ECLI:NL:GHAMS:2021:2871

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
14 september 2021
Publicatiedatum
6 oktober 2021
Zaaknummer
23-000945-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake ontucht met minderjarige en bezit van kinderporno

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 14 september 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1994, was eerder veroordeeld voor ontuchtige handelingen met een 14-jarige en voor het bezit en vervaardigen van kinderporno. Het hof heeft de zaak behandeld naar aanleiding van het hoger beroep dat door zowel de verdachte als het openbaar ministerie was ingesteld. De tenlastelegging omvatte onder andere het plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarige en het in bezit hebben van afbeeldingen van seksuele gedragingen waarbij minderjarigen betrokken waren. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de feiten zoals tenlastegelegd en heeft de eerdere veroordeling vernietigd. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2 jaar en 20 dagen, waarvan 2 jaar voorwaardelijk, en een taakstraf van 240 uur. Het hof heeft rekening gehouden met de ernst van de feiten, de kwetsbaarheid van het slachtoffer en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn behandeling en reclasseringstoezicht. De verdachte heeft een significante ontwikkeling doorgemaakt en het recidiverisico is door de reclassering als laag ingeschat. Het hof heeft bijzondere voorwaarden verbonden aan de voorwaardelijke straf, waaronder reclasseringstoezicht en een verbod op contact met minderjarigen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000945-19
datum uitspraak: 14 september 2021
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 26 februari 2019 in de strafzaak onder parketnummer 13-669062-17 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag 1] 1994,
adres: [adres 1].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 31 augustus 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte en het openbaar ministerie hebben hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Gelet op de in eerste aanleg door de rechtbank toegelaten wijzigingen is aan de verdachte tenlastegelegd dat:
Feit 1
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2016, in Nederland, met [benadeelde], geboren [geboortedag 2] 2001, die toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte,
- voornoemde [benadeelde] bij zijn penis vastgepakt en/of hem ([benadeelde]) afgetrokken en/of
- die [benadeelde] zijn, verdachtes, penis laten vastpakken en/of zich (door die [benadeelde]) laten aftrekken en/of
- zijn, verdachtes, penis in de mond van die [benadeelde] gebracht en/of zich (door die [benadeelde]) laten pijpen en/of
- zijn penis in de anus van die [benadeelde] gebracht en/of hem ([benadeelde]) anaal gepenetreerd;
Feit 2
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2016 tot en met 16 juni 2017 te Aalsmeer en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal, telkens een of meerdere afbeeldingen, te weten foto's en/of films en/of (een) gegevensdrager(s), bevattende afbeeldingen - te weten een laptop van het merk Lenovo (goednummer 5404522),
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft verworven en/of verspreid en/of in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met een/de vinger en/of penis, anaal en/of oraal, penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het, met een tandenhorstelbeschermhoes, anaal penetreren van het lichaam door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
FileName: [bestandsnaam 1] (p. 130) en/of
FileName: [bestandsnaam 2] (p. 130) en/of
FileName: [bestandsnaam 3] (p. 130) en/of
FileName: [bestandsnaam 4] (p. 130) en/of
FileName: [bestandsnaam 5](p. 131) en/of
FileName: [bestandsnaam 6] (p. 131) en/of
FileName: [bestandsnaam 7](p. 131) en/of
FileName: [bestandsnaam 8](p. 131) en/of
FileName: [bestandsnaam 9] (p. 132) en/of
FileName: [bestandsnaam 10] (p. 133) en/of
FileName: [bestandsnaam 11] (p. 133) en/of
FileName: [bestandsnaam 12] (p. 135) en/of
FileName: [bestandsnaam 13] (p. 136)
en/of
het met de hand en/of mond betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel en/of billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het met de hand en/of mond betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
FileName: [bestandsnaam 8] (p. 131) en/of
FileName: [bestandsnaam 14] (p. 133) en/of
FileName: [bestandsnaam 15] (p. 135) en/of
FileName: [bestandsnaam 16] (p. 136) en/of
FileName: [bestandsnaam 17] (p. 136)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had(den) bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) poseert/poseren in een omgeving en/of in een erotisch getinte houding en/of (op een wijze) die niet bij zijn/haar/hun leeftijd past/passen
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/films nadrukkelijk het/de (ontblote) geslachtsde(e)l(en) en/of billen van die perso(o)n(en) in beeld gebracht worden,
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
FileName: [bestandsnaam 11] (p. 133) en/of
FileName: [bestandsnaam 18] (p. 133) en/of
FileName: [bestandsnaam 19] (p. 134) en/of
FileName: [bestandsnaam 20] (p. 134) en/of
