ECLI:NL:GHAMS:2021:2791

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
28 september 2021
Publicatiedatum
28 september 2021
Zaaknummer
20/00266
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake douanerechten en indeling van scootmobielen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 28 september 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep van [X] B.V. tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 5 maart 2020. De zaak betreft de indeling van scootmobielen voor douanedoeleinden en de vraag of de uitgereikte uitnodiging tot betaling (utb) van € 29.056,77 aan douanerechten terecht was. De inspecteur van de Belastingdienst/Douane had de scootmobielen ingedeeld onder GN-code 8703 1018, terwijl de belanghebbende, [X] B.V., betoogde dat deze onder GN-code 8713 9000 moesten worden ingedeeld. Het Hof heeft vastgesteld dat de rechtbank de feiten correct heeft vastgesteld en dat de scootmobielen niet specifiek zijn ontworpen voor gebruik door invaliden, maar ook door andere personen kunnen worden gebruikt. De rechtbank oordeelde dat de indeling onder GN-code 8713 niet van toepassing was, omdat de scootmobielen niet voldoen aan de vereisten voor indeling als invalidewagen. Het Hof heeft de overwegingen van de rechtbank overgenomen en bevestigd dat de scootmobielen terecht zijn ingedeeld onder GN-code 8703 1018. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en het hoger beroep is ongegrond verklaard.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

kenmerk 20/00266
28 september 2021
uitspraak van de meervoudige douanekamer
op het hoger beroep van
[X] B.V.gevestigd te [Z], belanghebbende,
gemachtigde: mr. R. Andringa
tegen de uitspraak van 5 maart 2020 in de zaak met kenmerk HAA 17/3058 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de inspecteur van de Belastingdienst/Douane, de inspecteur.

1.Ontstaan en loop van het geding

1.1.
De inspecteur heeft op 3 juni 2016 aan belanghebbende een uitnodiging tot
betaling (hierna: utb) van € 29.056,77 aan douanerechten uitgereikt.
1.2.
De inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 9 juni 2017 de utb gehandhaafd. Belanghebbende heeft beroep bij de rechtbank ingesteld.
1.3.
De rechtbank heeft bij de uitspraak van 5 maart 2020 het beroep ongegrond verklaard.
1.4.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank op 10 april 2020 hoger beroep bij het Hof ingesteld en dat bij brief van 12 mei 2020 aangevuld. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
1.5.
Belanghebbende heeft bij brief van 25 augustus 2021 een nader stuk ingediend.
Partijen hebben voor de zitting een pleitnota ingediend.
1.6.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 7 september 2021. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2.Feiten

2.1.
De rechtbank heeft in haar uitspraak de navolgende feiten vastgesteld (belanghebbende is aangeduid als “eiseres” en de inspecteur als “verweerder”):
“1. Eiseres is importeur van revalidatiehulpmiddelen en distributeur voor de Benelux en levert aan ongeveer 700 dealers. De eindgebruikers van de goederen zijn voornamelijk particulieren.
2. Douane-expediteurs [xxx] B.V., [xxx] B.V., [xxx] B.V en [xxx] B.V. hebben in de jaren 2013 en 2014 als direct vertegenwoordiger van eiseres in totaal 10 aangiften voor het brengen in het vrije verkeer gedaan.
3. De goederenomschrijvingen in de aangiften luiden afwisselend: “elektrische invalidewagens”, “rolstoelen, “rolstoelen en delen”, “delen invalidewagens”, “ [merknaam] ” en “invalidewagen(s)”. Hierbij zijn de volgende goederencodes van de Gecombineerde Nomenclatuur (hierna: GN) vermeld: 8713 9000, 8713 1000 of 8714 2000.
4. Verweerder heeft bij eiseres een controle na de invoer (hierna: cni) ingesteld naar de juistheid van de in de aangiften vermelde goederencodes en het toegepaste tarief. Hiervan is een rapport opgemaakt met datum 31 mei 2016. Bij de cni is geconstateerd dat scootmobielen en onderdelen daarvan zijn ingevoerd. Naar aanleiding van de cni heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat de scootmobielen moeten worden ingedeeld onder GN-code 8703 1018 en de onderdelen onder GN-code 8708 9910, belast met een tarief van douanerechten van 10% respectievelijk 3%. Verweerder heeft naar aanleiding van de cni de onderhavige utb uitgereikt.
5. De goederen waar de aangiften betrekking op hebben betreffen (onderdelen van) scootmobielen van het merk [merknaam] , meer specifiek de modellen [A1] [A2] , [B1], [B2] en [B3]. De letter [A] staat voor het grote model en de letter [B] voor het kleine model.
De modellen hebben onder meer de volgende eigenschappen:
- drie wielen die de grond raken (modellen [B1], [B3] en [A]) of vier wielen die de grond raken
(modellen [A2] en [B2] );
- aandrijving door een elektromotor werkend op twee oplaadbare batterijen van 12 V;
- het gewicht is 155 kg ([B] -modellen) dan wel 102/122 kg ([A]-modellen).
- het maximumlaadvermogen varieert van 150 kg tot en met 200 kg (afhankelijk van het model);
- afmetingen voor de [A]-modellen: breedte 66,5 cm, lengte 130/132 cm en hoogte 126 cm en voor de [B] -modellen: breedte 68 cm en lengte 155 cm;
- de maximumsnelheid is 15 kilometer per uur;
- de actieradius is 35 km ([A]-modellen) dan wel 45 km ([B]-modellen);
- de zitting kan 360° draaien om in en uit te kunnen stappen;
- de zitting is in hoogte verstelbaar. Aan de zitting zijn opklapbare armsteunen bevestigd;
- het bedieningspaneel bevindt zich in de stuurkolom aan de voorkant. De stuurkolom is verstelbaar en is niet geïntegreerd;
- de voor- en achterkant van de scootmobiel zijn met een horizontale treeplank met elkaar verbonden;
- aan de scootmobielen kunnen een hoofdsteun, een veiligheidsgordel, een zuurstoffleshouder en een stokhouder worden bevestigd.”
2.2.
Nu tegen deze feitenvaststelling geen bezwaren zijn ingebracht, zal ook het Hof van die feiten uitgaan.

