ECLI:NL:GHAMS:2021:3268

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
1 november 2021
Publicatiedatum
1 november 2021
Zaaknummer
23-001908-20
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van het vonnis in hoger beroep met betrekking tot vrijspraak op basis van artikel 5 en 6 van de Wegenverkeerswet

Op 1 november 2021 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 20 augustus 2020, in de strafzaak met parketnummer 15-029457-18. De verdachte, geboren in 1974, was in hoger beroep gekomen na een eerdere veroordeling. Het openbaar ministerie had hoger beroep ingesteld en vorderde een geldboete van €1.000,00, subsidiair 20 dagen hechtenis, en een voorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van 2 maanden met een proeftijd van 2 jaren.

Tijdens de behandeling van de zaak op 18 oktober 2021 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdachte en zijn raadsman in overweging genomen. Na zorgvuldige afweging heeft het hof besloten dat de behandeling in hoger beroep niet heeft geleid tot een ander oordeel dan dat van de rechtbank. Het hof heeft zich dan ook verenigd met het vonnis waarvan beroep en heeft dit bevestigd.

De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het Gerechtshof Amsterdam, met mr. P.F.E. Geerlings, mr. A.M. Kengen en mr. M. Gonggrijp-van Mourik in de zitting. De griffier, mr. L. van Dijk, was ook aanwezig. Mr. M. Gonggrijp-van Mourik was niet in staat om het arrest te ondertekenen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001908-20
datum uitspraak: 1 november 2021
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 20 augustus 2020 in de strafzaak onder parketnummer 15-029457-18 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1974,
adres: [adres]

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
18 oktober 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Het openbaar ministerie heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van €1.000,00 subsidiair 20 dagen hechtenis en een voorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 2 maanden met een proeftijd van 2 jaren.

Vonnis waarvan beroep

De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het hof niet gebracht tot een ander oordeel dan de rechtbank, zodat het hof zich verenigt met het vonnis waarvan beroep en dit derhalve zal bevestigen.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. P.F.E. Geerlings, mr. A.M. Kengen en mr. M. Gonggrijp-van Mourik, in tegenwoordigheid van mr. L. van Dijk, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
1 november 2021.
Mr. M. Gonggrijp-van Mourik is buiten staat dit arrest te ondertekenen.
=========================================================================
[…]