ECLI:NL:GHAMS:2019:3905

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
9 oktober 2019
Publicatiedatum
31 oktober 2019
Zaaknummer
13-219669-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevel tot gevangenhouding en verzoek tot schorsing in verband met psychische problematiek en dubbelrapportage

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 9 oktober 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 23 september 2019, die een bevel tot gevangenhouding van de verdachte inhield. De verdachte, geboren in Nigeria in 1997 en thans verblijvende in het huis van bewaring PI Haaglanden PPC te Den Haag, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking. Tijdens de behandeling in raadkamer heeft de raadsman van de verdachte, mr. T. van Assendelft de Coningh, een verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis ingediend.

Het hof heeft de beschikking waarvan beroep en de relevante stukken met betrekking tot de voorlopige hechtenis van de verdachte bestudeerd. Tijdens de zitting heeft het hof de advocaat-generaal en de verdachte gehoord. Het hof heeft vastgesteld dat er bij de verdachte sprake is van psychische problematiek, wat aanleiding heeft gegeven tot het opstellen van een dubbelrapportage. Aangezien deze rapportage nog niet gereed is, kan het hof niet inschatten hoe groot het recidivegevaar is en of dit kan worden ingeperkt door schorsingsvoorwaarden. Daarom heeft het hof besloten dat schorsing van de voorlopige hechtenis niet aangewezen is en dat de termijn van het bevel gevangenhouding van 90 dagen niet kan worden beperkt tot 30 dagen.

De beslissing van het hof is dat het beroep tegen de bestreden beschikking wordt afgewezen, evenals het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis. Deze beschikking is gegeven in raadkamer door de voorzitter en de raadsheren, in aanwezigheid van de griffier. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht.

Uitspraak

13-219669-19
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Nigeria) op [geboortedatum] 1997,
wonende te [adres],
thans verblijvende in het huis van bewaring PI Haaglanden PPC te Den Haag,
tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 23 september 2019, voor zover houdende bevel tot zijn gevangenhouding.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank Amsterdam van 24 september 2019, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld tegen voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsman mr. T. van Assendelft de Coningh, namens mr. A.A. Boersma.
Bij de behandeling in raadkamer heeft de raadsman namens de verdachte een mondeling schorsingsverzoek gedaan.

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beschikking waarvan beroep, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en de gronden waarop deze berust.
Ten aanzien van het recidivegevaar overweegt het hof dat er bij de verdachte kennelijk sprake is van psychische problematiek. Om die reden is opdracht gegeven tot een dubbelrapportage.
Nu deze rapportage nog niet gereed is kan niet worden ingeschat hoe groot het recidivegevaar is en of dit afdoende kan worden ingeperkt door schorsingsvoorwaarden. Gelet op het voorgaande acht het hof schorsing van de voorlopige hechtenis niet aangewezen. Evenmin geeft dit het hof aanleiding om de termijn van het bevel gevangenhouding van 90 dagen te beperken tot 30 dagen. Niet is te verwachten dat de dubbelrapportage op zo’n korte termijn beschikbaar zal zijn.

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beschikking, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.
WIJST AF het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
13-219669-19
Deze beschikking is gegeven op 9 oktober 2019 in raadkamer van dit hof door
mr. J.L. Bruinsma, voorzitter,
mrs. F.A. Hartsuiker en M. Iedema, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. D. de Jong als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 9 oktober 2019,
de advocaat-generaal