FileName: [bestandsnaam 21] (p. 134) en/of
FileName: [bestandsnaam 22] (p. 134) en/of
FileName: [bestandsnaam 23] (p. 134) en/of
FileName: [bestandsnaam 24] (p. 134) en/of
FileName: [bestandsnaam 25] (p. 135) en/of
FileName: [bestandsnaam 26] (p. 135) en/of
FileName: [bestandsnaam 27] (p. 135)
en/of
het masturberen van en/of boven/bij en/of ejaculeren in de mond en/of op het gezicht en/of het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
FileName: [bestandsnaam 28] (p. 130) en/of
FileName: [bestandsnaam 29] (p. 131) en/of
FileName: [bestandsnaam 9] (p. 132) en/of
FileName: [bestandsnaam 30] (p. 132) en/of
FileName: [bestandsnaam 31] (p. 133)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt, en/of
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2016 tot en met 16 juni 2017 te Aalsmeer en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal, telkens een of meerdere afbeeldingen, te weten foto’s en/of films en/of (een) gegevensdrager(s), bevattende afbeeldingen - te weten een laptop van het merk Lenovo, (goednummer 5404522) van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft vervaardigd, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met een /de vinger en/of penis, anaal en/of oraal, penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het, met een tandenborstelbeschermhoes, anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
FileName: [bestandsnaam 32](p. 130) en/of
FileName: [bestandsnaam 33] (p._ 130) en/of
FileName: [bestandsnaam 4] (p. 130/131) en/of
FileName: [bestandsnaam 5] (p. 131) en/of
FileName: [bestandsnaam 6] (p. 131) en/of
FileName: [bestandsnaam 34] (p. 131) en/of
FileName: [bestandsnaam 13] (p. 136)
en/of
het met de hand en/of mond betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel en/of billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het met de hand en/of mond betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
FileName: [bestandsnaam 35] (p. 136) en/of
FileName: [bestandsnaam 13] (p. 136) en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18jaar nog niet had(den) bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) poseert/poseren in een omgeving
en/of in een erotisch getinte houding en/of (op een wijze) die niet bij zijn/haar/hun leeftijd past/passen
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/films nadrukkelijk het/de (ontblote) geslachtsde(e)l(en) en/of billen van die perso(o)n(en) in beeld gebracht worden,
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
FileName: [bestandsnaam 36] (p. 134) en/of
FileName: [bestandsnaam 37] (p. 134) en/of
FileName: [bestandsnaam 23](p. 134) en/of
en/of
het masturberen van en/of boven/bij en/of ejaculeren in de mond en/of op het gezicht en/of het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
FileName: [bestandsnaam 38] (p. 131).
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een enigszins andere bewezenverklaring, een andere kwalificatie en een andere strafoplegging komt dan de rechtbank.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
Feit 1
hij op 18 juli 2016, in Nederland, met [benadeelde], geboren [geboortedag 2] 2001, die toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij,
- [benadeelde] bij zijn penis vastgepakt en afgetrokken en
- die [benadeelde] zijn, verdachtes, penis laten vastpakken en zich door [benadeelde] laten aftrekken en
- zijn penis in de mond van [benadeelde] gebracht en zich door [benadeelde] laten pijpen en
- zijn penis in de anus van [benadeelde] gebracht en hem anaal gepenetreerd;
Feit 2
hij in de periode van 1 januari 2016 tot en met 16 juni 2017 te Aalsmeer, afbeeldingen, te weten foto's en films heeft verworven en verspreid en in bezit heeft gehad en een gegevensdrager, bevattende afbeeldingen - te weten een laptop van het merk Lenovo (goednummer 5404522)- in bezit heeft gehad, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken, en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met een vinger of penis, anaal of oraal, penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
FileName: [bestandsnaam 3] en
FileName: [bestandsnaam 4] en
FileName: [bestandsnaam 5] en
FileName: [bestandsnaam 6] en
FileName: [bestandsnaam 7] en
FileName: [bestandsnaam 8] en
FileName: [bestandsnaam 9] en
FileName: [bestandsnaam 39] en
FileName: [bestandsnaam 13]
en
het met een tandenhorstelbeschermhoes anaal penetreren van het lichaam, door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
FileName: [bestandsnaam 1] en FileName: [bestandsnaam 2]
en
het met de hand en/of mond betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel of de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
het met de hand en/of mond betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een ander persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
FileName: [bestandsnaam 8] en
FileName: [bestandsnaam 14] en
FileName: [bestandsnaam 15] en
FileName: [bestandsnaam 16] en
FileName: [bestandsnaam 17]
en
het geheel of gedeeltelijk naakt poseren door personen die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet hadden bereikt, waarbij deze personen poseren in een erotisch getinte houding en/of op een wijze die niet bij hun leeftijd past en/of door het camerastandpunt en/of de onnatuurlijke pose van deze persoon nadrukkelijk de ontblote geslachtsdelen en/of billen van die personen in beeld gebracht worden,
