ECLI:NL:GHAMS:2019:12
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over ontslag op staande voet en loonbetaling
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, gaat het om een hoger beroep van de Amsterdam Meat Company (Ameco) tegen een eerdere beschikking van de kantonrechter. De zaak betreft het ontslag op staande voet van [geïntimeerde] op 25 maart 2016. In eerste aanleg had [geïntimeerde] verzocht om vernietiging van het ontslag, wedertewerkstelling en doorbetaling van loon. De kantonrechter heeft het ontslag vernietigd en Ameco veroordeeld tot betaling van loon over de periode van 25 maart 2016 tot 1 september 2016, alsook tot betaling van een transitievergoeding. Ameco heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, terwijl [geïntimeerde] incidenteel beroep heeft ingesteld.
In de beschikking van 16 januari 2018 oordeelde het hof dat Ameco een dringende reden had voor het ontslag en dat de arbeidsovereenkomst terecht was ontbonden. Het hof concludeerde dat [geïntimeerde] geen recht had op een billijke vergoeding en dat de gefixeerde schadevergoeding van Ameco niet toewijsbaar was. De Hoge Raad heeft op 13 juli 2018 in een prejudiciële beslissing geoordeeld dat het niet nodig was om de door het hof gestelde vragen te beantwoorden, wat het hof leidde tot de conclusie dat de loonvordering van [geïntimeerde] afgewezen moest worden.
In de einduitspraak van 8 januari 2019 heeft het hof de bestreden beschikking vernietigd voor zover deze aan het oordeel van het hof was onderworpen. Het hof heeft de verzoeken van [geïntimeerde] afgewezen en hem veroordeeld tot terugbetaling van de transitievergoeding aan Ameco, met een netto bedrag van € 5.937,25. Tevens is [geïntimeerde] in de proceskosten veroordeeld. De beslissing van het hof is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.