Uitspraak
1.Procesverloop
a. de beschikking in de zaak 8750352 EA VERZ 20-671 van de rechtbank Amsterdam van 26 november 2020;
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
3 februari 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft [eiser], vertegenwoordigd door advocaat M.J. van Basten Batenburg, cassatie ingesteld tegen de beschikking van het gerechtshof Amsterdam. De zaak betreft een verzoek om een billijke vergoeding na een niet-rechtsgeldig ontslag op staande voet door zijn werkgever, CAFÉ THE PINT B.V., vertegenwoordigd door advocaat J.H.M. van Swaaij. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Amsterdam en het gerechtshof Amsterdam, waarin de feiten en het procesverloop zijn uiteengezet. De Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, waarop de advocaat van [eiser] schriftelijk heeft gereageerd.
De Hoge Raad heeft de klachten van [eiser] over de beschikking van het hof beoordeeld. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de beschikking van het hof. Het is niet nodig om te motiveren waarom dit oordeel is gegeven, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep van [eiser] verworpen en hem veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van The Pint zijn begroot op € 857,-- aan verschotten en € 1.800,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien [eiser] deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak voldoet. De beschikking is openbaar uitgesproken op 3 februari 2023.