waarbij de afbeelding telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling
FileName: [bestandsnaam 11] en
FileName: [bestandsnaam 18] en
FileName: [bestandsnaam 19] en
FileName: [bestandsnaam 20] en
FileName: [bestandsnaam 21] en
FileName: [bestandsnaam 22] en
FileName: [bestandsnaam 23] en
FileName: [bestandsnaam 24] en
FileName: [bestandsnaam 25]. en
FileName: [bestandsnaam 26] en
FileName: [bestandsnaam 27]
en
het masturberen van of bij en ejaculeren in de mond en op het gezicht of het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het houden van een stijve penis bij het gezicht en lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
waarbij de afbeelding telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling
FileName: [bestandsnaam 28] en
FileName: [bestandsnaam 29] en
FileName: [bestandsnaam 9] en
FileName: [bestandsnaam 40] en
FileName: [bestandsnaam 31]
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt,
en
hij op 18 juli 2016 in Nederland, afbeeldingen, te weten foto’s en films van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken , heeft vervaardigd, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de penis, anaal of oraal, penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
FileName: [bestandsnaam 4] pen/of
FileName: [bestandsnaam 5] en/of
FileName: [bestandsnaam 6] en/of
FileName: [bestandsnaam 34] en/of
FileName: [bestandsnaam 13]
en
het met de hand of mond betasten en aanraken van het geslachtsdeel van een ander persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
FileName: [bestandsnaam 35] (p. 136) en
FileName: [bestandsnaam 13] (p. 136).
Hetgeen onder 1 en 2 meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 1 en 2 bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
een afbeelding en een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, verwerven en in het bezit hebben, terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt en
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen, meermalen gepleegd.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het onder 1 en 2 bewezenverklaarde uitsluit.

Oplegging van straffen

De rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg onder 1 en onder 2 bewezenverklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd voor de duur van 3 jaren. De rechtbank heeft bijzondere voorwaarden gekoppeld aan het voorwaardelijk strafdeel en deze dadelijk uitvoerbaar verklaard.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 1 en onder 2 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren.
De raadsman heeft bepleit dat de duur van de onvoorwaardelijke gevangenisstraf die in eerste aanleg aan de verdachte is opgelegd, moet worden gematigd. Dit gezien de consensualiteit van de ontuchtige handelingen, voorts omdat de verdachte al vier jaren lang een intensieve behandeling en reclasseringstoezicht heeft ondergaan en een dergelijke straf de verdachte onevenredig zou treffen en zijn toekomstperspectief in ernstige mate zou schaden.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte (toen tweeëntwintig jaar oud) heeft ontuchtige handelingen, mede bestaand uit het seksueel binnendringen van het lichaam, gepleegd met het destijds 14-jarige slachtoffer. Door zijn handelen heeft de verdachte de lichamelijke integriteit van het slachtoffer in zeer ernstige mate geschonden. De verdachte heeft zich niets gelegen laten liggen aan de kwetsbare positie waarin het minderjarige slachtoffer vanwege zijn leeftijd en onervarenheid verkeerde. De ontmoeting waarbij deze seksuele handelingen hebben plaatsgevonden was weliswaar afgesproken, juist de verdachte had als geen ander doordrongen moeten zijn van de scheve (machts)verhoudingen tussen volwassenen en kinderen. De verdachte doorliep op dat moment immers het derde jaar van zijn opleiding tot [opleiding] in het [plek] en had daarom zijn – uit het leeftijdsverschil voortvloeiend – overwicht en de laakbaarheid van zijn handelen moeten inzien. De ervaring leert bovendien dat seksueel misbruik van jeugdigen vaak leidt tot langdurige psychische schade en een verstoring van de (seksuele) ontwikkeling tot gevolg kan hebben.
Door foto’s en video’s te maken van de ontmoeting met het slachtoffer heeft de verdachte zich bovendien schuldig gemaakt aan het vervaardigen van kinderporno, hetgeen verwerpelijk en maatschappelijk zeer ongewenst is. Dat de verdachte – terwijl hij aan het slachtoffer had beloofd het materiaal te verwijderen – dit materiaal vervolgens digitaal heeft verspreid, acht het hof zeer kwalijk. Dat het slachtoffer niet weet wie over het beeldmateriaal beschikt of in de toekomst zal beschikken, is een buitengewoon ernstige schending van zijn persoonlijke levenssfeer. De verdachte heeft het vervaardigde materiaal gebruikt als ruilmiddel tegen ander kinderpornografisch beeldmateriaal in seksueel geladen online chatgesprekken. Hij heeft zodoende geen acht geslagen op de gevolgen voor het slachtoffer, maar zich slechts bekommerd om de bevrediging van zijn eigen behoeftes.
