ECLI:NL:GHAMS:2023:1565
Gerechtshof Amsterdam
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van klaagster in hoger beroep tegen beslissing notaris
In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van klaagster in hoger beroep tegen een beslissing van de kamer voor het notariaat in het ressort 's-Hertogenbosch. Klaagster heeft op 14 februari 2023 een beroepschrift ingediend, maar dit is pas na het verstrijken van de beroepstermijn door de griffie van het hof ontvangen. De centrale vraag is of klaagster ontvankelijk is in haar hoger beroep, gezien de termijn van dertig dagen die geldt na verzending van de beslissing door de kamer. Het hof heeft vastgesteld dat de secretaris van de kamer de beslissing op 16 januari 2023 per aangetekende post aan klaagster heeft verstuurd. De beroepstermijn liep van 17 januari tot en met 15 februari 2023. Klaagster heeft het beroepschrift per e-mail naar de kamer gestuurd, maar deze heeft het niet doorgezonden naar het hof. Het hof verwijst naar een arrest van de Hoge Raad waarin is bepaald dat als een beroepschrift aan het verkeerde gerecht is gericht, het geacht kan worden tijdig te zijn ingediend als het bij het juiste gerecht wordt ontvangen. Het hof concludeert dat de kamer voor het notariaat in het ressort Amsterdam verantwoordelijk was voor de doorzending van het beroepschrift en dat klaagster dus ontvankelijk is in haar hoger beroep. Het hof stelt partijen in de gelegenheid om hun verhinderdagen op te geven voor een mondelinge behandeling en houdt verdere beslissingen aan.