ECLI:NL:GHAMS:2021:1037
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep kort geding
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep kort geding inzake huur en ontruiming woonboot met schorsing tenuitvoerlegging ontruimingsvonnis
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding dat is ingesteld door [appellant sub 1] en [appellante sub 2] tegen [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] over de ontruiming van een woonboot. De kantonrechter had eerder een vonnis gewezen waarin de appellanten waren veroordeeld tot ontruiming van de woonboot, maar de appellanten vorderden in hoger beroep schorsing van de tenuitvoerlegging van dit vonnis. De appellanten stelden dat de kantonrechter de uitvoerbaarheid bij voorraad niet voldoende had gemotiveerd, en dat hun belangen zwaarder wegen dan die van de geïntimeerden. De mondelinge behandeling vond plaats op 29 maart 2021, waarna het hof op 9 april 2021 arrest wees. Het hof oordeelde dat de kantonrechter onvoldoende had gemotiveerd waarom de ontruiming uitvoerbaar bij voorraad was verklaard. Het hof besloot de tenuitvoerlegging van de ontruiming te schorsen voor een periode van zes maanden, rekening houdend met de coronacrisis en de persoonlijke omstandigheden van de appellanten. De kosten van het hoger beroep werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg.