2.1.De rechtbank heeft de volgende feiten vastgesteld (in deze uitspraak is belanghebbende aangeduid als ‘eiser’ en de inspecteur als ‘verweerder’):
“1. Volgens het uittreksel van de Kamer van Koophandel (hierna: KvK) is eiser vanaf maart 1997 tot 4 april 2016 ingeschreven als bestuurder (tevens gevolmachtigd directeur) van [X BV] (hierna: [BV] ) gevestigd in [plaats] en sinds augustus 1997 daar eveneens in dienstbetrekking bij werkzaam als “Senior Partner”. Enig aandeelhouder van [BV] was [Y BV ] gevestigd in Curaçao.
2. Op 26 april 2013 verkoopt [Y BV ] zijn aandelen in [BV] .aan de [naam stichting] (hierna: de [Stichting] ) , waarvan eiser zelfstandig bevoegd bestuurder is. De certificaten van de aandelen van de [Stichting] worden gehouden door [A] , [B] en eiser. In de periode vanaf 25 april 2013 tot 4 april 2016 worden alle aandelen van [BV] door de [Stichting] gehouden.
3. In 2014 bestaat er een voornemen om [BV] te verkopen aan [Z BV] . Eiser was het met zijn medeaandeelhouders niet eens om deze verkoop door te zetten. Dit heeft geleid tot een arbeidsconflict en een verstoorde werkverhouding.
4. Tussen [BV] , de [Stichting] , [A BV] . en eiser is op 27 november 2014 een vaststellingsovereenkomst gesloten. Aldaar wordt [Stichting] rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar bestuurders [B] , [A] en [X] . In de vaststellingsovereenkomst is – voor zover van belang – onder andere het volgende opgenomen:
"( ...) [X] legt zijn functie neer op het moment van verkoop en levering van de aandelen [BV] aan [Z BV] Daarna zal [X] advies werkzaamheden verrichten ten behoeve van [BV] tot uiterlijk 31 december 2015.
(...)
[X] in 2014 vanuit [BV] zijn reguliere salaris zal behouden en in het kader van zijn advies werkzaamheden over 2015 gespreid in gelijke maandelijkse termijnen een totale vergoeding van € 200.000,- bruto zal ontvangen in 2015; [BV] zal hierbij de gebruikelijke Loonheffing en Premies inhouden alsmede ten behoeve van [X] Pensioenpremie afdragen."
(…)
Deze overeenkomst wordt gesloten onder de opschortende voorwaarde dat 1) [BV] daadwerkelijk per ultimo 2014 economisch overgedragen wordt aan [Z BV] of een door [Z] aan te wijzen vervangende rechtspersoon en 2) deze overdracht van [BV] heeft plaatsgevonden conform de bijgevoegde conceptversie van de LOI met [Z BV] , welke LOI conveniërend is voor alle in de aanhef van deze overeenkomst genoemde partijen.”
In samenhang daarmee is in een ongedateerde brief van [BV] , gericht aan eiser, het volgende meegedeeld:
“Gedateerd vlak voor closing
Onder verwijzing naar de met U op 27 november overeengekomen vaststellingsovereenkomst, waarin onder meer is opgenomen dat U tot uiterlijk 31 december 2015 ten behoeve van onze vennootschap advies werkzaamheden zult verrichten kunnen wij u mededelen dat wij daar geen gebruik van zullen maken.
5. De verkoop aan [Z BV] heeft uiteindelijk niet plaats gevonden.
6. Op 15 maart 2015 heeft eiser Nederland metterwoon verlaten en sindsdien is hij woonachtig in Costa Rica.
7. Volgens de verzamelloonstaat heeft eiser in het jaar 2015 een loon ontvangen van € 90.408, welke ziet op de periode van 1 januari 2015 tot 31 december 2015. In de jaaropgaaf van eiser is onder meer vermeld “datum van in dienst 01-01-1998” en “datum uit dienst 31-12-2015”.
8. In de aangifte IB/PVV 2015 heeft eiser inkomen uit tegenwoordige arbeid over de periode 1 januari tot 15 maart 2015 verwerkt. Het loon over de periode vanaf 1 januari tot en met 31 december 2015 groot € 90.407 is niet tot dat bedrag maar tot een bedrag van € 18.835 (tijdsevenredige gedeelte over 1 januari 2015 tot 15 maart 2015) in de aangifte IB/PVV 2015 opgenomen. Ook de loonheffing is op overeenkomstige wijze opgenomen.
9. Bij de vaststelling van de aanslag IB/PVV 2015 heeft verweerder het standpunt ingenomen dat het gehele loon in Nederland belast is.”
Nu de hiervoor vermelde feiten door partijen op zichzelf niet zijn bestreden, zal ook het Hof daarvan uitgaan. In aanvulling hierop voegt het Hof nog de volgende feiten toe.