ECLI:NL:GHAMS:2022:1542
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Internationale echtscheidingsprocedure met litispendentie tussen Nederland en India
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in een echtscheidingsprocedure tussen een man en een vrouw, waarbij de man in India en de vrouw in Nederland woont. De man, die in India woont, heeft op 5 mei 2015 een echtscheidingsprocedure in India gestart, terwijl de vrouw op 7 mei 2015 een echtscheidingsprocedure in Nederland heeft ingediend. De vrouw heeft op 10 augustus 2020 een verzoek tot echtscheiding ingediend bij de rechtbank Amsterdam, die op 24 maart 2021 een beschikking heeft gegeven. De man is in hoger beroep gegaan tegen deze beschikking, waarbij hij stelt dat de Nederlandse rechter onbevoegd is omdat er al een procedure in India loopt. Het hof heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is, omdat de vrouw op het moment van haar verzoek langer dan zes maanden in Nederland verbleef en de Nederlandse nationaliteit heeft. Het hof heeft geoordeeld dat de man niet kan volhouden dat de Nederlandse rechter zich onbevoegd moet verklaren, omdat de Indiase rechter nog geen onherroepelijke beslissing heeft genomen. De vrouw heeft een klemmend belang bij een snelle afhandeling van de procedure in Nederland, gezien de lange duur van de Indiase procedure. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd en de proceskosten gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt.