ECLI:NL:GHAMS:2021:792

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
18 maart 2021
Publicatiedatum
18 maart 2021
Zaaknummer
23-002700-20
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis in jeugdstrafzaak met betrekking tot poging tot zware mishandeling en schuldheling

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 18 maart 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 17 november 2020. De verdachte, geboren in 2003, was eerder veroordeeld voor een poging tot zware mishandeling van zijn broertje en mishandeling van zijn moeder, alsook voor schuldheling van een motorscooter. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, met uitzondering van enkele bijzondere voorwaarden die aan de opgelegde straf waren verbonden. De advocaat-generaal had gevorderd dat het hof het vonnis zou bevestigen, maar met de wijziging dat de bijzondere voorwaarde met betrekking tot systeemtherapie zou worden geschrapt.

Tijdens de zitting in hoger beroep op 4 maart 2021 heeft de verdachte verklaard dat hij niets te maken had met de motorscooter die hij op 30 juli 2020 aantrof. De verdediging voerde aan dat de verklaring van de verdachte geloofwaardig was en dat hij niet kon worden beschuldigd van heling. Het hof heeft echter geoordeeld dat de omstandigheden rondom de vondst van de motorscooter, waaronder het feit dat de verdachte wegrende toen de politie arriveerde, een sterk vermoeden van schuld opleverden.

Het hof heeft de beslissing over de in beslag genomen voorwerpen herzien en bepaald dat deze aan de verdachte worden teruggegeven, omdat niet aan de wettelijke voorwaarden voor onttrekking aan het verkeer was voldaan. Het hof heeft het vonnis voor het overige bevestigd, met inachtneming van de gewijzigde bijzondere voorwaarden. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin drie rechters zitting hadden.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002700-20
datum uitspraak: 18 maart 2021
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 17 november 2020 in gevoegde strafzaken onder de parketnummers 13-254475-19 en 13-183790-19, alsmede 13-092687-19 (TUL) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2003,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 4 maart 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en diens raadsman naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen, met dien verstande dat uit de bijzondere voorwaarde die betrekking heeft op de begeleiding en behandeling door De Waag het onderdeel dat betrekking heeft op het ondergaan van systeemtherapie zal worden geschrapt.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen, met uitzondering van:
- de beslissing over enkele inbeslaggenomen voorwerpen, die het hof zal terug geven in plaats van te laten onttrekken aan het verkeer;
- de aan de opgelegde straf verbonden bijzondere voorwaarde voor zover die ziet op systeemtherapie, welke voorwaarde het hof zal wijzigen,
in zoverre zal het vonnis dan ook worden vernietigd, en met dien verstande dat:
- paragraaf 4.2. van het vonnis zal worden vervangen door een andere bewijsoverweging, mede naar aanleiding van een ter terechtzitting in hoger beroep gevoerd verweer.

