2.1.De rechtbank heeft de volgende feiten vastgesteld, waarbij belanghebbende is aangeduid als ‘eiseres’ en de inspecteur als ‘verweerder’.
“1. Eiseres is opgericht op 16 mei 1991. [persoon A] (hierna: [persoon A] ) is sinds de oprichting enig aandeelhouder en bestuurder (alleen/zelfstandig bevoegd) van eiseres. Volgens het uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel bestaan de activiteiten van eiseres uit: ‘Groothandel in groenten en fruit; in- en verkoop van, de commissiehandel en de agentuur in groenten, fruit en aanverwante produkten, de im- en export alsmede het vervoer daarvan’. Het bezoekersadres van eiseres is blijkens voornoemd uittreksel [adres 1]
2. In de periode 20 januari 2010 tot en met 9 juni 2010 heeft [B B.V.] B.V. (tot 1 februari 2010: [AA] ; hierna: [B B.V.] ) middels het opmaken van T1-documenten 20 zendingen verse knoflook met land van oorsprong China en met als afzender eiseres onder de douaneregeling extern communautair douanevervoer geplaatst. Het kantoor van vertrek is steeds in Nederland en het kantoor van bestemming is steeds in Slovenië. De geadresseerde is [C B.V.] te Servië.
3. In de periode 9 augustus 2010 tot 1 maart 2011 heeft [D B.V.] B.V. (hierna: [D B.V.] ) middels het opmaken van T1-documenten 26 zendingen verse knoflook met land van oorsprong China en met als afzender eiseres onder de douaneregeling extern douanevervoer geplaatst. Het kantoor van vertrek is steeds in Nederland en het kantoor van bestemming is steeds in Slovenië. De geadresseerde is het bedrijf [C B.V.] te Servië.
4. Op 9 augustus, 21 september en 10 november 2010 en op 10 februari 2011 heeft [D B.V.] middels het opmaken van T1-documenten 4 zendingen verse knoflook met land van oorsprong China en met als afzender eiseres onder de douaneregeling extern douanevervoer geplaatst. Het kantoor van vertrek is steeds in Nederland en het kantoor van bestemming is steeds in Slovenië. De geadresseerde is het bedrijf [C B.V.] te Servië.
5. In de periode 27 september 2011 tot en met 13 maart 2012 heeft [D B.V.] middels het opmaken van T1-documenten 10 zendingen verse knoflook met land van oorsprong China en met als afzender eiseres onder de douaneregeling extern douanevervoer geplaatst. Het kantoor van vertrek is steeds in Nederland en het kantoor van bestemming is steeds in Zwitserland. De geadresseerden zijn [E] en [F] .
6. De FIOD is onder de naam ‘ [X] ’ (later gewijzigd in ‘Knoflook’) een strafrechtelijk onderzoek gestart. Bij brief van 6 december 2013 heeft de Officier van Justitie van het Functioneel Parket Rotterdam zich akkoord verklaard met het ter fiscaalrechtelijk gebruik vrijgeven van de tijdens dat onderzoek ter beschikking gekomen bewijsmiddelen aan de Douane, Rotterdam Rijnmond.
7. Uit het FIOD-onderzoek blijkt onder meer het volgende:
zaak HAA 16/3923:
Verse knoflook werd door eiseres gekocht in China en opgeslagen in het douane-entrepot van [B B.V.] te [plaats] . [B B.V.] kreeg opdracht van [persoon B] (hierna: [persoon B] ) om op naam van eiseres de verse knoflook aan te geven voor de regeling extern douanevervoer met bestemming Servië. De ‘[xx] knoflook’ werd echter niet vervoerd naar Servië, maar vertrok van [B B.V.] rechtstreeks naar het douane-entrepot van [G B.V.] te [plaats] (hierna: [G B.V.] ). Bij [G B.V.] werd de knoflook zonder betaling van de verschuldigde douanerechten als vrije knoflook (‘duty-paid’) ingeslagen. Het T1-document werd gezuiverd bij de uitgaande grens van de EU in Slovenië met gebruikmaking van een partij bevroren knoflook. Dezelfde partij bevroren knoflook werd meerdere malen gebruikt voor de aanzuivering van T1-documenten voor verse knoflook.
zaak HAA 16/3924:
Verse knoflook werd door eiseres gekocht in China en opgeslagen in het douane-entrepot van [G B.V.] . [D B.V.] kreeg opdracht van [persoon B] om op naam van eiseres de verse knoflook aan te geven voor de regeling extern douanevervoer met bestemming Servië. De ‘[xx] knoflook’ werd echter niet vervoerd naar Servië, maar werd zonder het douane-entrepot van [G B.V.] te verlaten en zonder betaling van de verschuldigde douanerechten binnen de opslagloods verplaatst en onder een ander partijnummer fictief ingeslagen als vrije knoflook (‘duty-paid’). Het T1-document werd gezuiverd bij de uitgaande grens van de EU in Slovenië met gebruikmaking van een partij bevroren knoflook. Dezelfde partij bevroren knoflook werd meerdere malen gebruikt voor de aanzuivering van T1-documenten voor verse knoflook.
