Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
Bewezenverklaring
Nadere bewijsoverweging
10 januari 2017wordt [slachtoffer] ziek gemeld door de verdachte.
27 januari 2017vindt er een gesprek plaats tussen de schooldirecteur en de verdachte. Uit dit gespreksverslag blijkt dat de verdachte ergens in de weken ervoor, zonder school daarvan op de hoogte te stellen, de keuze heeft gemaakt om [slachtoffer] het komende half jaar thuisonderwijs te geven. School geeft aan dat [slachtoffer] leerplichtig is en spreekt haar zorg uit over de thans ontstane situatie. Tevens benadrukt school de noodzaak van aanvullend onderzoek met betrekking tot de hulpvraag van [slachtoffer].
31 januari 2017doet de schooldirecteur een melding bij de leerplichtambtenaar van vermoedelijk ongeoorloofd schoolverzuim.
7 februari 2017vindt er wederom een gesprek plaats tussen de schooldirecteur en de verdachte, maar nu in het bijzijn van de leerplichtambtenaar. Volgens de verdachte is haar dochter te ziek om naar school te gaan vanwege een ‘burn-out’ en wil zij daarom thuisonderwijs geven. De schooldirecteur en de leerplichtambtenaar laten de verdachte weten dat thuisonderwijs niet mag en dat er meer zicht nodig is op wat er nu precies met [slachtoffer] aan de hand is. Daarom wordt afgesproken om de schoolarts, een jeugdarts verbonden aan de afdeling JGZ van de GGD Kennemerland, te consulteren, om te kunnen beoordelen of zij te ziek is om naar school te gaan. Tevens dringen de schooldirecteur en de leerplichtambtenaar er bij de verdachte op aan om hulp in te schakelen van bijvoorbeeld een huisarts en/of psycholoog.
17 februari 2017ontvangen de verdachte en [slachtoffer] een waarschuwingsbrief van de leerplichtambtenaar die de verdachte met klem verzoekt om na afzegging door de verdachte van een eerdere afspraak met de schoolarts, in het vervolg wel gehoor te geven aan de oproep van de schoolarts om meer helderheid te verkrijgen omtrent de gezondheid en gemoedstoestand van [slachtoffer]. Tevens waarschuwt zij de verdachte dat als zij dat niet doet, zij zal worden opgeroepen voor een verhoor in verband met vermoedelijk ongeoorloofd verzuim.
3 maart 2017bezoekt de verdachte samen met [slachtoffer] de schoolarts.
10 maart 2017vermeldt de schoolarts haar bevindingen in een e-mailbericht aan de leerplichtambtenaar. Hieruit volgt dat er geen onderliggende somatische ziekte als oorzaak is voor het verzuim. Wel spelen er stemmings- en angstklachten. Het advies van de schoolarts luidt om wél weer onderwijs te volgen en contact te hebben met leeftijdsgenootjes. Daarnaast kan psychische ondersteuning van belang zijn, waarbij een deel de taak van de huisarts zal zijn met betrekking tot de stemmings- en angstklachten. Dit advies heeft de schoolarts met [slachtoffer] en de verdachte op 3 maart besproken.
28 maart 2017vindt er weer een gesprek plaats op school met de schooldirecteur, de leerplichtambtenaar, een vertrouwenspersoon, een orthopedagoog, een schoolcoach en de verdachte. Uit het gespreksverslag volgt dat in tegenstelling tot het advies van de schoolarts, [slachtoffer] en de verdachte nog niet inzetten op een terugkeer naar school. [slachtoffer] krijgt geen onderwijs van een bevoegde leerkracht en zij zit onverminderd thuis. Tevens blijkt dat, behoudens enkele (telefonische) overlegmomenten tussen de door de verdachte ingeschakelde orthopedagoge en de verdachte en een intakegesprek met deze orthopedagoge op 24 januari 2017, er nog geen enkel inhoudelijk traject (het hof begrijpt: een hulptraject) voor [slachtoffer] is gestart. In het gesprek wordt hierover verbazing en zorg uitgesproken. In het gesprek wordt geconcludeerd dat [slachtoffer] gelet op het advies van de schoolarts weer terug moet keren naar [school], zo nodig met een aangepast rooster. De verdachte werkt hier echter niet aan mee en noemt het advies van de schoolarts niet onderbouwd.
10 april 2017vindt er een gesprek plaats tussen [slachtoffer] en de leerplichtambtenaar, waarin de leerplichtambtenaar nogmaals benadrukt dat [slachtoffer] leerplichtig is en dat van haar verwacht wordt dat zij haar schoolgang nog een kans zal geven.
12 mei 2017wordt door de leerplichtambtenaar een aangetekende brief verzonden naar de verdachte en [slachtoffer] . Hierin staat vermeld dat nu [slachtoffer] nog steeds niet naar school gaat, de leerplichtambtenaar genoodzaakt is om proces-verbaal op te maken tegen [slachtoffer] en de verdachte. Voordat zij overgaat tot inzending daarvan, krijgen [slachtoffer] en de verdachte nog een laatste kans om te worden gehoord.
17 mei 2017laat de verdachte per e-mailbericht aan de leerplichtambtenaar weten dat [slachtoffer] op advies van de orthopedagoog, vanwege psychische gronden nog steeds staat ziek gemeld en dat zij door haar ziekte is vrijgesteld om haar basisschool te bezoeken.
19 mei 2017verzendt de leerplichtambtenaar uiteindelijk het door haar opgemaakte proces-verbaal tegen [slachtoffer] naar de officier van justitie belast met leerplichtzaken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
geldboetevan
€ 200,00 (tweehonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
4 (vier) dagen hechtenis.