ECLI:NL:GHAMS:2022:1413

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
10 mei 2022
Publicatiedatum
10 mei 2022
Zaaknummer
200.290.204/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervalst kentekenbewijs en te goeder trouw aankoop van een auto

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 10 mei 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen Auto1 European Cars B.V. en Volkswagen Leasing B.V. Auto1 had een Jaguar gekocht van een verkoper die niet de rechtmatige eigenaar bleek te zijn, omdat het kentekenbewijs deel II vervalst was. De rechtbank had eerder in eerste aanleg de vorderingen van Volkswagen Leasing toegewezen, waarbij Auto1 werd veroordeeld tot afgifte van de Jaguar en aansprakelijk werd gesteld voor de schade die Volkswagen Leasing had geleden door het niet afgeven van de auto. Auto1 ging in hoger beroep en voerde aan dat zij de auto te goeder trouw had gekocht, zowel naar Duits als naar Nederlands recht.

Het hof oordeelde dat Auto1 niet voldoende onderzoek had verricht naar de herkomst van de Jaguar en dat zij niet te goeder trouw was bij de aankoop. Het hof stelde vast dat Auto1 had moeten inzien dat er bijzondere omstandigheden waren die argwaan hadden moeten wekken, zoals de timing van de verkoop en de registratie van de auto. Auto1 had ook de autopapieren beter moeten controleren, inclusief het kentekenbewijs, om te verifiëren of de verkoper bevoegd was om de auto te verkopen. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en wees de vorderingen van Auto1 af, waarbij Auto1 werd veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.290.204/01
zaak- en rolnummer rechtbank Amsterdam : C/13/673172 / HA ZA 19-1049
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 10 mei 2022
inzake
AUTO1 EUROPEAN CARS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
appellante,
advocaat: mr. A. Qurishi te Veldhoven,
tegen
VOLKSWAGEN LEASING B.V.,
gevestigd te Amersfoort,
geïntimeerde,
advocaat: mr. A.J. van der Knijff te Breda.

1.Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna Auto1 en Volkswagen Leasing genoemd.
Auto1 is bij dagvaarding van 7 december 2020 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 16 september 2020, onder bovenvermeld zaak- en rolnummer gewezen tussen Volkswagen Leasing als eiseres in conventie, verweerster in reconventie en Auto1 als gedaagde in conventie, eiseres in reconventie.
Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:
- memorie van grieven, met producties;
- memorie van antwoord, met een productie;
- akte uitlating productie zijdens Auto1, met een productie;
- akte uitlating productie zijdens Volkswagen Leasing.
Ten slotte is arrest gevraagd.
Auto1 heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen, de vordering van Volkswagen Leasing zal afwijzen en – uitvoerbaar bij voorraad – haar in hoger beroep gewijzigde vordering zal toewijzen met veroordeling van Volkswagen Leasing tot terugbetaling van hetgeen Auto1 ter uitvoering van het bestreden vonnis heeft voldaan, met rente, en in de kosten van het geding in beide instanties, met nakosten en rente.
Volkswagen Leasing heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal bekrachtigen, met veroordeling van Auto1 in de kosten van het geding in beide instanties, met rente.
Auto1 heeft in hoger beroep bewijs van haar stellingen aangeboden.