3.Geschil in hoger beroep

In hoger beroep is in geschil - evenals bij de rechtbank - of de bestreden utb terecht aan belanghebbende is uitgereikt. Meer in het bijzonder houdt partijen verdeeld of de scootmobielen moeten worden ingedeeld onder GN-code 8703 10 18, zoals de inspecteur voorstaat, dan wel onder GN-code 8713 90 00, zoals belanghebbende bepleit.

4.Relevante wet- en regelgeving

4.1.
Post 8703 luidt als volgt:
4.2.
Post 8713 luidt als volgt.
4.3.
De toelichting van de IDR op post 8713 luidt als volgt:
“This heading covers carriages, wheelchairs, or similar vehicles, specially designed for the transport of disabled persons, whether or not fitted with means of mechanical propulsion.
Vehicles fitted with means of mechanical propulsion are usually driven by a light motor, or propelled by hand by means of a lever or handle-operated mechanism. The other carriages for disabled persons are pushed by hand or propelled by direct manual operation of the wheels.
The heading excludes :
( a) Normal vehicles simply adapted for use by disabled persons (for example, a motor car fitted with a hand‑operated clutch, accelerator, etc. (heading 87.03), or a bicycle fitted with a special attachment and pedalled with one foot (heading 87.12)).
( b) Trolley‑stretchers (heading 94.02).”
4.4.
IDR-tarifering 8703.10/1 luidt:
“Three- or four-wheeled vehicles, driven by battery-powered electric motors (150 W continuous and 1700 W maximum power), having a horizontal platform which joins their front and rear portions, small tyres (290 mm in diameter), a rotating adjustable seat with foldable armrests at the rear, and handgrips on a steering column. This steering column can be moved forward and is equipped with a small control panel with an ignition switch, four speed buttons and levers for accelerating, braking and reversing the vehicle. The motor is started with a key and, after selection of the desired speed, the vehicle is accelerated when the speed lever on handgrip is squeezed and automatically braked when the lever is released. The vehicle is operated in reverse by squeezing the opposite speed lever. It can be equipped with a range of hand controls for one-handed or arthritic users, or with right/left handed options or other custom options for a driver. The vehicles can be used on footpaths and in public places to go shopping, fishing, to golf courses, etc.
The three-wheeled model is 650 mm in width, 1170 mm in length, and weighs 44 kg total (without batteries); it has a 100 kg maximum payload capacity, and is equipped with one 150 W electric motor. Two four-wheeled models are 650 mm in width, 1260 and 1290 mm in length, and weigh 54 kg and 60 kg total (without batteries), respectively; they have a 127 kg maximum payload capacity, and two electric motors (150 W each).
Application of GIRs 1 and 6.
Adoption : 2001
4.5.
De GN-toelichting op post 8713 9000 luidt als volgt:
“Gemotoriseerde voertuigen, speciaal ontworpen voor invaliden, zijn van de voertuigen van post 87.03 hoofdzakelijk te onderscheiden doordat zij:
- een maximumsnelheid van 10 km/uur halen; d.w.z. een snelle wandelpas;
- maximaal 80 cm breed zijn;
- 2 paar wielen hebben die de grond raken;
- speciale kenmerken hebben om de handicaps te verlichten (bijvoorbeeld voetsteunen om de benen te stabiliseren).
Dergelijke voertuigen kunnen:
- een extra paar wielen hebben (kantelbeveiliging);
- zijn voorzien van besturings- en bedieningssystemen (een stuurknuppel bijvoorbeeld) die makkelijk te hanteren zijn. Dergelijke systemen worden gewoonlijk aan een van de armsteunen bevestigd. Het besturingssysteem is nooit in de vorm van een afzonderlijke, verstelbare stuurkolom.
Deze onderverdeling omvat elektrisch aangedreven voertuigen, gelijkend op rolstoelen die uitsluitend voor het vervoer van invaliden zijn. Zij kunnen er als volgt uitzien:
Van deze onderverdeling zijn evenwel uitgezonderd de door een motor aangedreven scooters (mobiliteitsscooters) die zijn uitgerust met een afzonderlijke, verstelbare stuurkolom. Deze kunnen er als volgt uitzien; zij worden ingedeeld bij post 87.03:
4.6.
In Verordening (EG) nr. 718/2009 van de Commissie van 4 augustus 2009 (Pb L 205/7) tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur is, voor zover hier van belang, het volgende vermeld:
“Artikel 1
De in kolom 1 van de tabel in de bijlage beschreven goederen worden in de gecombineerde nomenclatuur ingedeeld onder de in kolom 2 vermelde GN-codes.
(…)
(Kolom 1) Omschrijving