zaak HAA 16/3925:
Verse knoflook werd door eiseres gekocht in China en opgeslagen in het douane-entrepot van [G B.V.] . [D B.V.] kreeg opdracht van [persoon B] om op naam van eiseres de verse knoflook aan te geven voor de regeling extern douanevervoer met bestemming Servië. De ‘[xx] knoflook’ werd echter niet vervoerd naar Servië, maar vertrok rechtstreeks van het douane-entrepot van [G B.V.] naar [H] ). Bij [H] werd de knoflook zonder betaling van de verschuldigde douanerechten als vrije knoflook (‘duty-paid’) ingeslagen. Het T1-document werd gezuiverd bij de uitgaande grens van de EU in Slovenië met gebruikmaking van een partij bevroren knoflook. Dezelfde partij bevroren knoflook werd meerdere malen gebruikt voor de aanzuivering van T1-documenten voor verse knoflook.
zaak HAA 16/3926:
Verse knoflook werd door eiseres gekocht in China en opgeslagen in het douane-entrepot van [G B.V.] . [D B.V.] kreeg opdracht van [persoon B] om op naam van eiseres de verse knoflook aan te geven voor de regeling extern douanevervoer met bestemming Zwitserland. De ‘[xx] knoflook’ werd echter niet vervoerd naar Zwitserland, maar vertrok rechtstreeks van het douane-entrepot van [G B.V.] naar [H] . Bij [H] werd de knoflook zonder betaling van de verschuldigde douanerechten als vrije knoflook (‘duty-paid’) ingeslagen. Het T1-document werd gezuiverd bij de uitgaande grens van de EU met Zwitserland met gebruikmaking van een partij bevroren knoflook. Dezelfde partij bevroren knoflook werd meerdere malen gebruikt voor de aanzuivering van T1-documenten voor verse knoflook.
8. Uit het FIOD-onderzoek blijkt voorts dat in de administratie van eiseres onder meer de navolgende bescheiden zijn aangetroffen:
-uitgaande CMR-vrachtbrieven voor het vervoer van verse knoflook van Nederland naar een bestemming buiten de EU;
- inkomende CMR-vrachtbrieven voor het vervoer van verse knoflook vanuit Slowakije, Hongarije of Duitsland naar een Nederlandse opslagloods;
- verkoopfacturen voor de verkoop van [xx] verse knoflook door eiseres aan een afnemer buiten de EU;
- inkoopfacturen voor vrije (‘duty paid’) verse knoflook door eiseres;
- verkoopfacturen voor de verkoop van vrije (‘duty paid’) verse knoflook door eiseres aan afnemers binnen de EU;
- “ vrijstellingen”, dat wil zeggen documenten van eiseres die - onder de vermelding “vrijstelling” - telkens een zending knoflook beschrijven. De partijnummers die op deze vrijstellingen staan, komen overeen met de partijnummers op de CMR-vrachtbrieven;
- [xx] voorraadlijsten;
- vrije (‘duty paid’) voorraadlijsten en
- arrival notices inzake de aankomst van ‘duty paid’ knoflook vanuit Hongarije, Slowakije of Duitsland in een opslagloods in Nederland.
9. Uit het FIOD-onderzoek blijkt voorts dat [persoon B] opdracht gaf aan [B B.V.] en aan [D B.V.] om T1-documenten op te maken en daartoe ook de benodigde gegevens doorgaf, zoals de bestemming. De vrachtbrieven en overige bescheiden werden door [persoon B] geleverd. Volgens [persoon A] heeft [persoon B] de hiervoor onder 8 genoemde bescheiden opgemaakt. In de woning van [persoon B] zijn in zijn computer documenten aangetroffen die ook zijn aangetroffen in de administraties van eiseres en [G B.V.] . Het betreft onder andere onjuiste T1-documenten, valse CMR-vrachtbrieven, voorraadoverzichten van [G B.V.] , vrijstellingen en arrival notes.
10. [persoon A] heeft ten overstaan van de FIOD onder meer verklaard dat hij in 2009 is gaan samenwerken met [persoon B] wat betreft de handel in verse knoflook. [persoon B] was mondeling gemachtigd om namens eiseres te handelen. [G B.V.] en [D B.V.] wisten ook dat [persoon B] namens eiseres mocht handelen. [persoon B] verzorgde alle documentatie en deed de gehele logistiek. De vertegenwoordigingsbevoegdheid van [persoon B] blijkt voorts uit een overeenkomst tussen [persoon B] en eiseres van 1 november 2009, waarin afspraken worden gemaakt over door [persoon B] namens eiseres “gedane en nog af te sluiten transacties”.
11. [persoon C] (toenmalig bestuurder van [B B.V.] ), [persoon D] (commercieel manager [D B.V.] ), [persoon E] (bestuurder van [G B.V.] ) en [persoon F] (medewerker financiële en douaneadministratie bij [H] ) hebben ten overstaan van de FIOD verklaard dat zij er vanuit gingen dat [persoon B] namens eiseres mocht handelen. [persoon F] en [persoon C] hebben verklaard dat [persoon A] en [persoon B] samen langs zijn gekomen voor de knoflook. [persoon D] heeft verklaard dat hij [persoon A] en [persoon B] samen heeft ontmoet. [persoon E] heeft verklaard dat [persoon B] tekende voor eiseres, maar omdat [persoon B] niet genoemd werd in het uittreksel van de Kamer van Koophandel heeft hij erop aangedrongen dat onder het contract met eiseres ook de handtekening van [persoon A] kwam te staan, hetgeen kennelijk gebeurd is.”