2.Feiten

De rechtbank heeft in het bestreden vonnis onder 2.1-2.10 de feiten opgesomd die zij tot uitgangspunt heeft genomen. Deze feiten zijn in hoger beroep niet in geschil en dienen ook het hof tot uitgangspunt. Samengevat en aangevuld met andere vaststaande feiten komen de feiten op het volgende neer.
2.1
Op 26 september 2018 heeft Theatro B.V. (hierna: Theatro) een Jaguar [merk] (hierna: de Jaguar) gekocht van [X] Auto’s B.V. Van de koopprijs van € 47.500,- is € 8.500,- aanbetaald. Voor het restant van de koopsom heeft Theatro een koop- en financieringsovereenkomst (hierna: de leaseovereenkomst) gesloten met Volkswagen Leasing. Deze overeenkomst is namens Theatro ondertekend door [Y] (hierna: [Y] ), zelfstandig bevoegd bestuurder van Theatro.
2.2
Blijkens de leaseovereenkomst is Volkswagen Leasing eigenaar geworden van de Jaguar.
2.3
Op 5 oktober 2018 is de Jaguar bij de Rijksdienst voor het wegverkeer (RDW) op naam van Theatro geregistreerd.
2.4
Op 11 oktober 2018 heeft [Y] de Jaguar verkocht aan Auto1, bij de inkoopvestiging van Auto1 te Frankfurt, Duitsland, voor € 30.560,-. [Y] heeft daarbij het kentekenbewijs deel I en zijn autosleutels aan Auto1 ter hand gesteld en zijn identificatiepapieren laten zien. Verder heeft hij een geschrift overgelegd dat eruit ziet als het kentekenbewijs deel II. Later is gebleken dat dit geschrift vervalst was. Auto1 heeft de koopprijs betaald aan [Y] .
2.5
Auto1 heeft de Jaguar doorverkocht aan [Z] Auto’s B.V. te Apeldoorn (hierna: [Z] ) voor € 31.994,-. [Z] heeft bij Auto1 gemeld dat de Jaguar niet kon worden overgeschreven op haar naam. Auto1 heeft vervolgens de koopovereenkomst met [Z] ontbonden en de Jaguar teruggenomen.
2.6
Auto1 heeft [Y] verzocht alsnog het echte kentekenbewijs deel II over te leggen en hem daarna herhaaldelijk gesommeerd om het bedrag van € 30.560,- terug te betalen. [Y] heeft een en ander niet gedaan.
2.7
Volkswagen Leasing heeft bij e-mail van 18 juli 2019 Auto1 gesommeerd om de Jaguar af te geven aan Volkswagen Leasing. Auto1 heeft aan deze sommatie geen gehoor gegeven.
2.8
Nadat het bestreden vonnis was uitgesproken, heeft Auto1 ter uitvoering daarvan de Jaguar afgegeven aan Volkswagen Leasing. Vervolgens heeft Volkswagen Leasing de Jaguar verkocht aan Auto1.

