Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
Feiten
Ir. [A] (…) [B] (…) hierna tezamen genoemd verkoper;
welk gedeelte als poort zal dienen bij drie huizen” (zie onder 2.4). Het Hof overweegt dat de erfdienstbaarheid niet wegneemt dat belanghebbende eigenaar is van perceel [nummer ii] en van hetgeen zich daarop of daarboven bevindt. Belanghebbendes standpunt dat vanwege de erfdienstbaarheid deze percelen en wat zich daarop bevindt niet op grond van artikel 16 van de Wet WOZ als één onroerende zaak kunnen worden aangemerkt, wordt dan ook verworpen.
Hierbij neemt het Hof in aanmerking de omstandigheid dat belanghebbende zowel eigenaar als gebruiker is van beide percelen, en dat het pand zich uitstrekt over beide percelen. Zo is belanghebbende wat perceel [nummer ii] betreft als bewoner gebruiker van de overkluizing, die alleen toegankelijk is vanuit het gedeelte van het pad dat op perceel [nummer ii] is gelegen (…)”.
3.Geschil in hoger beroep
4.Het oordeel van de rechtbank
Beoordeling van het geschil
Voorts staat vast dat het perceel met nummer [nummer ii] in horizontale zin grenst aan het perceel met nummer [nummer i 2] . Vanaf de [A-straat] wordt tot het perceel met nummer [nummer ii] toegang verkregen door middel van een toegangspoort welke is voorzien van een afsluitbaar hek. Boven de toegangspoort en derhalve boven het perceel met nummer [nummer ii] bevindt zich een deel van de woning. Op laatstgenoemd perceel rust blijkens voornoemde akte, anders dan eiser heeft gesteld, slechts ten behoeve van een drietal aangrenzende woningen een recht van overpad.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat met betrekking tot de percelen [nummer ii] en [nummer i 2] waarop de woning staat sprake is van een samenstel in de zin van artikel 16, aanhef en onder d, voornoemd. Het beroep van eiser, voor zover inhoudende dat sprake is van een onjuiste objectafbakening, faalt derhalve. Dit betekent dat verweerder in het kader van de waardevaststelling terecht is uitgegaan van een totaal perceeloppervlak (171 m² +51 m² =) 222 m².
Gelet op het voorgaande, alsmede gelet op de overige verschillen tussen de woning en de vergelijkingsobjecten, een en ander zoals vermeld in de waardeopbouw, kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden gezegd dat de vastgestelde waarde in een onjuiste verhouding staat tot de verkoopprijzen van de vergelijkingsobjecten.
5.Beoordeling van het geschil in hoger beroep
paddat op perceel [nummer ii] is gelegen”, maar (zie de onder 2.4 opgenomen overwegingen van deze uitspraak) “vanuit het gedeelte van het
panddat op perceel [nummer ii] is gelegen.” Reeds hierom faalt het – op deze onjuiste lezing gebaseerde – betoog van belanghebbende. Hetgeen belanghebbende op dit punt overigens naar voren heeft gebracht, leidt niet tot een ander oordeel.
5.6. Naar het oordeel van het Hof is belanghebbende niet erin geslaagd aannemelijk te maken dat de door hem voorgestane waarde juist is. Ook belanghebbende heeft in zijn matrix het object [C-straat] 5 ten onrechte aangevoerd als zijnde geschikt vergelijkingsmateriaal. Daarbij acht het Hof de in die matrix toegepaste waarderingsmethode, in het bijzonder de percentuele correctie die is toegepast op de prijs per m³, niet voldoende onderbouwd. Belanghebbende heeft de door hem toegepaste vermeerderings- dan wel verminderingspercentages op de prijs per m3 onder de term “cor.bwvol” op geen enkele wijze onderbouwd, schriftelijk noch mondeling.
6.Kosten
7.Beslissing
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).
Wie niet verplicht is om digitaal te procederen, kan op vrijwillige basis digitaal procederen. Hieronder leest u hoe een cassatieberoepschrift wordt ingediend.
www.hogeraad.nl. Informatie over de inlogmiddelen vindt u op
www.hogeraad.nl.
Een professionele gemachtigde moet altijd digitaal procederen, ongeacht voor wie de gemachtigde optreedt. Degene die op papier mag procederen en dat ook wil, kan het beroepschrift in cassatie sturen aan
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.