Voorts heeft de verdachte een gewoonte gemaakt van het in het bezit hebben, verwerven en verspreiden van kinderpornografische video’s en foto’s. Bij de vervaardiging van kinderpornografisch materiaal worden (jonge tot zeer jonge) kinderen seksueel misbruikt. Zoals reeds overwogen, kan het als algemeen bekend worden beschouwd dat kinderen daarvan grote psychische (en lichamelijke) schade kunnen ondervinden. Dergelijk misbruik laat in de meeste gevallen ook vele jaren later nog diepe sporen na. Door zich schuldig te maken aan voornoemde strafbare feiten heeft de verdachte de industrie die deze kinderen misbruikt in stand gehouden.
Het hof heeft acht geslagen op straffen die in soortgelijke gevallen worden opgelegd en die hun weerslag hebben gevonden in de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Hierin wordt als uitgangspunt voor het verspreiden en aanbieden van kinderporno een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 jaar genoemd. Voor het vervaardigen van kinderporno betreft het oriëntatiepunt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 jaren.
Gelet op de ernst van de bewezenverklaarde feiten volstaat in beginsel uitsluitend een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur.
Het hof heeft echter ook acht geslagen op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte zoals die uit verschillende hem betreffende rapporten en uit het verhandelde ter terechtzitting zijn gebleken.
In een rapport van 5 maart 2018 van [naam 1], psycholoog, wordt de conclusie getrokken dat bij de verdachte in diagnostische zin gesproken kan worden van een persoonlijkheidsstoornis met theatrale en narcistische trekken en tevens kan worden gesproken van een ongespecificeerde parafiele stoornis. Door [naam 1] wordt geadviseerd de feiten in
verminderde matetoe te rekenen aan de verdachte.
In het rapport van 12 maart 2018 van [naam 2], psychiater, wordt de conclusie getrokken dat ten aanzien van de verdachte voldaan wordt aan de diagnostische criteria voor een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de zin van een andere gespecificeerde parafiele stoornis. Daarnaast wordt in dit rapport vermeld dat bij de verdachte sprake is van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de zin van een persoonlijkheidsstoornis met duidelijke kenmerken van de histrionische (‘theatrale’) persoonlijkheidsstoornis en enige kenmerken van de narcistische persoonlijkheidsstoornis. Gekomen wordt tot de diagnose andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met gemengde kenmerken van de histrionische en de narcistische persoonlijkheidsstoornis. Geadviseerd wordt de tenlastegelegde feiten in
enigszins verminderde mateaan de verdachte toe te rekenen.
Het hof zal de bewezenverklaarde feiten, gelet op de voorgaande, deugdelijk onderbouwde adviezen in
verminderdemate aan de verdachte toerekenen.
De verdachte heeft vanaf juli 2017 tot heden onder reclasseringstoezicht met bijzondere voorwaarden gestaan; eerst binnen het kader van de voorwaardelijke schorsing van de voorlopige hechtenis in de onderhavige zaak en vervolgens op grond van de bij vonnis opgelegde, dadelijk uitvoerbaar verklaarde, bijzondere voorwaarden. De opgelegde bijzondere voorwaarden hielden naast reclasseringstoezicht in dat de verdachte:
  • zich moest laten behandelen bij Forensische Psychiatrische Polikliniek De Waag of soortgelijke forensische zorg;
  • zich moest onthouden van het op digitale wijze seksueel getint communiceren met minderjarigen;
  • zich moest onthouden van gedragingen die zijn gericht op een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
  • zich moest onthouden van gedragingen die zijn gericht op een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd;
  • medewerking verleende aan het controleren van zijn gegevensdragers, computers en andere apparatuur, in het kader van het toezicht op de naleving van die voorwaarden;
  • geen werk mocht verrichten waarbij hij met kinderen in contact kwam;
  • ook in zijn vrije tijd geen activiteiten mocht ontplooien waar mij in contact kwam met kinderen.
De verdachte heeft vanaf november 2017 diverse behandelingen, zowel in een groep als individueel, ondergaan bij F.F.P de Waag te [plaats]. In het voortgangsverslag van 26 augustus 2021 van de Reclassering Nederland is vermeld dat de eindevaluatie van deze behandeling heeft plaatsgevonden op 24 augustus 2021. De verdachte heeft deze behandeling goed doorlopen en de kans op recidive is hierdoor verminderd. De Waag schat het risico op herhaling van soortgelijke delicten thans in als laag.