1. Vierwielig voertuig aangedreven door een op twee oplaadbare batterijen van 12 V werkende elektromotor. Het is ongeveer 48 cm breed, 99 cm lang en 58 cm hoog (met de rugleuning ingeklapt), met een totaalgewicht zonder batterijen van ongeveer 34,5 kg. Het maximale laadvermogen bedraagt ongeveer 115 kg. Het voertuig bezit de volgende kenmerken:
- een horizontaal platform dat de voor-en achtergedeelten verbindt,
- kleine wielen (ongeveer 2,5 × 19,0 cm) met lekvrije banden,
- een verstelbare zitting zonder armsteunen of grepen, die in twee hoogtestanden kan worden gezet, en
- een stuurkolom die kan worden ingeklapt.
De stuurkolom heeft een kleine bedieningseenheid met een contactschakelaar, een toeter, een aanduiding van het batterijvermogen en een knop om de maximumsnelheid in te stellen. Het voertuig heeft twee met de duimen te bedienen hefbomen voor optrekken, remmen en achteruitrijden. Er zijn steunwielen aan de achterzijde van het voertuig om te voorkomen dat het omvalt. Het heeft een elektronisch dubbel remsysteem. Wanneer de batterijen volledig zijn opgeladen, heeft het voertuig een maximumbereik van ongeveer 16 km en kan het een maximumsnelheid van ongeveer 6,5 km/h bereiken. Het voertuig kan in vier lichte componenten worden gedemonteerd. Het is ontworpen voor gebruik in huis, op voetpaden en in openbare ruimten, voor activiteiten zoals winkelen. (*) Zie foto 1.
(Kolom 2) Indeling (GN-code)8703 10 18
(Kolom 3) Motivering
De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur en de tekst van de GN-codes 8703, 8703 10 en 8703 10 18. Het voertuig is een speciaal type voertuig voor personenvervoer. Indeling onder post 8713 is uitgesloten aangezien het voertuig niet speciaal is ontworpen voor het vervoer van gehandicapten en geen speciale voorzieningen heeft om handicaps te verlichten. (Zie ook de GS-toelichtingen bij post 8713 en de GN-toelichting bij onderverdeling 8713 90 00 van de gecombineerde nomenclatuur). Het voertuig moet daarom worden ingedeeld onder GN-code 8703 10 18 als motorvoertuig dat hoofdzakelijk is ontworpen voor personenvervoer.
en
(Kolom 1) Omschrijving
2. Driewielig voertuig aangedreven door een op twee oplaadbare batterijen van 12 V werkende elektromotor. Het is ongeveer 61 cm breed, 120 cm lang en 76 cm hoog (met de rugleuning ingeklapt), met een totaalgewicht (zonder batterijen) van ongeveer 46 kg. Het maximale laadvermogen bedraagt ongeveer 160 kg. Het voertuig bezit de volgende kenmerken:
- een horizontaal platform dat de voor- en achtergedeelten verbindt,
- kleine wielen (ongeveer 8,9 × 25,4 cm) met lekvrije banden,
- een verstelbare zitting met armsteunen of grepen, die in drie hoogtestanden kan worden gezet, en een stuurkolom die kan worden ingeklapt.
De stuurkolom heeft een kleine bedieningseenheid met een batterijmeter, een contactschakelaar, knoppen om de lichten te bedienen, een toeter en een knop om de maximumsnelheid in te stellen. Het voertuig heeft twee met de duimen te bedienen hefbomen voor optrekken, remmen en achteruitrijden. Er zijn steunwielen aan de achterzijde van het voertuig om te voorkomen dat het omvalt. Het heeft een elektronisch dubbel remsysteem. Wanneer de batterijen volledig zijn opgeladen, heeft het voertuig een maximumbereik van ongeveer 40 km en kan het een maximumsnelheid van ongeveer 8 km/h bereiken. Het voertuig kan in zeven lichte componenten worden gedemonteerd. Het is ontworpen voor gebruik in huis, op voetpaden en in openbare ruimten, voor activiteiten zoals winkelen. (*) Zie foto
(Kolom 2) Indeling (GN-code)8703 10 18
(Kolom 3) Motivering
De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur en de tekst van de GN-codes 8703, 8703 10 en 8703 10 18. Het voertuig is een speciaal type voertuig voor personenvervoer. Indeling onder post 8713 is uitgesloten aangezien het voertuig niet speciaal is ontworpen voor het vervoer van gehandicapten en geen speciale voorzieningen heeft om handicaps te verlichten. (Zie ook de GS-toelichtingen bij post 8713 en de GN-toelichting bij onderverdeling 8713 90 00 van de gecombineerde nomenclatuur). Het voertuig moet daarom worden ingedeeld onder GN-code 8703 10 18 als motorvoertuig dat hoofdzakelijk is ontworpen voor personenvervoer.
(*) De foto’s zijn louter ter informatie.
4.7.
In Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1367 van de Commissie van 6 augustus 2021 (Pb L 294/1) tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur is, voor zover hier van belang, het volgende vermeld:
“Artikel 1
