ECLI:NL:GHAMS:2020:986
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van douaneschuld en uitnodiging tot betaling in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 31 maart 2020 uitspraak gedaan in het hoger beroep van belanghebbende, [X], tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De rechtbank had eerder de uitnodiging tot betaling van definitieve antidumpingrechten van de inspecteur van de Belastingdienst/Douane, gedateerd 8 februari 2016, gehandhaafd. Belanghebbende was van mening dat zij ten onrechte als douaneschuldenaar was aangemerkt. Het Hof heeft vastgesteld dat belanghebbende als direct vertegenwoordiger van [Y] optrad bij de douaneaangiften en dat [Y] als de daadwerkelijke aangever moet worden aangemerkt. Hierdoor is belanghebbende ten onrechte als douaneschuldenaar aangemerkt, wat leidt tot de vernietiging van de uitnodiging tot betaling en de uitspraak van de rechtbank. Het Hof heeft ook de proceskosten van belanghebbende vergoed, tot een totaalbedrag van € 2.622, en het betaalde griffierecht van € 852 terugbetaald. De uitspraak is openbaar gemaakt en belanghebbende kan binnen zes weken beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad.