5.1.De rechtbank heeft omtrent het geschil onder meer als volgt overwogen en beslist, waarbij de belanghebbende is aangeduid als ‘eiseres’ en de inspecteur als ‘verweerder’.
“17. Voor de indeling zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de postonderverdelingen, de aantekeningen op de afdelingen en op de hoofdstukken en de algemene indelingsregels. Het is vaste jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJ), dat in het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle, het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen in het algemeen moet worden gezocht in hun objectieve kenmerken en eigenschappen, zoals deze in de tekst van de GN-posten en in de aantekeningen op de afdelingen en de hoofdstukken zijn omschreven. Hierbij vormen de GS- en de GN-toelichtingen nuttige aanwijzingen voor de tariefindeling, ook al zijn deze toelichtingen slechts uitleggingen en rechtens niet bindend (zie recent HvJ 26 april 2017, C-51/16 (Stryker EMEA Supply Chain Services BV), r.o. 39 en 45).
18. Voorts kan, volgens de rechtspraak van het HvJ, de bestemming van het product een objectief indelingscriterium zijn wanneer die bestemming inherent is aan het product. Die inherentie moet worden beoordeeld aan de hand van de objectieve kenmerken en eigenschappen van het product (zie r.o. 40 van voornoemd arrest).
19. Zoals het HvJ in het arrest van 27 december 2010, C-12/10, in de zaak Lecson Elektromobile GmbH (hierna: het Lecson-arrest) heeft overwogen, volgt uit de opschriften van de GN-posten 8703 en 8713 zelf dat het verschil daartussen is dat de eerste de vervoermiddelen voor personen in het algemeen omvat, terwijl de tweede specifiek van toepassing is op vervoermiddelen voor invaliden.
21. In het arrest van het HvJ van 26 mei 2016 in de zaak Invamed Group Ltd. e.a., C-198/15 (hierna: het Invamed-arrest) heeft het HvJ overwogen dat post GS-post 8713 aldus moet worden uitgelegd dat:
- het begrip invalidewagen impliceert dat deze uitsluitend bestemd is voor invaliden;
- het feit dat ook personen zonder handicap een voertuig kunnen gebruiken, geen invloed heeft op de indeling van dit voertuig onder GS-post 8713;
- de GN-toelichtingen de inhoud van de tariefposten niet kunnen wijzigen.
Voorts heeft het HvJ overwogen dat het begrip “invaliden” in GS-post 8713 aldus moet worden uitgelegd dat het betrekking heeft op personen die zijn getroffen door een meer dan marginale beperking van hun loopvermogen, waarbij de duur van deze beperking en de vraag of ook sprake is van eventuele andere beperkingen irrelevant zijn.
22. In zowel het Lecson-arrest (r.o. 25) als in het Invamed-arrest (r.o. 25) heeft het HvJ, in het kader van de uitlegging van GS-post 8703, geoordeeld dat de enkele omstandigheid dat elektromobielen in voorkomend geval door invaliden kunnen worden gebruikt of zelfs voor gebruik door hen kunnen worden aangepast, niet van invloed is op de tariefindeling van dergelijke voertuigen onder GS-post 8703, aangezien zij ook voor de uitoefening van andere activiteiten kunnen worden gebruikt door personen zonder handicap, die zich om de een of andere reden anders dan te voet willen verplaatsen over kleine afstanden, bijvoorbeeld golfspelers of het winkelend publiek.
23. De rechtbank leidt uit het Lecson-arrest en het Invamed-arrest af dat voor de indeling van scootmobielen onder GS-post 8713 is vereist dat deze, gelet op de objectieve kenmerken en eigenschappen ervan, specifiek en uitsluitend zijn bestemd voor personen met een meer dan marginale beperking van het loopvermogen. De rechtbank is van oordeel dat de onderhavige scootmobielen niet aan dit vereiste voldoen. Uit de onder 5 weergegeven objectieve eigenschappen blijkt immers niet dat de onderhavige scootmobielen speciale voorzieningen hebben om de meer dan marginale beperking van het loopvermogen te verlichten, bijvoorbeeld voet- of beensteunen om de voeten of benen te stabiliseren. Het voorziene gebruik van de scootmobielen is, gelet daarop, niet het gebruik door personen met een meer dan marginale beperking van hun loopvermogen, maar door alle personen die zich om welke reden dan ook anders dan te voet willen verplaatsen over kleine of grote afstanden. De stelling van eiseres dat scootmobielen zijn bestemd om te worden gebruikt door mensen met een meer dan marginale beperking van het loopvermogen, omdat het een feit van algemene bekendheid is dat scootmobielen voornamelijk worden gebruikt door oudere personen die vanwege hun leeftijd minder goed ter been zijn, volgt de rechtbank niet. Immers, van belang is of het voertuig uitsluitend bestemd is voor invaliden, hetgeen in deze zaak niet het geval is. Zoals het HvJ heeft overwogen in voornoemde arresten, is de enkele omstandigheid dat elektromobielen in voorkomend geval door invaliden kunnen worden gebruikt of zelfs voor gebruik door hen kunnen worden aangepast, niet van invloed op de tariefindeling van dergelijke voertuigen onder GS-post 8703.
24. Gelet op het voorgaande kwalificeren de onderhavige scootmobielen niet als invalidewagens als genoemd in GS-post 8713, maar als andere voertuigen, hoofdzakelijk ontworpen voor personenvervoer van GS-post 8703. De rechtbank vindt daarvoor tevens steun in Verordening 718/2009. De onderhavige scootmobielen vertonen immers gelijkenis met de voertuigen die in Verordening 718/2009 worden beschreven (zie punt 16). Volgens de motivering van deze Verordening is dit voertuig een speciaal type voertuig voor personenvervoer en dient het voertuig te worden ingedeeld onder GN-code 8703 1018 als motorvoertuig dat hoofdzakelijk is ontworpen voor personenvervoer. (…)”