Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
Ik maak u erop attent dat u bij wisseling van voertuig niet meer in aanmerking komt voor het lager bestelautotarief. Een chemisch toilet wordt niet langer aangemerkt als een hulpmiddel waarvoor het lage tarief kan worden toegepast”.
3.Geschil in hoger beroep
4.Het oordeel van de rechtbank
Er is daarom geen sprake van een noodzakelijk hulpmiddel dat van een dusdanige omvang of een dusdanig gewicht is, dat eiser, rekening houdend met zijn handicap, voor zijn vervoer is aangewezen op het gebruik van zijn bestelauto. Eiser voldoet dus niet aan de voorwaarden van artikel 24a van de Wet MRB in samenhang met artikel 4a van de uitvoeringsregeling MRB, zodat het lage tarief op grond van deze artikelen terecht is afgewezen.
5.Beoordeling van het geschil in hoger beroep
in verband met de handicap noodzakelijk hulpmiddelvan een dusdanige omvang of een dusdanig gewicht, dat de gehandicapte, rekening houdend met zijn specifieke handicap, voor zijn vervoer is aangewezen op het gebruik van een bestelauto”. De Uitvoeringsregeling bevat geen definitie van het begrip ‘in verband met de handicap noodzakelijk hulpmiddel’. De nota van toelichting bij de wijzigingsregeling waarbij artikel 4a is ingevoerd (NvT bij de regeling van 23 april 2005 (Wijziging Uitvoeringsregeling belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 en Uitvoeringsregeling motorrijtuigenbelasting 1994), nr. WV 2005/162M, Stcrt. 2005, 83) bevat evenmin een definitie van het hiervoor vermelde begrip ‘noodzakelijk hulpmiddel’; in de toelichting is vermeld dat de tekst van artikel 4a lid 1 “(…) een verruiming [is] ten opzichte van de huidige bepaling voor de motorrijtuigenbelasting [
Hof: de tot 1 juli 2005 geldende bepaling, destijds opgenomen in artikel 4a lid 2 van de Uitvoeringsregeling], waarin slechts is neergelegd dat onder een rolstoel mede wordt verstaan een zogenoemde scootmobiel.”
6.Kosten
7.Beslissing
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.