In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 25 januari 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiseres] en Stichting Portaal. [Eiseres] had een woning gehuurd van Portaal, maar de huurovereenkomst was op 16 november 2022 ontbonden door de bodemrechter vanwege ernstige tekortkomingen in de nakoming van haar verplichtingen als huurder. De bodemrechter had de ontruiming uitvoerbaar bij voorraad verklaard, maar [eiseres] was het daar niet mee eens en had hoger beroep ingesteld. In het kort geding vorderde [eiseres] dat de executie van het vonnis van de bodemrechter zou worden geschorst, omdat zij hoogzwanger was en met minderjarige kinderen in de woning verbleef.
De kantonrechter heeft de belangen van beide partijen afgewogen. [Eiseres] voerde aan dat de uitvoerbaarheid bij voorraad niet voldoende gemotiveerd was door de bodemrechter, terwijl Portaal stelde dat [eiseres] geen verweer had gevoerd tegen de uitvoerbaarheid bij voorraad in de bodemprocedure. De kantonrechter oordeelde dat de belangen van Portaal bij het doorzetten van de ontruiming zwaarder wogen dan die van [eiseres]. De kantonrechter wees de vorderingen van [eiseres] af en bevestigde dat zij de woning en de parkeerplaats vóór 18 januari 2023 moest ontruimen. Tevens werd [eiseres] veroordeeld in de proceskosten van Portaal, die tot dat moment waren begroot op € 747,00 aan salaris voor de gemachtigde.