Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
Dezet), [X] Beleggingen en de stichting Stichting administratiekantoor Orthocenter N.V. (hierna: de
Stak). Tot een emissie op 10 december 2013 hield Dezet 45,29%, [X] Beleggingen 17,23% en de Stak 37,48% van de aandelen in het geplaatste kapitaal van Orthocenter. Van de certificaten van aandelen die door de Stak zijn uitgegeven, bezit [X] Beleggingen een aantal dat, voorafgaand aan de na te melden emissie, correspondeert met ruim 5% van het geplaatste kapitaal.
[A]) is bestuurder van Dezet. Aandeelhouders van Dezet zijn de dochters van [A] . [B] (hierna:
[B]) was bestuurder en enig aandeelhouder van [X] Beleggingen. Met ingang van 28 april 2016 is Stichting Administratiekantoor [X] Beleggingen enig aandeelhouder en bestuurder van [X] Beleggingen. [B] is enig directeur van die stichting.
Herplaatsing en uitgifte van (certificaten van) aandelen tot een aantal van 5.000.000’. In de meegezonden toelichting op dit agendapunt staat, nadat melding was gemaakt van het sterk dalende resultaat van Orthocenter de laatste drie jaar en de ondervonden moeilijkheden bij de banken een aanvullend krediet te verkrijgen, onder meer:
onrechtmatige emissie). In dat arrest is onder meer het volgende overwogen:
3.Beoordeling
grieven 1 en 2betoogt zij samengevat het volgende:
ex post) te worden bepaald op basis van alle informatie die bekend is op het moment van de waardering. Toekomstige schade dient noodzakelijkerwijs
ex antete worden bepaald. De peildatum waartegen de deskundigen de schade
ex postrespectievelijk
ex antedienen te waarderen, is de datum van het (eind)vonnis, althans een datum die zo dicht mogelijk bij de einduitspraak in deze schadestaatprocedure ligt.
ex post) worden berekend, alsmede de misgelopen waarde van het certificaten- en aandelenbelang per de vonnisdatum worden berekend.
ex ante, per emissiedatum, te worden vastgesteld. Daarin zijn verdisconteerd de in de toekomst te verwachten kasstromen. Als daarnaast nog eens misgelopen dividenden voor vergoeding in aanmerking komen, dan zou in zoverre schade dubbel worden vergoed. De emissiekoers kan niet worden vergeleken met de waarde van het aandeel op een ander tijdstip dan de emissie; dan wordt geen beeld verkregen van het mogelijk onrechtmatige verwateringseffect als gevolg van de emissie.
werkelijke scenario) met de toestand zoals die (vermoedelijk) zou zijn geweest indien het schadeveroorzakende feit niet zou hebben plaatsgevonden (hierna: het
hypothetische scenario).
de minimaal redelijke uitgifteprijs).
Betonpalen-arrest (HR 30 augustus 2019, ECLI:NL:HR:2019:1291) hebben partijen gedebatteerd over de vraag of bij de vaststelling van de schade ook feiten in aanmerking komen die pas na de emissie zijn opgekomen of pas nadien bekend zijn geworden. In dit verband moet worden onderkend dat het vaststellen van de minimaal redelijke uitgifteprijs niet gelijk te stellen is met de vaststelling van de schade. De minimaal redelijke uitgifteprijs is immers slechts één van de factoren in de berekening van de schade.
die datumbedrijfseconomisch verantwoorde verwachtingen en schattingen.
peildatum
de peildatum). Een zo laat mogelijke peildatum maakt het immers mogelijk om het hypothetische scenario en het werkelijke scenario zo goed mogelijk te vergelijken.
pro rata parte, dat wil zeggen zonder inachtneming van een korting wegens het minderheidsbelang en wegens geringe verhandelbaarheid. Er is onvoldoende aanleiding om in de onderhavige context af te wijken van de vaste jurisprudentie van de Ondernemingskamer in zaken betreffende de geschillenregeling. Daarbij moet worden bedacht dat, hoewel de Ondernemingskamer de geschillenregeling in dit geval niet van toepassing heeft geacht, het onderhavige geval zich materieel gezien voor toepassing van de geschillenregeling wat dit betreft wel leent (vgl. OK 15 november 2016, , rov. 3.5).