In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 23 juli 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft een minderjarige verdachte die op 15 november 2019 in Heerhugowaard openlijk geweld heeft gepleegd tegen een 13-jarige jongen. De verdachte heeft samen met een ander de jongen tot stoppen gedwongen, hem beletten verder te rijden en hem meermalen geslagen. De kinderrechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een werkstraf van 40 uren, subsidiair 20 dagen jeugddetentie. In hoger beroep heeft de advocaat-generaal dezelfde straf gevorderd. Het hof heeft de eerdere uitspraak vernietigd en het primair tenlastegelegde bewezen verklaard. Het hof overweegt dat de verdachte een significante bijdrage heeft geleverd aan het geweld en dat dergelijk gedrag gevoelens van angst en onveiligheid teweegbrengt. De verdachte is niet eerder strafrechtelijk veroordeeld en er is hulpverlening in gang gezet. Het hof legt een taakstraf van 40 uren op, in overeenstemming met de oriëntatiepunten voor jeugdzaken. De beslissing is genomen op basis van de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.