Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
.In dit geval hebben [appellanten] behoefte aan rechtsbijstand in verband met de door Provincie [X] aangekondigde maatregel van ontgraving van het perceel dat zij in erfpacht hebben. Naar het oordeel van het hof gaat het hier om een aanspraak met het oog op een voorval dat in verband staat met het eerdere voorval dat tot een behoefte aan rechtsbijstand heeft geleid, te weten de door Staatbosbeheer getroffen, maar niet effectief gebleken maatregel van inundatie met zout water. In verband met het toenmalige voornemen van Staatsbosbeheer tot inundatie met zout water hebben [appellanten] bij Achmea Rechtsbijstand melding gemaakt van een geschil met Staatsbosbeheer en is hen dekking verleend. De door Staasbosbeheer getroffen maatregel is niet effectief gebleken, zodat thans een andere maatregel moet worden getroffen om de aanwezigheid van watercrassula op [plaats] en op het door [appellanten] in erfpacht gehouden perceel te bestrijden, waarbij onder meer Staatbosbeheer en de Provincie [X] gezamenlijk optreden. Beide voorvallen, in verband waarmee [appellanten] dekking claimen, vloeien aldus voort uit de aanwezigheid van watercrassula en de noodzaak tot bestrijding daarvan. Dat [appellanten] zich verzetten tegen afgraving omdat zij deze ineffectief en schadelijk achten, dat deze maatregel verschilt van de eerder genomen maatregel (inundatie) en ook door een andere partij wordt uitgevoerd, waardoor verschillende procedures op verschillende rechtsgebieden moeten worden gevoerd, doet naar het oordeel van het hof aan deze samenhang niet af, omdat het in beide gevallen gaat om de behoefte aan rechtsbijstand in verband met maatregelen ter bestrijding van de aanwezigheid van watercrassula. Het gaat daarmee om een reeks van met elkaar verband houdende voorvallen die als één gebeurtenis in de zin van de polisvoorwaarden kunnen worden aangemerkt. De zienswijze van [appellanten] dat telkens wanneer een nieuwe behoefte aan rechtsbijstand ontstaat, sprake is van een nieuwe gebeurtenis in de zin van de polisvoorwaarden doet daarbij ook geen recht aan de strekking van het betreffende beding (te weten het beperken van de kosten van dekking ingeval van samenhangende voorvallen). Dit betekent dat Achmea Rechtsbijstand slechts gehouden is om [appellanten] voor hun externe kosten maximaal € 30.000,- te vergoeden, welk dekkingsmaximum reeds is uitgeput.