De in kolom 1 van de tabel in de bijlage omschreven goederen worden in de gecombineerde nomenclatuur ingedeeld onder de in kolom 2 van die tabel vermelde GN-code.
(…)
(Kolom 1) Omschrijving
Vierwielig voertuig aangedreven door een op twee oplaadbare accu’s van 12 V en 45 Ah werkende gelijkstroommotor van 24 V en 800 W. Het is ongeveer 65 cm breed, 125 cm lang en 129 cm hoog (gemeten aan de rugleuning van de stoel, 85 cm met de rugleuning ingeklapt). Het totaalgewicht bedraagt ongeveer 107 kg (108 kg inclusief accu’s). Het maximale laadvermogen bedraagt ongeveer 130 kg. Het voertuig bezit de volgende kenmerken:
- een horizontaal platform dat de voor- en achtergedeelten verbindt; het platform kan op geen enkele wijze worden versteld (bijv. ingeklapt of gekanteld) om te voldoen aan de behoeften van de gebruiker;
- twee geveerde assen, achterasaandrijving en een wielbasis van 820 mm;
- maximale klimhoek 130 ;
- draaicirkel 210 cm;
- twee sets luchtbanden (de achterbanden zijn groter dan de voorbanden);
- een configureerbare, in hoogte verstelbare en draaibare stoel met steunen en armleuningen en een antislipoppervlak voor de voeten;
- een verstelbare en inklapbare stuurkolom met een ovaal stuur;
- voor- en achterlichten, richtingaanwijzers en achteruitkijkspiegels.
De stuurkolom is ook voorzien van een dashboard met een schakelkast, snelheidsregeling, een knop voor de claxon, een schakelaar voor onbelast draaien van de motor, een schakelaar voor de richtingaanwijzers, een schakelaar voor de verlichting, een controlelampje voor de accustatus en een snelheidsregelaar. Het voertuig heeft twee handmatig te bedienen hendels voor optrekken, remmen en achteruitrijden. De besturing kan worden aangepast om bediening met één hand mogelijk te maken. Het voertuig heeft een “slim” elektromagnetisch regeneratief remsysteem. Met volledig opgeladen accu’s heeft het voertuig een maximumbereik van 45 kilometer en een maximumsnelheid van ongeveer 15-16 km/h. Het kan worden voorzien van kantelbeveiligingswieltjes aan de achterkant, een boodschappenmandje, een houder voor een wandelstok enz.
(Kolom 2) Indeling (GN-code)8703 10 18
(Kolom 3) Motivering
De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur en de tekst van de GN-codes 8703, 8703 10 en 8703 10 18. Indeling onder post 8713 als invalidewagen is uitgesloten, aangezien het voertuig niet speciaal is ontworpen voor het vervoer van gehandicapten: het heeft geen speciale kenmerken die een handicap verlichten. Hoewel het voertuig zodanig is ontworpen dat het met één hand kan worden gestuurd en het is voorzien van een comfortabele draaibare stoel met steunen en een antislipoppervlak voor de voeten (en het als optie kan worden voorzien van kantelbeveiligingswieltjes), zijn die kenmerken objectief gezien geen speciale kenmerken die zijn ontworpen om een handicap te verlichten (zie ook de GN-toelichtingen op onderverdeling 8713 90 00, de GS-toelichting op post 8713 en het GS-indelingsadvies 8703.10/1). Bovendien zijn voertuigen die zijn uitgerust met een afzonderlijke, verstelbare stuurkolom en voertuigen met een maximumsnelheid van meer dan 10 km/uur uitgesloten van post 8713 (zie ook de GN-toelichtingen op onderverdeling 8713 90 00). Het voertuig wordt gebruikt voor personenvervoer en is bij aanbieding bij de douane niet herkenbaar als voertuig dat uitsluitend bestemd is voor invaliden (zie zaak C-198/15 (1)), gebaseerd op de objectieve kenmerken en eigenschappen ervan die moeten worden vastgesteld op het ogenblik van de inklaring (zie zaak C-286/15 (2)). Daaropvolgende wijzigingen van het voertuig worden niet in aanmerking genomen, evenmin als beoordelingen die nationale autoriteiten uitvoeren voor andere doeleinden dan die welke zijn vastgesteld in de douanewetgeving. Het voertuig is een speciaal type voertuig voor personenvervoer. Het moet daarom worden ingedeeld onder GN-code 8703 10 18 als motorvoertuigen hoofdzakelijk ontworpen voor personenvervoer, soortgelijk aan speciale voertuigen voor het vervoer van personen op golfvelden.
Het voertuig kan voor transportdoeleinden worden opgeborgen. Het kan worden gebruikt op straten, trottoirs, voetpaden, paden in parken, fietspaden en bepaalde wandelpaden, of in voetgangerszones (bijv. winkelgebieden).
Zie afbeelding (*)
(*) De foto is louter ter informatie.
(1) Arrest van het Hof van 26 mei 2016, Invamed Group Ltd en anderen tegen Commissioners for Her Majesty’s Revenue & Customs, C-198/15, ECLI:EU:C:2016:362.
(2) Arrest van het Hof van 26 mei 2016, Latvijas propāna gaze, C-286/15, ECLI:EU:C:2016:363, punt 33

