ECLI:NL:GHAMS:2019:1092
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis poging doodslag door vergiftiging van eigen kind met Aldicarb
Op 2 april 2019 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak van een moeder die beschuldigd werd van poging tot doodslag door haar vierjarige zoon te vergiftigen met het verboden middel Aldicarb. De zaak was in hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 3 oktober 2017. De verdachte had op of omstreeks 22 mei 2016 in Amsterdam geprobeerd haar zoon om het leven te brengen door hem Aldicarb toe te dienen. De verdediging voerde aan dat de poging ondeugdelijk was, omdat niet kon worden vastgesteld of de toegediende hoeveelheid Aldicarb dodelijk was. Het hof verwierp dit verweer en oordeelde dat de mogelijkheid van overlijden door de vergiftiging voldoende was om de poging tot doodslag te kwalificeren. De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar, en het hof bevestigde deze straf, waarbij het ook de ernst van het feit in overweging nam. Het hof oordeelde dat de verdachte, ondanks haar geestelijke problemen, verantwoordelijk was voor haar daden en dat de straf moest dienen om de norm te bevestigen dat het doden van een eigen kind, zelfs in een situatie van geestelijke nood, onacceptabel is. