Op 20 november 2020 heeft de rechtbank evenwel een brief met bijlagen ontvangen van belanghebbende. In deze brief is onder meer het volgende vermeld:
“De invoerzendingen in december 2014 vloeiden voort uit een kort daarvoor door [X] aanvaarde opdracht om vóór 1 januari 2015 zonnepanelen in Denemarken te plaatsen. In dit verband wijzen wij op een door [X] opgestelde verklaring en de aan haar gerichte proforma facturen uit november 2014 in verband met deze opdracht. De verklaring is bijgevoegd als bijlage 1 bij deze brief. De twee proforma facturen van 5 november 2014, respectievelijk 14 november 2014 treft u als bijlage 2 bij deze brief aan.”
De genoemde verklaring van belanghebbende luidt als volgt:
“Case as [X] views it.
We had very short notice to install a large solar plant. The panels should be installed before 1st January 2015 to adhere to Danish subsidisation regulations. Time was of great importance for us in this instance.
5th Nov 2014 – We order 8780 panels from [E] Proforma invoice states that the panels origin in Taiwan. See attached. The panels were located in a bonded warehouse in The Netherlands.
Paperwork and down payment were made. See attached.
In order to speed up customs clearance, we were advised by seller to manage customs ourselves, and so we did that. The panels were delivered to us the 9th and 10th of December 2014.
We cannot see how we could have done different with the information we were provided.”
Als bijlage 2 bij de brief zijn twee “proforma invoices” gevoegd, van 5 november 2014 en 14 november 2014, van [E] aan belanghebbende, voor de levering van in totaal 8.780 stuks “250watt poly solar panels” tegen een transactieprijs van
€ 943.850 “DDU [Z] warehouse”. Op de factuur van 14 november is de aanbetaling van 10% verwerkt en staat het nog te betalen bedrag vermeld.