5.Beoordeling van het geschil

5.1.
De rechtbank heeft omtrent het geschil onder meer als volgt overwogen en beslist, waarbij de belanghebbende is aangeduid als ‘eiseres’ en de inspecteur als ‘verweerder’.
“17. Voor de indeling zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de postonderverdelingen, de aantekeningen op de afdelingen en op de hoofdstukken en de algemene indelingsregels. Het is vaste jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJ), dat in het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle, het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen in het algemeen moet worden gezocht in hun objectieve kenmerken en eigenschappen, zoals deze in de tekst van de GN-posten en in de aantekeningen op de afdelingen en de hoofdstukken zijn omschreven. Hierbij vormen de GS- en de GN-toelichtingen nuttige aanwijzingen voor de tariefindeling, ook al zijn deze toelichtingen slechts uitleggingen en rechtens niet bindend (zie recent HvJ 26 april 2017, C-51/16 (Stryker EMEA Supply Chain Services BV), r.o. 39 en 45).
18. Voorts kan, volgens de rechtspraak van het HvJ, de bestemming van het product een objectief indelingscriterium zijn wanneer die bestemming inherent is aan het product. Die inherentie moet worden beoordeeld aan de hand van de objectieve kenmerken en eigenschappen van het product (zie r.o. 40 van voornoemd arrest).
19. Zoals het HvJ in het arrest van 27 december 2010, C-12/10, in de zaak Lecson Elektromobile GmbH (hierna: het Lecson-arrest) heeft overwogen, volgt uit de opschriften van de GN-posten 8703 en 8713 zelf dat het verschil daartussen is dat de eerste de vervoermiddelen voor personen in het algemeen omvat, terwijl de tweede specifiek van toepassing is op vervoermiddelen voor invaliden.
(…)
21. In het arrest van het HvJ van 26 mei 2016 in de zaak Invamed Group Ltd. e.a., C-198/15 (hierna: het Invamed-arrest) heeft het HvJ overwogen dat post GS-post 8713 aldus moet worden uitgelegd dat:
- het begrip invalidewagen impliceert dat deze uitsluitend bestemd is voor invaliden;
- het feit dat ook personen zonder handicap een voertuig kunnen gebruiken, geen invloed heeft op de indeling van dit voertuig onder GS-post 8713;
- de GN-toelichtingen de inhoud van de tariefposten niet kunnen wijzigen.
Voorts heeft het HvJ overwogen dat het begrip “invaliden” in GS-post 8713 aldus moet worden uitgelegd dat het betrekking heeft op personen die zijn getroffen door een meer dan marginale beperking van hun loopvermogen, waarbij de duur van deze beperking en de vraag of ook sprake is van eventuele andere beperkingen irrelevant zijn.
22. In zowel het Lecson-arrest (r.o. 25) als in het Invamed-arrest (r.o. 25) heeft het HvJ, in het kader van de uitlegging van GS-post 8703, geoordeeld dat de enkele omstandigheid dat elektromobielen in voorkomend geval door invaliden kunnen worden gebruikt of zelfs voor gebruik door hen kunnen worden aangepast, niet van invloed is op de tariefindeling van dergelijke voertuigen onder GS-post 8703, aangezien zij ook voor de uitoefening van andere activiteiten kunnen worden gebruikt door personen zonder handicap, die zich om de een of andere reden anders dan te voet willen verplaatsen over kleine afstanden, bijvoorbeeld golfspelers of het winkelend publiek.
