ECLI:NL:HR:2011:BR3057
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- J.C. van Oven
- W.D.H. Asser
- C.E. Drion
- G. Snijders
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van arrest inzake bezitloos pandrecht op tweedehands auto
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 oktober 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen DFM N.V. en Mobiel Lease B.V. De zaak betreft de vraag of DFM een bezitloos pandrecht heeft op een tweedehands auto die door Mobiel Lease is aangeschaft van [B] B.V., die in staat van faillissement was verklaard. DFM, die zich bezighoudt met het verstrekken van financieringen in de autobranche, had een raamovereenkomst met [A] B.V. en [B] B.V. waarin een bezitloos pandrecht op de auto was bedongen. Mobiel Lease had de auto gekocht van [B] zonder te controleren of [B] in het bezit was van het kentekenbewijs deel II, wat essentieel is voor de overdracht van eigendom.
De voorzieningenrechter heeft de vordering van DFM tot afgifte van de auto toegewezen, maar Mobiel Lease heeft in plaats van de auto af te geven, € 18.000,-- aan DFM betaald onder voorbehoud van de uitkomst van de procedure. Het gerechtshof te 's-Hertogenbosch heeft de vordering van DFM echter afgewezen, met de redenering dat Mobiel Lease geen reden had om te twijfelen aan de beschikkingsbevoegdheid van [B].
De Hoge Raad heeft het arrest van het hof vernietigd en geoordeeld dat voor een geslaagd beroep op goede trouw, zoals bedoeld in artikel 3:86 BW, vereist is dat de koper de autopapieren, waaronder het kentekenbewijs deel II, heeft onderzocht. De Hoge Raad oordeelde dat Mobiel Lease niet te goeder trouw kon zijn, omdat zij niet had gecontroleerd of [B] het kentekenbewijs deel II bezat. De zaak is verwezen naar het gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling en beslissing.