ECLI:NL:GHAMS:2021:4486

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
27 oktober 2021
Publicatiedatum
7 mei 2024
Zaaknummer
15-860036-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van uitleveringsdetentie in hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 27 oktober 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de opgeëiste persoon, geboren in 1970 en zonder vaste woon- of verblijfplaats, die zich momenteel in detentie bevindt. De zaak betreft de beslissing van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, van 15 september 2021, waarin het verzoek tot schorsing van de uitleveringsdetentie werd afgewezen. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken en heeft de advocaat-generaal en de opgeëiste persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. L. de Leon, gehoord.

Het hof heeft geoordeeld dat het vluchtgevaar kan worden ingeperkt door het stellen van voorwaarden. De opgeëiste persoon moet een waarborgsom van €75.000,00 storten, een vast verblijfadres hebben, zich wekelijks melden bij de politie in Barendrecht, en zijn paspoort moet worden ingehouden. Het hof heeft het beroep tegen de beslissing van de rechtbank toegewezen en de eerdere afwijzing van het verzoek tot schorsing van de uitleveringsdetentie vernietigd. De beschikking is gegeven in raadkamer, waarbij de rechters zich verenigden met de beslissing en de voorwaarden die zijn gesteld.

De schorsing van de uitleveringsdetentie is onder voorwaarden bevolen, en de opgeëiste persoon moet zich aan deze voorwaarden houden, waaronder het niet verlaten van Nederland en het verschijnen bij oproepingen van justitiële instanties. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis gebracht van de opgeëiste persoon, en de uitspraak is gedaan in Amsterdam op 27 oktober 2021.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[opgeëiste persoon],
geboren te [geboorteplaats] ([geboorteland]) op [geboortedag] 1970,
zonder vaste woon- of verblijfplaats,
thans verblijvende in de [detentieadres],
tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem van 15 september 2021, houdende afwijzing van het verzoek tot schorsing van de uitleveringsdetentie van de opgeëiste persoon.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem van 20 september 2021, waarbij namens de opgeëiste persoon hoger beroep is ingesteld tegen voormelde beslissing van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beslissing waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de uitleveringsdetentie van de opgeëiste persoon en heeft gehoord de advocaat-generaal en de opgeëiste persoon, bijgestaan door diens raadsman mr. L. de Leon.

De beoordeling

Het hof verenigt zich
nietmet de beslissing waarvan beroep en de gronden waarop deze berust.
Het hof is van oordeel dat het vluchtgevaar afdoende kan worden ingeperkt door het stellen van voorwaarden, met name:
- een waarborgsom (ter hoogte van €75.000,00);
- een vast verblijfadres;
- een meldplicht bij de politie Barendrecht;
- het ingehouden blijven van het paspoort van de opgeëiste persoon.
Het hoger beroep zal worden toegewezen, met inachtneming van het vorenstaande.
De schorsingsbeschikking zal afzonderlijk worden geminuteerd.

De beslissing

Het hof:
WIJST TOE het beroep tegen de bestreden beslissing, met inachtneming van de door het hof gestelde voorwaarden,
VERNIETIGT de beslissing waarvan beroep (met inachtneming van het vorenstaande), voor zover houdende afwijzing van het verzoek tot schorsing van de uitleveringsdetentie.
Deze beschikking is gegeven op 27 oktober 2021 in raadkamer van dit hof door
mr. M.M.H.P. Houben, voorzitter,
mrs. A.M. Kengen en I.M.A. Hinfelaar, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S. Groot als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de opgeëiste persoon.
Amsterdam, 27 oktober 2021,
de advocaat-generaal
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
SCHORSINGSBESCHIKKING
Het hof heeft bij beschikking van heden in de zaak van:
[opgeëiste persoon],
geboren te [geboorteplaats] ([geboorteland]) op [geboortedag] 1970,
zonder vaste woon- of verblijfplaats,
thans verblijvende in het [detentieadres]
het beroep tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem van 15 september 2021, houdende afwijzing van het verzoek tot schorsing van de uitleveringsdetentie van de opgeëiste persoon
toegewezen.

De beoordeling

Het hof acht termen aanwezig de schorsing van de uitleveringsdetentie te bevelen onder de navolgende voorwaarden.

De beslissing

Het hof:
1.
SCHORST het bevel tot voorlopige hechtenis van de opgeëiste persoon onder voorwaarden, zodra door of ten behoeve van de opgeëiste persoon als zekerheid voor de nakoming van de aan de schorsing verbonden voorwaarden een bedrag van € 75.000,00, (zegge vijfenzeventigduizend euro) is bijgeschreven op rekeningnummer IBAN [rekeningnummer] (BIC code: [bic code]) t.n.v. [tnv], [adres 1], onder vermelding van bovenstaand parketnummer van deze zaak en de naam van de opgeëiste persoon, tot aan de einduitspraak van de rechtbank Amsterdam in deze zaak.
zulks onder de verdere voorwaarden dat de opgeëiste persoon:
2. indien de opheffing van de schorsing mocht worden bevolen, zich niet aan de tenuitvoerlegging van het bevel tot uitleveringsdetentie zal onttrekken;
3. ingeval hij wegens het feit waarvoor de uitleveringsdetentie is bevolen tot andere dan vervangende vrijheidsstraf mocht worden veroordeeld, zich aan de tenuitvoerlegging daarvan niet zal onttrekken;
4. bij iedere oproeping vanwege een politiële en/of justitiële instantie in persoon zal verschijnen;
5. zich niet zal schuldig maken aan strafbare feiten;
6. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het
nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in
artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
7. zal verblijven op het adres [adres 2];
8. zich wekelijks (iedere vrijdag) meldt op het politiebureau Barendrecht te Maasstraat 28, 2991 AD Barendrecht;
9. Nederland niet zal verlaten.
Deze beschikking is gegeven op 27 oktober 2021 in raadkamer van dit hof door
mr. M.M.H.P. Houben, voorzitter,
mrs. A.M. Kengen en I.M.A. Hinfelaar, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S. Groot als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de opgeëiste persoon.
Amsterdam, 27 oktober 2021,
de advocaat-generaal