Het hof zal de klacht van klagers niet opnieuw inhoudelijk bespreken. De kamer heeft zijn beslissing uitvoerig gemotiveerd. Het beroepschrift van klagers, het verweerschrift van de notaris en de behandeling van de zaak ter zitting in hoger beroep hebben geen ander licht op de zaak geworpen en geven het hof geen aanleiding tot een andere beoordeling dan die van de kamer of tot een nadere motivering. Het hof herhaalt hier nog kort de kernoverwegingen van de kamer.
Klachtonderdeel 1: de notaris weet op dit moment nog niet of alle schulden uit de goederen van de nalatenschap kunnen worden voldaan, zodat zij de legaten nog niet kan betalen.
Klachtonderdeel 2: de notaris heeft klager niet uit eigen beweging bericht over het aan hem gemaakte legaat. Dat is in dit geval niet tuchtrechtelijk verwijtbaar, omdat klager zelf al wist van het legaat en hij zelf daarover contact heeft opgenomen met de notaris.
Klachtonderdeel 3: de inboedel van erflater was al tijdens zijn leven verdeeld. De notaris heeft klaagster juist geïnformeerd.
Klachtonderdeel 4: de notaris had er als executeur belang bij te weten of de vader van klager tot de erfgenamen van erflater behoorde. Omdat deze weigerde zich daarover uit te spreken is zij een procedure gestart om duidelijkheid te krijgen. Verder heeft zij de lopende procedure van de bewindvoerder tegen [A] overgenomen. Dit zijn geen klachtwaardige handelingen.
Klachtonderdeel 5: niet is gebleken dat de notaris valsheid in geschrifte heeft gepleegd. In de verklaring van executele staan geen onjuistheden. Ook is niet gebleken dat de notaris de KNB onjuiste informatie heeft gegeven.
Klachtonderdeel 6: het is niet aan de notaris als executeur-afwikkelingsbewindvoerder om door de erflater mondeling gemaakte schenkingen die na zijn overlijden moeten worden betaald na te komen. Bovendien is niet gebleken dat erflater de door klager genoemde bedragen inderdaad als schenking heeft toegezegd.