Uit het voortgangsverslag blijkt dat de verdachte zich ook aan de overige voorwaarden heeft gehouden. De reclassering vermeldt dat de verdachte trouw op afspraken is gekomen, dat zijn houding vriendelijk, open en meewerkend is en dat gesprekken over het voorkomen van seksueel risicogedrag constructief zijn verlopen. Zijn ontwikkeling is de afgelopen 4 jaar consistent geweest. Sinds kort is hij gaan samenwonen met zijn partner, met wie hij een langdurige serieuze relatie heeft. Wegens het verbod werk te verrichten waarbij hij met kinderen in contact kwam, dat gold als voorwaarde voor de schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte, is de verdachte in 2017 gestopt met de [opleiding]-opleiding die hij volgde. Hij is toen een andere HBO-studie gaan volgen, die hij in december 2021 af kan ronden. Daarnaast heeft hij betaald werk. De reclassering acht het essentieel dat hij zijn HBO-studie afrondt, omdat het vanuit het oogpunt van risicomanagement van groot belang is dat de verdachte een gedegen opleiding afrondt en betekenisvol werk heeft. De reclassering schat het recidiverisico in als laag en adviseert bij de strafoplegging dezelfde bijzondere voorwaarden te stellen waartoe in het reclasseringsrapport van 4 april 2018 is geadviseerd, en die – in navolging van dit rapport – door de rechtbank aan de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf zijn gekoppeld.
Toezichthouder [naam 3], ter terechtzitting gehoord als deskundige, heeft verklaard dat de verdachte een zeer positieve, consistente, ontwikkeling heeft doorgemaakt. Een gevangenisstraf zou in praktisch opzicht veel gevolgen hebben, omdat de verdachte nu aan het eind is van zijn opleiding en bijna een vaste baan heeft. De dagbesteding van de verdachte en zijn serieuze vaste relatie zijn beschermende factoren. Het advies van de reclassering is om, overeenkomstig het reclasseringsrapport van 4 april 2018, een proeftijd van 5 jaar vast te stellen. De toezichthouder heeft verklaard dat hij het, met het oog op de kans op recidive, waardevol acht om langer contact te kunnen houden met de verdachte over zijn seksuele relaties.
Hoewel de verdachte zeer ernstige strafbare feiten heeft begaan, die in de regel tot oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur nopen, ziet het hof, gelet op het voorgaande, grond de verdachte geen gevangenisstraf op te leggen.
Het hof acht hierbij in het bijzonder van belang dat de verdachte vanaf juli 2017 een intensief traject met reclasseringstoezicht en bijzondere voorwaarden heeft ondergaan. Onderdeel hiervan was een langdurige psychiatrisch-forensische behandeling, die hij succesvol heeft doorlopen. De verdachte heeft daarnaast vier jaren lang frequent contact gehad met de reclassering en heeft zich aan alle afspraken gehouden. Hij heeft een consistente ontwikkeling als persoon doorgemaakt, is volwassen geworden en heeft getoond een delictvrij, maatschappelijk bestaan op te willen en kunnen bouwen. Uit het uittreksel uit de justitiële documentatie van 4 augustus 2021 blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten en na de bewezenverklaarde feiten niet opnieuw met politie en justitie in aanraking is gekomen.
De verdachte is, nadat hij ten gevolge van de voorwaardelijke schorsing van de voorlopige hechtenis de [opleiding]-opleiding in een gevorderd stadium heeft moeten afbreken, een nieuwe studie begonnen. Hij kan in december 2021 zijn diploma halen. Hij heeft inmiddels betaald werk met uitzicht op een vaste baan en onderhoudt een serieuze en duurzame relatie met zijn partner. De verdachte is aldus maatschappelijk goed ingebed, hetgeen een belangrijke rol speelt in het risico op recidive, dat door de reclassering thans als laag wordt ingeschat. Het hof overweegt dat vrijheidsbeneming zal betekenen dat de verdachte zijn studie niet af kan maken, een hogere studieschuld op zal bouwen, zijn arbeidscontract niet kan doorzetten en dat zijn relatie hierdoor onder druk wordt gezet. Voorts bestaat de kans dat de goede resultaten van de langdurige behandeling hiermee teniet worden gedaan. Dergelijke effecten brengen met zich dat het risico op recidive, dat nu laag is, mogelijk verhoogd zal worden, hetgeen het hof zeer onwenselijk acht. Van zeer zwaarwegend belang is immers dat kinderen worden beschermd en dat herhaling van het plegen van soortgelijke feiten wordt voorkomen.
Het hof acht, alles afwegende, een gevangenisstraf voor de duur van twee jaren en twintig dagen, waarvan twee jaren voorwaardelijk, met een proeftijd van 5 jaren, met aftrek van het voorarrest passend en geboden. Hiermede wordt enerzijds de ernst van het feit tot uitdrukking gebracht, terwijl daarmee anderzijds wordt beoogd de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen. Omdat daarmee, gelet op de ernst van de bewezenverklaarde feiten, niet kan worden volstaan wordt daarnaast een taakstraf voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen in beginsel passend en geboden geacht.
