ECLI:NL:GHAMS:2020:4093

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
30 oktober 2020
Publicatiedatum
25 februari 2022
Zaaknummer
23-003846-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake diefstal van goederen uit een winkel

Dit arrest betreft een hoger beroep ingesteld door de verdachte tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 10 oktober 2019 werd uitgesproken. De verdachte, geboren in 1987, werd beschuldigd van diefstal van meerdere pakjes lijm uit een grootwinkelbedrijf in Amsterdam op 9 september 2019. Tijdens de zitting op 16 oktober 2020 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de raadsman. Het hof heeft vastgesteld dat de tenlastelegging, ondanks eventuele taal- of schrijffouten, de verdachte niet in zijn verdediging schaadt. Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte het tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen heeft, maar heeft de verdachte vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten. De strafbaarheid van de verdachte is niet uitgesloten, en het hof heeft de ernst van de diefstal in overweging genomen. De verdachte had eerder een veroordeling voor een soortgelijk feit, maar het hof oordeelde dat, gezien de omstandigheden, geen straf of maatregel opgelegd diende te worden. Het vonnis van de politierechter is vernietigd, en het hof heeft opnieuw recht gedaan, waarbij het bewezenverklaarde als strafbaar werd gekwalificeerd, maar zonder strafoplegging.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003846-19
datum uitspraak: 30 oktober 2020
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 10 oktober 2019 in de strafzaak onder parketnummer 13-216921-19 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1987,
adres: [adres]

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 16 oktober 2020.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij, op of omstreeks 9 september 2019 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, een of meerdere pakje(s) lijm, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan grootwinkelbedrijf [winkel], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat hij:
op 9 september 2019 te Amsterdam, meerdere pakjes lijm, die aan een ander toebehoorden, te weten aan grootwinkelbedrijf [winkel], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert op:
diefstal.

Strafbaarheid van de verdachte

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Toepassing van artikel 9a Wetboek van Strafrecht

De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezenverklaarde veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van € 200,00 subsidiair 4 dagen hechtenis.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.
Het hof heeft in hoger beroep gelet op de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de diefstal van twee pakjes lijm van [winkel]. Winkeldiefstal is een ergerlijk feit, dat naast materiële schade ook hinder veroorzaakt voor het gedupeerde winkelbedrijf. Bovendien heeft de verdachte door aldus te handelen inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van het desbetreffende winkelbedrijf.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 1 oktober 2020 is hij in Nederland niet eerder onherroepelijk strafrechtelijk veroordeeld.
Uit voornoemd uittreksel volgt verder dat de verdachte daags na het bewezenverklaarde feit, op 20 september 2019, door de politierechter in de rechtbank Amsterdam is veroordeeld ter zake van diefstal in vereniging tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden.
Gelet op voornoemde omstandigheid -die zich nadien heeft voorgedaan- en de daaruit voortvloeiende toepasselijkheid van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht in onderhavige zaak, acht het hof met de raadsman strafoplegging in deze zaak niet langer aangewezen, zodat geen straf of maatregel zal worden opgelegd.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissingen zijn gegrond op de artikelen 9a, 63 en 310 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Bepaalt dat ter zake van het bewezenverklaarde geen straf of maatregel wordt opgelegd.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.J.A. Duker, mr. J.L. Bruinsma en mr. C.J. van der Wilt,
in tegenwoordigheid van mr. L. Pothast, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 30 oktober 2020.
Mr. C.J. van der Wilt is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]