3.Beoordeling

3.1
Volkswagen Leasing heeft in eerste aanleg, kort gezegd, gevorderd Auto1 te veroordelen tot afgifte van de Jaguar alsmede voor recht te verklaren dat Auto1 onrechtmatig handelt doordat zij de auto niet voor 25 juli 2019 heeft afgegeven en uit dien hoofde aansprakelijk is voor de schade die Volkswagen Leasing hierdoor lijdt.
Auto1 heeft in reconventie, kort gezegd, doorhaling van een registratie van de Jaguar als gestolen gevorderd en verstrekking van tenaamstellingscodes.
De rechtbank heeft de vorderingen van Volkswagen Leasing toegewezen en die van Auto1 afgewezen.
3.2
Auto1 komt met twee grieven op tegen de beslissing van de rechtbank. In hoger beroep heeft zij haar (reconventionele) eis gewijzigd in een vordering tot schadevergoeding van € 31.994,-, althans € 26.798,-, althans een door het hof te bepalen bedrag, met rente, nu Volkswagen Leasing de Jaguar inmiddels aan Auto1 heeft verkocht.
3.3
Het hof zal recht doen op de eis van Volkswagen Leasing en de in hoger beroep gewijzigde eis van Auto1.
3.4
De grieven strekken ertoe aan te voeren dat Auto1 zowel naar Nederlands recht als naar Duits recht de Jaguar te goeder trouw heeft gekocht en daardoor eigenaar is geworden van de Jaguar. De grieven lenen zich voor gezamenlijke bespreking.
3.5
Auto1 stelt dat zij de auto in Duitsland heeft gekocht en afgeleverd gekregen en meent dat om die reden Duits recht van toepassing is. Het hof zal hier veronderstellenderwijs van uitgaan en de vorderingen dus eerst beoordelen naar Duits recht.
3.6
Of Auto1 de eigendom van de Jaguar heeft verkregen, hangt af van de vraag of Auto1 ten tijde van de verkrijging van de Jaguar
in gutem Glauben(te goeder trouw) was.
3.7
De relevante bepalingen uit het Duitse Bürgerliches Gesetsbuch (BGB) luiden als volgt:
Artikel § 929
Zur Übertragung des Eigentums an einer beweglichen Sache ist erforderlich, dass der Eigentümer die Sache dem Erwerber übergibt und beide darüber einig sind, dass das Eigentum übergehen soll. Ist der Erwerber im Besitz der Sache, so genügt die Einigung über den Übergang des Eigentums.
Artikel § 932
(1) Durch eine nach § 929 erfolgte Veräußerung wird der Erwerber auch dann Eigentümer, wenn die Sache nicht dem Veräußerer gehört, es sei denn, dass er zu der Zeit, zu der er nach diesen Vorschriften das Eigentum erwerben würde, nicht in gutem Glauben ist. In dem Falle des § 929 Satz 2 gilt dies jedoch nur dann, wenn der Erwerber den Besitz von dem Veräußerer erlangt hatte.
(2) Der Erwerber ist nicht in gutem Glauben, wenn ihm bekannt oder infolge grober Fahrlässigkeit unbekannt ist, dass die Sache nicht dem Veräußerer gehört.
3.8
Op grond van § 932 lid 2 BGB is een verkrijger niet te goeder trouw indien hij weet, of hij als gevolg van “
grobe Fahrlässigkeit” (grove nalatigheid) niet weet dat de zaak niet van de vervreemder is. Volgens jurisprudentie van het Bundesgerichtshof wordt onder “
grobe Fahrlässigkeit”in het algemeen een handelwijze verstaan:
“bei dem die erforderliche Sorgfalt den gesamten Umständen nach in ungewöhnlich großen Maße verletzt worden ist und bei dem dasjenige unbeachtet geblieben ist, was im gegebenen Fall jedem hätte einleuchten müssen”(BGH, Urt. v. 01.03.2013 – V ZR 92/12).
3.9
Hieruit volgt dat grove nalatigheid in het algemeen wordt aangenomen als de vereiste zorgvuldigheid, gelet op alle omstandigheden van het geval, in buitengewone mate niet is betracht en geen aandacht is geschonken aan wat eenieder in het gegeven geval had moeten opvallen.
3.1
In de onder 3.8 genoemde uitspraak heeft het Bundesgerichtshof ook het volgende overwogen:
“Vielmehr gehört es regelmäßig zu den Mindesterfordernissen gutgläubigen Erwerbs eines solchen Kraftfahrzeuges, dass sich der Erwerber den Kraftfahrzeugbrief vorlegen lässt, um die Berechtigung des Veräußerers zu prüfen(…)
. Auch wenn der Veräußerer im Besitz des Fahrzeugs und des Briefes ist, kann der Erwerber gleichwohl bösgläubig sein, wenn besondere Umstände seinen Verdacht erregen mussten und er diese unbeachtet lässt(…)
. Eine allgemeine Nachforschungspflicht des Erwerbers besteht hingegen nicht.”
3.11
Hieruit volgt dat het bij de aankoop van een motorvoertuig een minimumvereiste is dat de koper het Duitse equivalent van een kentekenbewijs controleert. Ook indien de verkoper in het bezit is van het voertuig en beschikt over het kentekenbewijs, kan het zijn dat de koper niet te goeder trouw is wanneer bijzondere omstandigheden zich voordoen die argwaan (
Verdacht) moesten wekken en de koper die negeert. De koper heeft echter geen algemene onderzoeksplicht.
3.12