23. De rechtbank leidt uit het Lecson-arrest en het Invamed-arrest af dat voor de indeling van scootmobielen onder GS-post 8713 is vereist dat deze, gelet op de objectieve kenmerken en eigenschappen ervan, specifiek en uitsluitend zijn bestemd voor personen met een meer dan marginale beperking van het loopvermogen. De rechtbank is van oordeel dat de onderhavige scootmobielen niet aan dit vereiste voldoen. Uit de onder 5 weergegeven objectieve eigenschappen blijkt immers niet dat de onderhavige scootmobielen speciale voorzieningen hebben om de meer dan marginale beperking van het loopvermogen te verlichten, bijvoorbeeld voet- of beensteunen om de voeten of benen te stabiliseren. Het voorziene gebruik van de scootmobielen is, gelet daarop, niet het gebruik door personen met een meer dan marginale beperking van hun loopvermogen, maar door alle personen die zich om welke reden dan ook anders dan te voet willen verplaatsen over kleine of grote afstanden. De stelling van eiseres dat scootmobielen zijn bestemd om te worden gebruikt door mensen met een meer dan marginale beperking van het loopvermogen, omdat het een feit van algemene bekendheid is dat scootmobielen voornamelijk worden gebruikt door oudere personen die vanwege hun leeftijd minder goed ter been zijn, volgt de rechtbank niet. Immers, van belang is of het voertuig uitsluitend bestemd is voor invaliden, hetgeen in deze zaak niet het geval is. Zoals het HvJ heeft overwogen in voornoemde arresten, is de enkele omstandigheid dat elektromobielen in voorkomend geval door invaliden kunnen worden gebruikt of zelfs voor gebruik door hen kunnen worden aangepast, niet van invloed op de tariefindeling van dergelijke voertuigen onder GS-post 8703.
24. Gelet op het voorgaande kwalificeren de onderhavige scootmobielen niet als invalidewagens als genoemd in GS-post 8713, maar als andere voertuigen, hoofdzakelijk ontworpen voor personenvervoer van GS-post 8703. De rechtbank vindt daarvoor tevens steun in Verordening 718/2009. De onderhavige scootmobielen vertonen immers gelijkenis met de voertuigen die in Verordening 718/2009 worden beschreven (zie punt 16). Volgens de motivering van deze Verordening is dit voertuig een speciaal type voertuig voor personenvervoer en dient het voertuig te worden ingedeeld onder GN-code 8703 1018 als motorvoertuig dat hoofdzakelijk is ontworpen voor personenvervoer. (…)”
5.2.
Naar ’s Hofs oordeel heeft de rechtbank met de onder 5.1 aangehaalde overwegingen op goede gronden een juiste beslissing genomen over de indeling van de scootmobielen. Het Hof maakt deze overwegingen tot de zijne en voegt hier nog het volgende aan toe.
5.3.
Uit rechtsoverweging 25 van het Invamed-arrest volgt dat in elk geval niet alle scootmobielen zonder meer kunnen worden ingedeeld onder GN-post 8713:
“25. Bovendien moet in herinnering worden gebracht dat het Hof in het kader van de uitlegging van post 8703 van de GN reeds heeft geoordeeld dat de enkele omstandigheid dat elektromobielen in voorkomend geval door invaliden kunnen worden gebruikt of zelfs voor gebruik door hen kunnen worden aangepast, niet van invloed is op de tariefindeling van dergelijke voertuigen onder post 8703 van de GN, aangezien zij ook voor de uitoefening van andere activiteiten kunnen worden gebruikt door personen zonder handicap, die zich om de een of andere reden anders dan te voet willen verplaatsen over kleine afstanden, bijvoorbeeld golfspelers of het winkelend publiek (arrest van 22 december 2010, Lecson Elektromobile, C‑12/10, EU:C:2010:823, punt 25).”
5.4.
De overwegingen 22 en 23 van het Invamed-arrest luiden:
“22. De bestemming van het product kan een objectief indelingscriterium zijn, wanneer die bestemming inherent is aan het product en de inherentie kan worden beoordeeld aan de hand van de objectieve kenmerken en eigenschappen ervan (zie in die zin arresten van 1 juni 1995, Thyssen Haniel Logistic, C‑459/93, EU:C:1995:160, punt 13; 5 april 2001, Deutsche Nichimen, C‑201/99, EU:C:2001:199, punt 20, en 18 juli 2007, Olicom, C‑142/06, EU:C:2007:449, punt 18).
