ECLI:NL:GHAMS:2019:4261
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake aftrek specifieke zorgkosten en dieetkosten
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 5 december 2019 uitspraak gedaan in het hoger beroep van belanghebbende, [X], tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft de aftrek van specifieke zorgkosten in verband met uitgaven voor extra kleding en beddengoed, alsook dieetkosten. De inspecteur van de Belastingdienst had aan belanghebbende voor het jaar 2015 een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen opgelegd, welke na bezwaar door de inspecteur werd gehandhaafd. De rechtbank verklaarde het beroep van belanghebbende ongegrond, maar in hoger beroep heeft het Hof de zaak opnieuw beoordeeld.
Belanghebbende stelde dat hij recht had op aftrek van specifieke zorgkosten, waaronder kosten voor extra kleding en beddengoed, en dieetkosten. Het Hof oordeelde dat de bewijslast voor het bestaan van deze uitgaven bij belanghebbende ligt. De rechtbank had vastgesteld dat belanghebbende niet aannemelijk had gemaakt dat hij leed aan een chronische huidziekte die ten minste een jaar had geduurd, wat een voorwaarde is voor de aftrek van extra kleding en beddengoed. Het Hof bevestigde deze conclusie en oordeelde dat de dieetkosten voor een natriumbeperkt dieet wel aftrekbaar zijn, maar dat de late indiening van de dieetverklaring door belanghebbende de noodzaak tot het instellen van hoger beroep heeft veroorzaakt. Hierdoor werd geen proceskostenvergoeding toegekend.
Het Hof vernietigde de uitspraak van de rechtbank, verklaarde het beroep gegrond en verminderde de belastingaanslag tot een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 19.069. De uitspraak is openbaar uitgesproken en belanghebbende kan binnen zes weken beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad.