Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.GEOSOLUTIONS B.V.,
1.Het verloop van het geding
Respondentsen GSBV en GHNV als
Claimants. Het arbitrale vonnis van 7 november 2017 is gewezen tussen GeoSolutions c.s. als
Claimantsen [respondent 2] , Sina Corporation en Sina HK als
Respondentsen het arbitrale vonnis van 20 december 2019 tussen GeoSolutions c.s. als
Claimantsen [respondent 2] en Sina HK als
Respondents.
2.Feiten
location based services (LBS) software.Deze software ziet op het gebruik van informatie over de geografische locatie van een gebruiker om (de ervaring met) een bepaald product of een bepaalde dienst te verbeteren.
LBS technology.
‘Chinese Twitter’.
convertible loan agreement(hierna: de Convertible Loan Agreement).
legal departmentvan de Sina Groep voorgelegd. De met
tracked-changesbijgehouden aanpassingen op pagina 5-6 van dit concept zagen er als volgt uit:
(…)
general managervan [respondent 2] .
all 3 parties agreed on both agreements’.
entire agreement-clause. Deze luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
and GSBV (…)
,[ [respondent 2] ]
and[GHNV]
dated effective as of the same date as this Agreement.
meritsfase).
’s efforts to conclude a sub-license’) en door ‘
facilitating unlicensed use’van de software door andere entiteiten van de Sina Groep. Het scheidsgerecht veroordeelde [respondent 2] en Sina HK hoofdelijk tot vergoeding van de schade van GSBV, begroot op USD 115.618.213,- (per 31 december 2017), te vermeerderen met rente. De vorderingen van GHNV heeft het scheidsgerecht afgewezen.
3.Vordering en verweer
NAI-arbitragereglement (NAI 4427) tussen Sina HK en [respondent 2] als verweerders en GSBV en GHNV als eisers uitgesproken Eindvonnis d.d. 20 december 2019 te vernietigen; en
‘Acknowledged and Agreed’. Het is nooit de bedoeling geweest dat dit zou leiden tot enige (contractuele) gebondenheid van Sina HK. GeoSolutions c.s. kunnen ook niet de gerechtvaardigde verwachting hebben gehad dat dit wel zo was. De 2014 Licentie vermeldt tweemaal (letterlijk) dat het een overeenkomst betreft tussen [respondent 2] en GSBV en bevat op 22 plaatsen bewoordingen die bevestigen dat de 2014 Licentie tussen (deze) twee partijen is aangegaan. Ook artikel 9.5 van de Convertible Loan Agreement bevestigt dat. Daarbij diende de 2014 Licentie slechts tot verlenging van de 2011 Licentie en was Sina HK ook bij die eerdere overeenkomst geen partij. Bovendien bevat de 2014 Licentie geen materiële verplichtingen voor Sina HK. GeoSolutions c.s. hebben in het kader van de uitvoering van de 2014 Licentie ook nooit correspondentie aan Sina HK gericht. Sina HK heeft slechts getekend als aandeelhouder hetgeen wordt ondersteund door de stukken en correspondentie van destijds, en om de gelijktijdige ondertekening met de Convertible Loan Agreement te bevestigen.
both parties’, bevestigen dat dit een bipartite clausule is die niet ziet op Sina HK en GHNV. Het arbitraal beding bindt slechts twee partijen: GSBV en [respondent 2] . Het is nooit aan de orde geweest dat Sina HK ook partij zou worden bij de overeenkomst tot arbitrage. Dit wordt ondersteund door de omstandigheid dat het arbitraal beding na het telefoongesprek van 31 juli 2014 niet is aangepast. Het arbitraal beding heeft dus niet de betekenis dat Sina HK daaraan gebonden is. De CIETAC-arbitrage (ingevolge de 2011 Investeringsovereenkomst tussen Sina HK, GHNV en [respondent 2] ) is het enige forum waarmee Sina HK heeft ingestemd in het kader van de joint venture ( [respondent 2] ) tussen de joint venture partners (Sina HK en GHNV). In de CIETAC-arbitrage, die deels parallel aan de NAI-arbitrage liep, zijn alle vorderingen tegen Sina HK afgewezen.
Sina HK niet-ontvankelijk te verklaren in haar vorderingen, althans haar
ing van de volledige kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente over deze kosten, te rekenen vanaf veertien dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis tot aan de dag van algehele voldoening.