Het hof zal aan het voorwaardelijk strafdeel bijzondere voorwaarden verbinden in lijn met die waarvan sprake is in het voortgangsverslag van de reclassering van 26 augustus 2021, met uitzondering van het beroepsverbod vanwege het navolgende. Een bijzondere voorwaarde als bedoeld in art. 14c, tweede lid onder 14°, Sr dient het gedrag van de veroordeelde te betreffen. Het stellen van een bijzondere voorwaarde waarvan de naleving neerkomt op het ondergaan van een in de wet voorziene bijkomende straf, is toelaatbaar indien oplegging van die straf in het concrete geval wettelijk mogelijk is (of indien de wettelijke regeling van die straf niet anderszins op onaanvaardbare wijze wordt doorkruist (vgl. Hoge Raad 22-01-2019, ECLI:NL:HR:2019:87, in samenhang met Hoge Raad 08-09-2020, ECLI:NL:HR:2020:1378). De bijkomende straf van ontzetting van het recht bepaalde beroepen uit te oefenen is opgenomen in art. 28, lid 1 sub 5, van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Art. 251, tweede lid, Sr luidt als volgt:
“2. Indien de schuldige aan een der misdrijven in de artikelen 240b tot en met 247 en 248a tot en met 250 omschreven, het misdrijf in zijn beroep begaat, kan hij van de uitoefening van dat beroep worden ontzet.”.
In deze zaak zijn de strafbare feiten niet begaan in de uitoefening van het beroep, zodat het ook niet mogelijk is een bijzondere voorwaarde te stellen met hetzelfde effect als oplegging van ontzetting van een recht in de zin van art. 28, lid 1 sub 5, van het Wetboek van Strafrecht.
Het hof zal, gelet op de omstandigheid dat het onder 1 bewezenverklaarde misdrijf is gericht tegen en gevaar heeft veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een persoon, bepalen dat de bijzondere voorwaarden en het op grond van artikel 14d uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn. Het hof is van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de veroordeelde wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Om diezelfde reden zal de proeftijd op een termijn van vijf jaren worden gesteld. Het recidive risico is thans weliswaar op een laag niveau, maar zowel in voormelde rapporten van de psychiaters als in dat van de reclassering is toegelicht dat het recidive risico kan toenemen wanneer de behandeling is afgerond. De psychiater [naam 2] heeft benoemd dat een lange proeftijd de duurzaamheid en het effect van toezicht aanzienlijk kan vergroten. Deze heeft daarom geadviseerd aan de voorwaarden een zo lang mogelijke proeftijd te verbinden, waarbij gedacht is aan een termijn van vijf jaren. Ook de reclassering heeft een proeftijd voor de duur van vijf jaren geadviseerd. Het hof is daarom van oordeel dat met een kortere proeftijd niet kan worden volstaan. Zonder adequaat toezicht van de reclassering, met de mogelijkheid tot ingrijpen door middel van een hernieuwde behandeling, en met een kortere proeftijd, zal het recidivegevaar weer tot een onaanvaardbaar hoog niveau kunnen toenemen.
Het hof zal tot slot bij het opleggen van de taakstraf rekening houden met de overschrijding van de redelijke termijn van de procedure in hoger beroep. Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld op 11 maart 2019. Het gerechtshof doet uitspraak op 14 september 2021. De redelijke termijn voor de behandeling in hoger beroep is dus met ongeveer een half jaar overschreden. Deze overschrijding wordt verdisconteerd in de op te leggen straf, in zoverre dat, in plaats van de passend en geboden geachte taakstraf van 240 uur, een taakstraf voor de duur van 228 uren, subsidiair 114 dagen hechtenis, zal worden opgelegd.

Beslag

Het onder 2 tenlastegelegde en bewezenverklaarde is begaan met betrekking tot twee hierna te noemen in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen. Zij behoren de verdachte toe. Zij zullen daarom worden verbeurd verklaard. De politie dient er zorg voor te dragen dat de verbeurd verklaarde gegevensdragers bij een eventuele vervreemding vrij zijn van elke vorm van beeldmateriaal van kinderpornografische aard.
Van de overige onder de verdachte in beslag genomen voorwerpen zal teruggave aan de verdachte worden bevolen.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 2.382,28. De vordering is in eerste aanleg in zijn geheel toegewezen. De vordering bestaat uit de volgende schadeposten:
reiskosten naar het politiebureau 23 juni 2017 € 6,38;
gederfde inkomsten in verband met de afspraak op het politiebureau 23 juni 2017 € 32,80;
reiskosten naar de GGD op 26 juli 2017 € 6,98;
gederfde inkomsten in verband met de afspraak bij de GGD op 26 juli 2017 € 16,40;
reiskosten naar de advocaat op 2 oktober 2017 19,72;
immateriële schade € 2.300,00.
