Voor dat deel van de vordering zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard.
€ 400,00redelijk en zonder nader onderzoek of verdere onderbouwing toewijsbaar. De vordering zal dan ook tot dat bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente, worden toegewezen. De benadeelde partij kan de vordering voor het overige bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
€ 600,00(bestaande uit € 200,00 voor de materiële schade + € 400,00 voor de immateriële schade) vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is geleden, te weten vanaf 21 mei 2022.
€ 600,00vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is geleden, te weten vanaf 21 mei 2022, welk bedrag bestaat uit materiële en immateriële schade. De rechtbank zal de maximale duur van de gijzeling bepalen op 0 dagen.
12.Tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling
met parketnummer 13.111502.21betreffende het onherroepelijk geworden vonnis van de rechtbank Amsterdam, waarbij verdachte onder andere is veroordeeld tot een voorwaardelijke jeugddetentie voor de duur van 76 dagen, met bevel dat deze straf niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat veroordeelde zich voor het einde van een op twee jaar bepaalde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
14.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
77 (zevenenzeventig) dagen.
de maatregel van Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen.
[benadeelde partij 1]gedeeltelijk toe en veroordeelt verdachte tot betaling van € 600,00 (zegge zeshonderd euro), waarvan € 200,00 (zegge tweehonderd euro) voor materiële schade en € 400,00 (zegge vierhonderd euro) voor immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten vanaf 1 juni 2022, tot aan de dag van de algehele voldoening.
[benadeelde partij 1]ter hoogte van € 600,00 (zegge zeshonderd euro). Voormeld bedrag bestaat uit materiële en immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten vanaf 1 juni 2022, tot aan de dag van de algehele voldoening, behalve voor zover deze vordering al door of namens een ander of anderen is betaald. Bepaalt daarbij de maximale duur van de gijzeling op 0 dagen.
[benadeelde partij 1]voor het overige niet-ontvankelijk in zijn vordering is.
[benadeelde partij 2]gedeeltelijk toe en veroordeelt verdachte tot betaling van € 600,00 (zegge zeshonderd euro), waarvan € 200,00 (zegge tweehonderd euro) voor materiële schade en € 400,00 (zegge vierhonderd euro) voor immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten vanaf 21 mei 2022, tot aan de dag van de algehele voldoening.
[benadeelde partij 2]ter hoogte van € 600,00 (zegge zeshonderd euro). Voormeld bedrag bestaat uit materiële en immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten vanaf 21 mei 2022, tot aan de dag van de algehele voldoening, behalve voor zover deze vordering al door of namens een ander of anderen is betaald. Bepaalt daarbij de maximale duur van de gijzeling op 0 dagen.
[benadeelde partij 2]voor het overige niet-ontvankelijk in zijn vordering is.