Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
naar de zaak komen om het opgestelde huisreglement te ondertekenen. (..)”
3.Beoordeling
Ter zitting is echter wel gebleken dat de verhouding tussen partijen, ook door voorvallen uit het verleden, inmiddels zodanig en duurzaam is verstoord dat daarin naar verwachting wel grond is gelegen om tot ontbinding te komen, als [Y] daarom had verzocht. Gezien de opzegtermijn, in het geval van [appellant] vier maanden, had de arbeidsovereenkomst waarschijnlijk nog ongeveer 5,5 maand voortgeduurd. Verder zal bij het bepalen van de hoogte van de billijke vergoeding in aanmerking worden genomen dat geen van partijen een ernstig verwijt treft en dat [appellant] onbetwist heeft gesteld dat hij vanwege de beëindiging van het dienstverband contante fooien misloopt en pensioenopbouw.’
zij het slechts in lichte mate nu een cijfermatige onderbouwing van die gevolgen ontbreekt.’