Bespreking van het verweer over heling van de motorscooter

In hoger beroep is door de verdediging het tevens bij de rechtbank gevoerde verweer herhaald dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van de heling van een motorscooter (zaak B in het vonnis van de rechtbank). Door de verdachte is ter terechtzitting in hoger beroep verklaard dat hij niets te maken had met de motorscooter en dat hij die slechts tegen was gekomen toen hij met een kapotte Kymco scooter aan de hand op weg naar huis was en hij de motorscooter midden op het pad aantrof. Hij kon daar toen niet langs en is toen op het pad, op geruime afstand van de motorscooter, gaan roken en hij heeft wat spullen uit de buddyseat van de Kymco scooter gepakt. Toen de politie plotseling kwam, is hij weggerend, omdat hij schrok. Verdachte ontkent aan de motorscooter te hebben gesleuteld. Door de verdediging is bepleit dat de verklaring van de verdachte over deze gang van zaken als geloofwaardig dient te worden beschouwd en dat daarom niet kan worden gezegd dat de verdachte deze scooter heeft geheeld.
Het hof verwerpt het verweer en overweegt daartoe als volgt.
De bewijsmiddelen houden in dat twee verbalisanten op 30 juli 2020 rond 3.20 uur op het Von Liebigpad te Amsterdam, waar het erg donker en stil was, twee voertuigen aantroffen midden op het pad. De voertuigen stonden op de standaard en er stond een persoon bij de motorscooter, die later de verdachte blijkt te zijn. Op het moment dat de verbalisanten verschenen, rende de verdachte de bosjes in, waar hij later wordt aangetroffen als er met een hond naar hem wordt gezocht. De verbalisanten zien dat van de motorscooter het voorste scherm af is gehaald en dat dat op de grond lag. Er ligt een schroevendraaier op het zadel van de motorscooter. Het contactslot van de motorscooter is opengebroken. Op de locatie waar de verdachte in de bosjes werd aangetroffen, vindt de politie een roodkleurige hamer. Na aanhouding wordt tijdens de fouillering bij de verdachte nog een schroevendraaier en het handvat van een hamer aangetroffen. De motorscooter blijkt na onderzoek ongeveer anderhalve maand eerder gestolen te zijn in Amsterdam.
Het hof is van oordeel dat de geschetste omstandigheden naar hun uiterlijke verschijningsvorm reeds het zeer sterke vermoeden opleveren dat de verdachte op een donker en stil pad aan het sleutelen was aan een, vanwege het verbroken contactslot, zichtbaar gestolen scooter en dat toen hij gestoord werd door de politie hij is weggerend. Nu de verklaring die de verdachte hiervoor heeft gegeven het hof als zeer ongeloofwaardig voorkomt, mede gelet op het gegeven dat het Von Liebigpad niet op de meest logische route van de verdachte naar zijn huis lag -zeker met een naar zijn zeggen kapotte Kymco scooter aan de hand-, maar vanwege de ligging kennelijk is uitgekozen om er ongestoord te kunnen sleutelen, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een motorscooter ten aanzien waarvan hij bij de verkrijging minst genomen redelijkerwijs het vermoeden moet hebben gehad dat deze van misdrijf afkomstig was.

Wijziging bijzondere voorwaarde

Op pagina 11 van het vonnis, onder het kopje “bijzondere voorwaarden”, tweede gedachtestreepje, zullen de woorden “Indien het systeem daarmee instemt, kan De Waag tevens systeemtherapie leveren, waaraan veroordeelde dan dient mee te werken,” worden geschrapt.

Beslag

Onder het kopje “beslag” op pagina 10 en in het dictum op pagina 12 van het vonnis staan de volgende voorwerpen genoemd:
- 1 STK Schroevendraaier (Omschrijving: 5785535);
- 1 STK Hamer (Omschrijving: 5785537);
- 1 STK Schroevendraaier (Omschrijving: 5785538).
Het hof is van oordeel dat deze voorwerpen niet, zoals in het vonnis staat omschreven, kunnen worden onttrokken aan het verkeer, omdat niet aan de wettelijke voorwaarden daarvoor is voldaan, aangezien de voorwerpen niet ‘zodanig van aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang’. Het hof zal deze voorwerpen aan de verdachte teruggeven.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis voor zover het betreft de beslissing ten aanzien van de in beslag genomen goederen alsmede voor zover het betreft de aan de opgelegde straf verbonden bijzondere voorwaarde voor zover die inhoudt “Indien het systeem daarmee instemt, kan De Waag tevens systeemtherapie leveren, waaraan veroordeelde dan dient mee te werken”.
Bepaalt dat de navolgende in beslag genomen goederen aan de verdachte worden terug gegeven:
- 1 STK Schroevendraaier (Omschrijving: 5785535);
- 1 STK Hamer (Omschrijving: 5785537);
- 1 STK Schroevendraaier (Omschrijving: 5785538).
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. C.J. van der Wilt, mr. A.M. Kengen en mr. M.J.A. Duker, in tegenwoordigheid van mr. E.C. Damo, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 18 maart 2021.
=========================================================================
[…]