In deze zaak hebben klagers, bestaande uit [klager sub 1], [klager sub 2] en [klager sub 3], een klacht ingediend tegen de kandidaat-notaris wegens het onterecht royeren van hypotheekrechten zonder hen te betrekken. De kandidaat-notaris had het royement verzorgd van twee hypotheekrechten die door klagers en de broers van [klager sub 1] waren verstrekt, in het kader van de ontvlechting van vennootschappen. Klagers verwijten de kandidaat-notaris dat hij hen niet heeft geïnformeerd over het royement en dat hij onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de hypothecaire onderpanden. Het hof heeft de klacht gegrond verklaard, omdat de kandidaat-notaris zijn zorgplicht heeft verzaakt door enkel af te gaan op de mededelingen van de advocaat van de broers van [klager sub 1] en niet de belangen van klagers te verifiëren. De kandidaat-notaris is berispt en veroordeeld tot betaling van kosten aan klagers en het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak. De beslissing van de kamer is vernietigd en de klacht is gegrond verklaard.