‘Acknowledged and Agreed.’ Die woorden duiden erop dat Sina HK de inhoud van de 2014 Licentie ten volle erkende en onderschreef. Sina HK’s ondertekening van de 2014 Licentie was daarmee vrijwillig, onvoorwaardelijk en zonder beperkingen. De stelling dat Sina HK slechts heeft getekend als aandeelhouder of om de gelijktijdige ondertekening met de Convertible Loan Agreement te bevestigen, is tijdens de arbitrageprocedure ongegrond gebleken. De verklaringen die de getuigen zijdens Sina HK daarover hebben afgelegd, bleken niet consistent. Bovendien behelst de 2014 Licentie wel degelijk materiële verplichtingen voor Sina HK. Zo heeft Sina HK, óók volgens het scheidsgerecht, in de arbitrageprocedure onder 128 van haar
‘Post Hearing Letter on the Merits’van 4 maart 2019 erkend dat zij contractuele inspanningsverplichtingen op zich heeft genomen. Sina HK bracht daarin immers zelf naar voren: ‘
At most, there is a negative obligation on the part of Sina HK not to frustrate [respondent 2] ’s efforts to conclude a sub-license.’ Ook de overige omstandigheden van het geval, waaronder het commerciële doel van de 2014 Licentie, de totstandkomingsgeschiedenis van de 2014 Licentie, de actieve rol die Sina HK bij de onderhandelingen had en de omstandigheden waaronder is getekend, maken duidelijk dat Sina HK partij bij de 2014 Licentie wilde zijn. Verder werd na het telefoongesprek van 31 juli 2014 door [naam 1] artikel 13.9 aan de 2014 Licentie toegevoegd en staat de daarin opgenomen toevoeging
‘other parties’ direct boven het handtekeningenblok waarin namens Sina HK is getekend. Ook dat heeft Sina HK, zoals boven haar handtekening staat,
‘Agreed’. Omdat het arbitraal beding onderdeel uitmaakt van de 2014 Licentie, in die context staat en daarmee onverbrekelijk samenhangt, staat buiten kijf dat Sina HK ook het arbitraal beding heeft
‘Acknowledged and Agreed.’Sina HK heeft niet aangetoond dat dit anders is.
‘both parties’in het arbitraal beding niet tot een ander oordeel kunnen leiden, dat een aanvullende, zelfstandige, reden waarom het scheidsgerecht bevoegd was is dat Sina HK gebonden is aan de overeenkomst tot arbitrage als betrokken derde partij en dat, los van het vorenstaande, de vordering tot vernietiging niet kan slagen omdat sprake is van rechtsverwerking in het arbitraal geding.
4.Beoordeling
‘nieuwe’Nederlandse arbitragewet van toepassing is, die in werking is getreden op 1 januari 2015.
Beg S.p.a. v. Italië).
‘had substantive obligations’kan dit niet voorshands bewezen worden geoordeeld en dus ook niet dat Sina HK tegenbewijs moet leveren.
generally attributable to all parties’, is onduidelijk waarop dat oordeel is gebaseerd. Het arbitraal beding bindt ‘
both parties’. Het woord
‘both’duidt op twee partijen, zo is tussen partijen niet in geschil. Mede uit de aanhef van de 2014 Licentie en de tekst van de
entire agreement-clausevolgt dat met de woorden
‘both parties’alleen [respondent 2] en GSBV zijn bedoeld, en dus niet ook Sina HK. Deze verwijzing naar twee partijen sluit bovendien uit, althans in ieder geval taalkundig, dat Sina HK – naast de twee partijen [respondent 2] en GSBV – als derde (laat staan GHNV als vierde) partij onderworpen is aan het arbitraal beding. De overige omstandigheden van het geval kunnen echter meebrengen dat een andere (dan de taalkundige) betekenis aan het arbitraal beding moet worden gehecht.
‘both parties’louter een overblijfsel zijn van de tekst van de 2011 Licentie, en dat die woorden niet richtinggevend zijn voor de partijbedoeling en zij benadrukken dat Sina HK nergens, ook niet in het arbitraal beding, een uitzondering heeft bedongen op de binding aan de 2014 Licentie. Hun betoog steunt mede op het oordeel van het scheidsgerecht. Arbiters overwogen in het bevoegdheidsvonnis onder meer als volgt:
‘both parties’in het arbitraal beding al een dergelijke beperking mee, te weten dat het beding alleen betrekking heeft op de twee partijen [respondent 2] en GSBV. Sina HK behoefde dat destijds niet nogmaals te expliciteren.
‘the other parties hereto’en expliciet door vermelding van Sina HK op het handtekeningenblad. Dat Sina HK pas na dit telefoongesprek, in de laatste fase van het overleg, in het concept werd ingevoegd, maakt het van belang te onderzoeken wat tijdens dat telefoongesprek over en weer is gezegd en wat GeoSolutions c.s. dienaangaande mochten begrijpen.