Van Auto1 als professionele autohandelaar mocht worden verwacht dat zij weet waarop zij moet letten bij de koop van een auto en dat zij nader onderzoek instelt indien zich omstandigheden voordoen die twijfel oproepen over de beschikkingsbevoegdheid van de persoon die een tweedehandsauto aanbiedt en/of over de herkomst van die auto. Auto1 handelt in diverse Europese landen in auto’s. Als Auto1 in Duitsland auto’s uit Nederland wil kopen, mag van haar worden verwacht dat zij ook op haar Duitse vestiging in staat is Nederlandse autopapieren deugdelijk te onderzoeken, met name Nederlandse exportpapieren. Gelet op het volgende moet worden aangenomen dat Auto1 niet voldoende onderzoek heeft verricht.
3.13
Bij een eenvoudige controle van de kentekenbewijzen had Auto1 kunnen vaststellen dat de Jaguar, die een Nederlands kenteken had, reeds zes dagen na de tenaamstelling op naam van de verkoper in Nederland alweer te koop werd aangeboden in Duitsland. Dit is op zichzelf reeds een bijzondere omstandigheid die argwaan had moeten wekken als hiervoor bedoeld onder 3.11 en die Auto1 ertoe had moet brengen de autopapieren met verhoogde waakzaamheid te controleren.
3.14
Bij een voldoende waakzame controle van deel I en II van het kentekenbewijs had het Auto1 moeten opvallen dat 5 oktober 2018 niet alleen op het kentekenbewijs deel I staat vermeld als de datum van tenaamstelling van de auto op naam van Theatro, maar ook op kentekenbewijs deel II als de uiterste datum waarop met de Jaguar op de openbare weg in Nederland mag worden gereden. Zoals Volkswagen Leasing heeft gesteld en Auto1 niet voldoende gemotiveerd heeft betwist, is dit tegenstrijdig. Dit zou betekenen dat het kentekenbewijs deel II twee weken voordat de Jaguar op 5 oktober 2018 op naam van Theatro B.V. werd gesteld al zou zijn afgegeven. Een auto mag immers na afmelding in het Nederlandse kentekenregister nog veertien dagen rijden op de openbare weg in Nederland.
Verder staat op kentekenbewijs deel I vermeld dat de Jaguar op naam stond van Theatro. De auto stond dus niet op naam van [Y] , die de auto verkocht.
Auto1 had dan ook nader onderzoek moeten verrichten naar de beschikkingsbevoegdheid van [Y] .
3.15
Met enkel het opvragen van de identificatiepapieren en de controle van het voertuigenidentificatienummer, zoals Auto1 heeft gedaan, heeft zij niet voldoende onderzoek verricht. Het argument dat een onderzoek bij de RDW geen optie was omdat de RDW niet de naam en het adres van een kentekenhouder afgeeft via de website of app van de RDW gaat niet op. Onderzoek bij de RDW had weliswaar geen tenaamstelling opgeleverd, maar wel de exportstatus van de auto. Aan de hand van een kenteken kan men bij de RDW nagaan wat de exportstatus van een auto is. Indien een auto in het Nederlandse kentekenregister wordt afgemeld ten behoeve van export, wordt dit op dezelfde dag zichtbaar op de website van de RDW. In 2018 was dat ook al zo. De Jaguar stond niet voor export geregistreerd. Dit volgt uit het door Auto1 overgelegde screenshot van de Jaguar-registratie in 2018 bij de RDW (akte Auto1 onder 13) en uit de e-mail van de klantenservice RDW van 30 juli 2021 (productie 1 bij memorie van antwoord). Auto1 had dus de exportstatus van de Jaguar bij RDW kunnen en moeten controleren en dan kunnen en moeten vaststellen dat het door [Y] overgelegde kentekenbewijs deel II niet correct kon zijn.
3.16
Aangezien Auto1 voornoemd onderzoek niet heeft uitgevoerd, heeft zij zich schuldig gemaakt aan
grobe Fahrlässigkeiten kan zij niet worden aangemerkt als te goeder trouw bij de koop en verkrijging van de Jaguar.
3.17
Naar Nederlands recht is voor een geslaagd beroep op goede trouw in de zin van artikel 3:86 leden 1 en 2 BW vereist dat degene die een tweedehands auto verkrijgt, de autopapieren heeft onderzocht (HR 4 april 1986, ECLI:NL:HR:1986:AB9446, (Apron/Bisterbosch), HR 7 oktober 2005, ECLI:NL:HR:2005:AU2555, (Bulls Eye/Chrysler) en HR 21 oktober 2011, ECLI:NL:HR:2011:BR3057, (DFM/Mobiel Lease). Ook naar Nederlands recht kan niet worden aangenomen dat Auto1 te goeder trouw was, aangezien zij het hiervoor omschreven nadere onderzoek niet heeft gedaan.
3.18
Gelet op het voorgaande falen de grieven en dient het bestreden vonnis te worden bekrachtigd. Auto1 dient als de in het ongelijk gestelde partij te worden veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep.

4.Beslissing

Het hof:
bekrachtigt het vonnis waarvan beroep;
wijst af hetgeen Auto1 in hoger beroep heeft gevorderd;
veroordeelt Auto1 in de kosten van het geding in hoger beroep, tot op heden aan de zijde van Volkswagen Leasing begroot op € 2020,- aan verschotten en € 1.442,- voor salaris, te vermeerderen met de wettelijke rente, indien niet binnen veertien dagen na dit arrest aan de kostenveroordeling is voldaan.
Dit arrest is gewezen door mrs. G.C.C. Lewin, J.W.M. Tromp en H. Struik en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 10 mei 2022.