23. Tegen de achtergrond van deze rechtspraak staat het aan de verwijzende rechter om in het hoofdgeding te beoordelen of het litigieuze voertuig ertoe dient, gelet op de objectieve kenmerken en eigenschappen ervan, specifiek door invalide personen te worden gebruikt, aangezien dit gebruik als het „wezenlijke of logische gebruik” van dit type voertuigen moet worden aangemerkt.”
Belanghebbende heeft in de aanvulling op haar hogerberoepschrift van 12 mei 2020 (p. 8) betoogd dat de onderwerpelijke scootmobielen beschikken over objectieve kenmerken en eigenschappen als bedoeld in voormelde overweging 23, dus kenmerken en eigenschappen waaruit blijkt dat de scootmobielen zijn bestemd om specifiek door invalide personen te worden gebruikt. Zij heeft in dit verband de volgende kenmerken en eigenschappen benoemd:
  • geschikt voor slechts één persoon;
  • ontworpen om stoepen op- en af te kunnen rijden;
  • korte draaicirkel, zodat zij in supermarkten en winkels kunnen worden gebruikt;
  • voldoen aan dezelfde NEN-norm (EN-12184:2014) als elektrisch aangedreven rolstoelen;
  • ruime instap en omhoog te klappen armsteunen om op- en afstappen te vergemakkelijken;
  • beperkte snelheid;
  • voorbereid voor montage van een zuurstoffleshouder of een stokhouder;
  • voorbereid voor montage van een rollatorhouder.
5.5.
Naar ’s Hofs oordeel volgt uit voornoemde kenmerken en eigenschappen niet dat de scootmobielen zijn bestemd (of ontworpen) om specifiek door invalide personen te worden gebruikt. Alle genoemde kenmerken en eigenschappen zijn immers evenzeer van belang bij gebruik van de scootmobielen door andere personen dan invalide personen, zoals personen met een marginale beperking van hun loopvermogen of personen zonder handicap, die zich om de een of andere reden anders dan te voet willen verplaatsen over kleine afstanden: het betreft algemene kenmerken en eigenschappen, waaraan vrijwel elke scootmobiel voldoet. De omstandigheid dat de scootmobielen voor gebruik door een invalide kunnen worden aangepast is niet van invloed op de tariefindeling (vgl. rechtsoverweging 25 van het Invamed-arrest, zoals aangehaald onder 5.3). Indeling dient daarom plaats te vinden onder GN-code 8703 1018. Bij deze stand van het geding is tussen partijen niet in geschil dat de ingevoerde onderdelen door de inspecteur terecht zijn ingedeeld in post 8708.
5.6.
Steun voor de voormelde indeling onder GN-code 8703 1018 vindt het Hof in Verordening (EG) nr. 718/2009 van de Commissie van 4 augustus 2009 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur (zie 4.6), aan de geldigheid waarvan het Hof, gelet op het vorenoverwogene, niet twijfelt. Ook vindt de indeling onder GN-code 8703 1018 steun in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1367 van de Commissie van 6 augustus 2021 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur (zie 4.7), waarbij zij opgemerkt dat laatstgenoemde verordening, gelet op het constitutieve karakter ervan, geen toepassing vindt – ook niet naar analogie – op de onderwerpelijke invoeren, welke immers reeds in 2013 en 2014 hebben plaatsgevonden (vgl. HvJ 18 juni 2009, C-173/08, ECLI:EU:C:2009:382, Kloosterboer Services B.V., punt 20 en 21).
5.7.
Aan de door belanghebbende aangevoerde omstandigheid dat de scootmobielen worden vergoed vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, komt voor de tariefindeling geen betekenis toe.
5.8.
Gelet op het vorenoverwogene is de bestreden utb terecht aan belanghebbende uitgereikt.
Slotsom
5.9.
De slotsom is dat het hoger beroep ongegrond is en dat de uitspraak van de rechtbank dient te worden bevestigd.

