Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
HAA 20/6535 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
1.Ontstaan en loop van het geding
18 september 2023, 3 oktober 2023, 12 oktober 2023, 18 oktober 2023, 23 oktober 2023 en
27 oktober 2023.
mr. A.M. van Amsterdam, als volgt.
2.Feiten
E 0. Anders dan definitieve aanslag vermeldt, is dit NIET in iom aangifte 2017.
31 december 2021 € 181.376 bedroeg.
4 oktober 2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:8086, het volgende overwogen:
31 december 2017 € 249.462,- was, heeft verweerder een onderzoek ingesteld. Verweerder heeft de bevindingen van het onderzoek neergelegd in een rapport van 23 december 2019. Daarin heeft verweerder vastgesteld dat op 13 maart 2017 een bedrag van € 255.058,- is gestort op een ING-rekening eindigend op de cijfers *** [0000] (de bankrekening) met als omschrijving ‘Erven [X] ’. De bankrekening is op naam van eiser gesteld. Uit Suwinet volgt dat de moeder van eiser [in] 2016 is overleden. Deze bedragen zijn dus ten behoeve van de erfenis van de moeder van eiser op de bankrekening overgemaakt.”
3.Geschil in hoger beroep
4.Het oordeel van de rechtbank
Betalingsonmacht
5.Beoordeling van het geschil
6.Kosten
7.Beslissing
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).
www.hogeraad.nl. Informatie over de inlogmiddelen vindt u op
www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.