De raadsman heeft ter terechtzitting, met verwijzing naar zijn pleitnota in eerste aanleg, aangevoerd dat, nu de relatie tussen de verdachte en de benadeelde partij consensueel was, de benadeelde niet in zijn civielrechtelijke belangen is geschaad, althans niet in een mate die de hoogte van het gevorderde bedrag rechtvaardigt.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof overeenkomstig de rechtbank zal beslissen op de vordering van de benadeelde partij.
Materiële schade
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 1 bewezenverklaarde handelen van de verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. De vordering is door de raadsman in zoverre niet specifiek betwist. De reiskosten naar en de gederfde inkomsten als gevolg van het tijdverzuim bij de GGD en naar de politie beschouwt het hof als redelijke kosten ter beperking, respectievelijk ter vaststelling, van de schade en aansprakelijkheid (art. 6:96 lid 2 onder a en b BW), zodat deze als schadevergoeding toewijsbaar zijn. Naar het oordeel van het hof zijn dit voorts redelijke kosten die in redelijkheid zijn gemaakt, zodat de verdachte tot vergoeding van die schade is gehouden.
Dat ligt anders ten aanzien van de reiskosten naar de advocaat van de benadeelde partij van € 19,72. Deze kosten moeten worden aangemerkt als proceskosten, maar kunnen ook onder die noemer niet worden vergoed. De civiele proceskostenregeling, die in het kader van de vordering van de benadeelde partij volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad van overeenkomstige toepassing is in het strafgeding, bevat een (in beginsel) limitatieve regeling voor de proceskostenvergoeding. Deze regeling is vastgelegd in art. 237 tot en met art. 240 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Uit artikel 238 Rv volgt dat (alleen) een in persoon procederende partij reis- en aanverwante kosten, gemaakt voor het bijwonen van de zitting, als proceskosten vergoed kan krijgen. Deze regeling omvat geen vergoeding van kosten die zijn gemaakt om af te reizen naar de advocaat. Bijzondere omstandigheden op grond waarvan in dit geval een uitzondering zou moeten worden gemaakt, zijn gesteld noch gebleken. De opgevoerde reiskosten komen daarom niet voor vergoeding in aanmerking.
De vordering zal daarom, voor wat betreft de gevorderde vergoeding van materiële schade, worden toegewezen tot een bedrag van € 62,56. De vordering wordt in dit kader voor het overige afgewezen.
Immateriële schade
Met betrekking tot de geleden immateriële schade stelt het hof op grond van de ernst en de aard van de normschending, alsmede de gevolgen daarvan voor de benadeelde partij, vast dat sprake is van aantasting in de persoon op andere wijze, zoals bedoeld in art. 6:106, sub c, BW.
Het hof is voorts van oordeel dat dezelfde factoren met zich brengen dat de vordering voor wat betreft de geleden immateriële schade in zijn geheel moet worden toegewezen. Hierbij neemt het hof in aanmerking dat de lichamelijke integriteit van het jeugdige slachtoffer in ernstige mate is aangetast. Hij zal nog jaren moeten leven met de schokkende herinnering aan het handelen van de verdachte, waarbij geldt dat de gevolgen daarvan, voor zover dit het verlies van privacy betreft wegens de verspreiding van de beelden van het slachtoffer op internet, onomkeerbaar zijn. Het hof heeft acht geslagen op schadevergoedingen die in vergelijkbare gevallen worden opgelegd en acht het gevorderde bedrag billijk. Dat de relatie tussen de verdachte en het slachtoffer in zekere zin consensueel was, maakt dit, gelet op het voorgaande en op de strekking van art. 245 van het Wetboek van Strafrecht, niet anders. Met de strafbaarstelling van voornoemd wetsartikel is immers beoogd de seksuele integriteit te beschermen van personen die daar, gelet op hun jeugdige leeftijd, niet of minder toe in staat zijn.
Het hof zal de schadevergoedingsmaatregel opleggen op de hierna te noemen wijze om te bevorderen dat de schade door de verdachte wordt vergoed.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 14e, 22c, 22d, 33, 33a, 36f, 57, 240b en 245 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 en 2 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) jaren en twintig dagen.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
twee jarenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
5 (vijf) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 5 (vijf) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaardendat:
- de veroordeelde verplicht is zich gedurende de volledige proeftijd te melden bij Reclassering Nederland op het volgende adres: [adres 2], zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.
- de veroordeelde wordt verplicht om zich te laten behandelen voor zijn gedragsproblematiek bij de Forensische Psychiatrische Polikliniek de Waag of soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar worden gegeven.
-de veroordeelde zich onthoudt van het op digitale wijze, seksueel getint communiceren met minderjarigen. De veroordeelde dient tijdens de gesprekken met de reclassering open te zijn over hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen.
-de veroordeelde zich onthoudt van gedragingen die zijn gericht op een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen. De veroordeelde dient tijdens gesprekken met de reclassering open te zijn over hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen.