‘Facts’over dit telefoongesprek onder meer het volgende overwogen:
‘The Tribunal’s Decision’in het bevoegdheidsvonnis voorts, voor zover hier van belang, tot de slotsom gekomen dat niet kan worden geconcludeerd dat Sina HK tijdens het telefoongesprek van 31 juli 2014 ermee instemde partij te worden bij de 2014 Licentie:
meritsfase heeft afgelegd. Verder stellen zij dat Sina HK in de
meritsfase van de arbitrageprocedure heeft erkend dat voor haar uit de 2014 Licentie verplichtingen voortvloeien, omdat Sina HK toen heeft verklaard dat: ‘
At most, there is a negative obligation on the part of Sina HK not to frustrate [respondent 2] ’s efforts to conclude a sub-license’.
‘[
t]his Agreement may be executed in two (2) or more counterparts … all [not both] of which together shall constitute a single instrument … delivered to the other parties [not party] hereto’, alsmede dat toen de extra handtekeningenblokken en de woorden
‘Acknowledged and Agreed’zijn toegevoegd. Volgens GeoSolutions c.s. zijn deze aanpassingen veelzeggend omdat de oorspronkelijke tekst van de 2014 Licentie slechts verwees naar executie
‘by the two parties’en daarbij was vermeld
‘made in quadruplicate and each party holds two’.
‘were hoping to create as much liability to the Sina Group as possible’.
‘both parties’daarin zijn blijven staan. Ook het achterwege blijven van die aanpassing vereiste een (overtuigende) toelichting van GeoSolutions c.s., temeer omdat het arbitraal beding kort daarvoor, bij de versie van de 2014 Licentie van 23 juli 2014, nog de bijzondere aandacht van partijen had (zie onder 2.12 hiervoor). De versie met die wijzigingen is volgens de eigen stellingen van GeoSolutions c.s. voorgelegd aan de juridische afdeling van Sina HK. Het belang van een adequate, met de gemaakte afspraken overeenstemmende, formulering van het arbitraal beding moet [naam 1] ook overigens zonder meer duidelijk zijn geweest.
‘both parties’in het arbitraal beding zijn blijven staan, kan niet worden aangenomen dat deze woorden enkel een overblijfsel van de 2011 Licentie zijn, of
‘a drafting error’, zoals het scheidsgerecht heeft overwogen.
‘Agreed’dat geschillen tussen GSBV en (haar 60% dochter) [respondent 2] door NAI-arbitrage zouden worden beslecht.
meritsfase niet verder is gekomen dan een verzoek om rectificatie waarin bezwaar is gemaakt tegen slechts één punt uit het bevoegdheidsvonnis, Sina HK voor het overige zich enkel in algemene zin haar rechten heeft voorbehouden en pas veel later in de arbitrageprocedure met een beroep op de leer van de bindende eindbeslissing bezwaar heeft gemaakt tegen een aantal ‘maar zeker niet alle’ punten in het bevoegdheidsvonnis waartegen zij nu in deze vernietigingsprocedure opkomt.
‘enige bepaling van dit Reglement’wordt verwezen in plaats van naar wetsartikelen.
‘Jurisdiction’expliciet:
371. Sina HK has reserved its objections as to jurisdiction over Sina HK. The Tribunal reaffirms its prior Award as to jurisdiction over the Parties.Aan doel en strekking van de klachtplicht was daarom ook in dit opzicht voldaan. Verder sluiten de stellingen van Sina HK in de onderhavige procedure op haar stellingen in de arbitrageprocedure aan. Al het voorgaande betekent dat het beroep op rechtsverwerking faalt.
Respondenten GSBV en GHNV als
Claimantsniet in stand kan blijven en dat hetzelfde geldt voor het eindvonnis dat tussen deze procespartijen is gewezen. Er zijn geen feiten of omstandigheden gesteld die, mits bewezen, tot een ander oordeel kunnen leiden. Aan bewijslevering wordt derhalve niet toegekomen.
Respondenten GeoSolutions c.s. als
Claimants. De vordering is in zoverre namelijk niet behoorlijk onderbouwd. Gelet op de inhoud en strekking van de vonnissen, staat het na vernietiging resterende deel bovendien niet in onverbrekelijk verband met het te vernietigen deel van de vonnissen (vgl. art. 1065 lid 5 Rv). Verder ligt het mindere (gedeeltelijke vernietiging) besloten in de vordering tot vernietiging van Sina HK (vgl. HR 24 april 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH3137, rov. 4.6.2). Die vordering is daarom toewijsbaar op de wijze als hierna in de beslissing vermeld.
5.Beslissing
Respondenten GSBV en GHNV als
Claimants,
Respondenten GSBV en GHNV als
Claimants,