6.Proceskosten en griffierecht

Het Hof acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de kosten op de voet van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.

7.Beslissing

Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
De uitspraak is gedaan door mrs. B.A. van Brummelen, voorzitter, C.J. Hummel en W.J. Blokland, leden van de douanekamer, in tegenwoordigheid van mr. C. Lambeck als griffier. De beslissing is op 28 september 2021 in het openbaar uitgesproken.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
Bepaalde personen die niet worden vertegenwoordigd door een gemachtigde die beroepsmatig rechtsbijstand verleent, mogen per post beroep in cassatie instellen. Dit zijn natuurlijke personen en verenigingen waarvan de statuten niet zijn opgenomen in een notariële akte. Als zij geen gebruik willen maken van digitaal procederen kunnen deze personen het beroepschrift in cassatie sturen aan
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).
Bij het instellen van beroep in cassatie moet het volgende in acht worden genomen:
1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak gevoegd;
2 - ( alleen bij procederen op papier) het beroepschrift moet ondertekend zijn;
3 - het beroepschrift moet ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. de dagtekening;
[A]. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;
d. de gronden van het beroep in cassatie.
Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad. In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.
Toelichting rechtsmiddelverwijzing
Per 15 april 2020 is digitaal procederen bij de Hoge Raad opengesteld. Niet-natuurlijke personen (daaronder begrepen publiekrechtelijke lichamen) en professionele gemachtigden zijn verplicht digitaal te procederen.
Wie niet verplicht is om digitaal te procederen, kan op vrijwillige basis digitaal procederen. Hieronder leest u hoe een cassatieberoepschrift wordt ingediend.
Digitaal procederen
Het webportaal van de Hoge Raad is toegankelijk via “Login Mijn Zaak Hoge Raad” op
www.hogeraad.nl. Informatie over de inlogmiddelen vindt u op
www.hogeraad.nl.
Niet in Nederland wonende of gevestigde partijen of professionele gemachtigden hebben in beginsel geen geschikt inlogmiddel en kunnen daarom niet inloggen in het webportaal. Zij kunnen zo lang zij niet over een geschikt inlogmiddel kunnen beschikken, per post procederen.
Per post procederen
Alleen bepaalde personen mogen beroep in cassatie instellen per post in plaats van via het webportaal. Zij mogen dit bovendien alleen als zij zonder een professionele gemachtigde procederen. Het gaat om natuurlijke personen die geen ondernemer zijn en verenigingen waarvan de statuten niet zijn opgenomen in een notariële akte.
Een professionele gemachtigde moet altijd digitaal procederen, ongeacht voor wie de gemachtigde optreedt. Degene die op papier mag procederen en dat ook wil, kan het beroepschrift in cassatie sturen aan
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.