Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
waivergenoemd – niet afgegeven. [geïntimeerde] zich op het standpunt gesteld dat Dexia nog niet heeft voldaan aan alle op haar rustende verplichtingen, voortvloeiend uit de door Dexia gepleegde onrechtmatige daad zijnde schending van haar zorgplicht.
3.Beoordeling
cold calling.
cold callingheeft overtreden. Op grond van art. 21 Nadere Regeling (hierna: NR) 1995, het latere art. 26 NR 1999, was het een effecteninstelling als Dexia verboden met potentiële cliënten die daarvoor geen voorafgaande schriftelijke toestemming hadden gegeven telefonisch of in persoon te (doen) benaderen. Als gevolg van het feit dat Dexia daarmee in strijd heeft gehandeld, dient de vergoedingsplicht van Dexia niet te worden verminderd wegens eigen schuld, aldus [geïntimeerde] .
cold calling.
cold calling. Nu [geïntimeerde] over zijn telefonisch contact met de medewerker van Vero alleen stelt dat hij heeft aangegeven dat hij kapitaal wilde opbouwen met een goed rendement, is niet komen vast te staan dat Vero meer heeft gedaan dan het peilen van zijn interesse voor het verkrijgen van aanvullende informatie over een product van Dexia. Op dit punt heeft [geïntimeerde] derhalve eveneens geen vordering op Dexia.