Op 8 februari 2022 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep over de indeling van goederen in het douanerecht. De zaak betreft de indeling van onderdelen van satellietontvangtoestellen die door belanghebbende, [X B.V.], zijn aangegeven. De inspecteur van de Belastingdienst/Douane had een uitnodiging tot betaling (utb) uitgegeven voor douanerechten, omdat hij van mening was dat de goederen als satellietontvangtoestellen in niet-gemonteerde staat moesten worden ingedeeld, in plaats van als losse onderdelen. De rechtbank Noord-Holland had eerder de utb gedeeltelijk vernietigd, maar de inspecteur ging in hoger beroep. Het Hof heeft prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie over de uitleg van de indelingsregel 2a van de Gecombineerde Nomenclatuur (GN). De vragen betreffen of losse onderdelen die bestemd zijn om te worden geassembleerd tot een compleet satellietontvangtoestel, die in één container zijn vervoerd en op dezelfde dag bij dezelfde douanepost zijn aangegeven, als 'tegelijkertijd ter inklaring aangeboden' kunnen worden beschouwd, ondanks dat ze in twee afzonderlijke aangiften zijn aangegeven. Het Hof houdt verdere beslissingen aan totdat het Hof van Justitie uitspraak heeft gedaan over deze vragen.