Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
Een afschrift hiervan is aan de wederpartij verstrekt.
2.Feiten
Feiten
€ 36.906,24. Dit bedrag is gebaseerd op het aantal vervuilingseenheden van 672 vermenigvuldigd met het tarief van € 54,92.
3.Geschil in hoger beroep
4.Het oordeel van de rechtbank
Beoordeling van het geschil
sprake is van essentialia van de zuiveringsheffing waarop de publicatieverplichting uit artikel 73 Wsw van toepassing is. Eiseres beroept zich specifiek op het arrest van de Hoge Raad van
7 juni 2019 en de uitspraken van het verwijzingshof Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 17 maart 2020 en 24 maart 2020. Zij vindt dat verweerder de NEN-normen niet bekend heeft gemaakt in overeenstemming met deze jurisprudentie.
Met deze meetresultaten is niet voldaan aan de voorwaarden voor toepassing van artikel 122k van de Wsw, nu het verband tussen de hoeveelheid ingenomen water en de gemeten vervuilingseenheden niet aannemelijk is geworden. Verweerder heeft daarom terecht de hoofdregel uit artikel 122g Wsw toegepast bij de vaststelling van beide aanslagen.
5. Beoordeling van het geschil in hoger beroep
- de heffingsambtenaar zegt toe de aanslagen zuiveringsheffing voor de jaren 2018 en 2019 te zullen vernietigen;
- belanghebbende trekt het hogerberoepschrift voor het jaar 2020 in;
- de heffingsambtenaar zal de proceskosten voor het jaar 2018 als volgt vergoeden:
- voor het beroep en het hoger beroep 4 punten ter zake van proceshandelingen, maal 1 ter zake van de zwaarte van de zaak, maal € 759 (waarde punt);
- voor de bezwaarfase 1 punt ter zake van het indienen van het bezwaarschrift, € 265 (waarde punt);
- de heffingsambtenaar zal aan belanghebbende voor het jaar 2018 het griffierecht vergoeden ter zake van het beroep en het hoger beroep;
- op de voorlopige aanslag 2020 volgt een definitieve aanslag van exact hetzelfde bedrag en met die aanslag verklaart belanghebbende zich akkoord, en
- het Hof zal voor het jaar 2018 overeenkomstig het als hiervoor vermelde compromis van partijen uitspraak doen.
6.Kosten
7.Beslissing
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vernietigt de aanslag waterschapsbelasting (zuiveringsheffing) 2018;
- veroordeelt de heffingsambtenaar tot vergoeding aan belanghebbende van de
proceskosten tot een bedrag van € 3.301, en
- draagt de heffingsambtenaar op het betaalde griffierecht in beroep en hoger beroep van
(€ 354 + € 541) = € 895 aan belanghebbende te vergoeden.
De beslissing is op 28 juli 2022 in het openbaar uitgesproken.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.