ECLI:NL:GHAMS:2021:1848
Gerechtshof Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek in belastingzaak met betrekking tot rechterlijke onpartijdigheid
In deze zaak heeft verzoeker op 11 januari 2021 een wrakingsverzoek ingediend tegen de raadsheren B.A. van Brummelen, H.E. Kostense en M.J. Leijdekker in een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. Verzoeker stelt dat de raadsheren in eerdere procedures steeds in zijn nadeel hebben geoordeeld, wat volgens hem hun onpartijdigheid in gevaar brengt. De raadsheren hebben op 22 januari 2021 schriftelijk gereageerd op het wrakingsverzoek en hebben aangegeven niet te berusten in de beschuldigingen van verzoeker. De mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek vond plaats op 9 februari 2021, waarbij verzoeker via een beeldverbinding aanwezig was, terwijl de inspecteur van de Belastingdienst en de raadsheren niet verschenen.
De wrakingskamer heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de Algemene wet bestuursrecht, die stelt dat een rechter vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De wrakingskamer oordeelt dat de enkele omstandigheid dat de raadsheren eerder in andere zaken ten nadele van verzoeker hebben geoordeeld, niet voldoende is om te concluderen dat er sprake is van vooringenomenheid. Het verzoek tot wraking wordt afgewezen, en verzoeker wordt niet-ontvankelijk verklaard voor zover het verzoek betrekking heeft op de rechterlijke macht of de rechtsstaat in het algemeen, aangezien de wrakingsprocedure hier niet in voorziet. De beslissing is op 17 februari 2021 uitgesproken en openbaar gemaakt.