ECLI:NL:GHAMS:2021:2184
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte voor het besturen van een voertuig onder invloed van cannabis met betrekking tot het recht op tegenonderzoek
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 27 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van het besturen van een personenauto onder invloed van cannabis op 8 maart 2019. Tijdens een verkeerscontrole werd de verdachte gevraagd mee te werken aan een speekselonderzoek, wat een indicatie voor cannabis opleverde. Na aanhouding werd bloed afgenomen, waaruit bleek dat de verdachte een THC-gehalte van 4,1 microgram per liter bloed had, wat boven de wettelijke grenswaarde ligt. De verdachte voerde echter een tegenonderzoek uit bij een geaccrediteerd laboratorium, waaruit een hoger THC-gehalte van 10 microgram per liter bloed bleek. Dit resultaat werd later ingetrokken door het laboratorium, wat leidde tot discussie over de betrouwbaarheid van de resultaten en het recht op tegenonderzoek. Het hof oordeelde dat de verdachte zijn recht op tegenonderzoek niet effectief heeft kunnen uitoefenen, waardoor de tenlastelegging niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en sprak de verdachte vrij van alle beschuldigingen.