Op 8 september 2022 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, van 11 november 2021. De zaak betreft de verdachte, geboren in 1986, die op 4 augustus 2021 te Den Burg, gemeente Texel, openlijk geweld heeft gepleegd tegen een persoon, [slachtoffer01]. De verdachte en zijn medeverdachte hadden een conflict over gehuurde scooters, wat leidde tot een verhitte discussie en uiteindelijk geweld. De verdachte heeft geprobeerd het slachtoffer te slaan, maar deze klappen konden worden afgeweerd. Het hof oordeelt dat de verdachte een voldoende significante en wezenlijke bijdrage aan het geweld heeft geleverd, waardoor het tenlastegelegde feit bewezen wordt verklaard.
Het hof vernietigt het vonnis waarvan beroep en legt de verdachte een taakstraf op van 100 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis. De beslissing is gebaseerd op de ernst van het feit en de impact op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. Het hof benadrukt dat dergelijke misdrijven gevoelens van onveiligheid in de samenleving teweegbrengen. De verdachte is strafbaar verklaard en het hof heeft de op te leggen straf bepaald op basis van de artikelen 9, 22c, 22d en 141 van het Wetboek van Strafrecht.