- de veroordeelde zich onthoudt van gedragingen die zijn gericht op een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd. De veroordeelde is tijdens gesprekken met de reclassering open over hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen.
- de veroordeelde ten behoeve van de controle op de naleving van deze verplichting zijn medewerking verleent aan het steekproefsgewijs laten controleren van zijn digitale gegevensdragers, zoals in de opdracht aan de reclassering nader omschreven. De medewerking van de verdachte daaraan dient uit het volgende te bestaan:
* de verdachte moet tijdens deze controle op verzoek van de toezichthouder van de reclassering en de eventueel door hen uitgenodigde functionaris ten behoeve van technische ondersteuning, al zijn digitale gegevensdragers ter beschikking stellen dan wel overhandigen;
* de verdachte moet daarbij de toezichthouder van de reclassering en de eventueel door hem/haar aangewezen functionaris ten behoeve van technische ondersteuning de toegang verschaffen tot alle aanwezige digitale gegevensdragers, bijvoorbeeld door het geven van de benodigde wachtwoorden.
Geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarde(n) en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Het toezicht op de bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich onthoudt van het seksueel getint communiceren met minderjarigen en van gedragingen die zijn gericht op een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen of op een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met kinderen wordt gecommuniceerd, kan slechts onder de volgende voorwaarden worden uitgevoerd:
*de toezichthouder van de reclassering, en de eventueel de door hem/haar uitgenodigde functionaris ten behoeve van technische ondersteuning, kan maximaal vier maal per jaar in het kader van die controle de toegang verkrijgen tot de woning van de verdachte;
* het onderzoek aan de gegevensdragers van de verdachte dient uitsluitend door de toezichthouder van de reclassering, dan wel door een door de toezichthouder aan te wijzen functionaris met technische kennis, te geschieden;
* het onderzoek aan de digitale gegevensdragers en het daartoe verlenen van toegang tot de woning en de gegevensdragers dient beperkt te blijven tot het toezicht op de naleving van de hiervoor genoemde bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich onthoudt van het seksueel getint communiceren met minderjarigen en van gedragingen die zijn gericht op een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen of op een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met kinderen wordt gecommuniceerd en mag er niet toe strekken of toe leiden een min of meer compleet beeld te krijgen van het persoonlijke leven van de verdachte;
* bij de uitvoering van het onderzoek kan gebruik worden gemaakt van een computerprogramma dan wel een ander technisch hulpmiddel dat is gericht op de onderkenning van seksueel getint of kinderpornografisch materiaal.
Beveelt dat voormelde voorwaarden en het uit te oefenen reclasseringstoezicht,
dadelijk uitvoerbaarzijn.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
228 (tweehonderdachtentwintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
114 (honderdveertien) dagen hechtenis.
Verklaart verbeurdde in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
1- 1.00 STK Telefoontoestel, Kl: grijs, IPHONE 6, 5404521; en
2- 1.00 STK Computer, Kl: zwart, LENOVO G50-80, 5404522.
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
3- 1.00 STK Computer, Kl: zwart, DELL INSPIRON 1545, 5404523;
4- 1.00 STK Harddisk, Kl: rood, LACIE Ms25us, 5404525;
5- 1.00 STK USB-stick (memorykaart), Kl: blauw, 5404527;
6- 1.00 STK USB-stick (memorykaart), Kl: rood, 5404528;
7- 1.00 STK USB-stick (memorykaart), Kl: grijs, 5404531;
8- 1.00 STK USB-stick (memorykaart), 5405690;
9- 1.00 STK Telefoontoestel, APPLE, 5405692 [nummer 1]; en
10- 1.00 STK Fototoestel, OLYMPUS X940, 5405694 [nummer 2].
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde] ter zake van het onder 1 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 2.362,56 (tweeduizend driehonderdtweeënzestig euro en zesenvijftig cent) bestaande uit € 62,56 (tweeënzestig euro en zesenvijftig cent) materiële schade en € 2.300,00 (tweeduizend driehonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Wijst de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding voor het overige af.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde], ter zake van het onder 1 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 2.362,56 (tweeduizend driehonderdtweeënzestig euro en zesenvijftig cent) bestaande uit € 62,56 (tweeënzestig euro en zesenvijftig cent) materiële schade en € 2.300,00 (tweeduizend driehonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 33 (drieëndertig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op
- 23 juni 2017 over een bedrag van € 39,18 ter zake van reiskosten naar het politiebureau en bijhorende gederfde inkomsten;
- 26 juli 2017 over een bedrag van € 23,38 ter zake van reiskosten naar de GGD en bijhorende gederfde inkomsten;
en voor de immateriële schade op 18 juli 2016.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. C.N. Dalebout, mr. F.M.D. Aardema en mr. N. van der Wijngaart, in tegenwoordigheid van mr. L. Muyselaar, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 14 september 2021.
mr. N. van der Wijngaart is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]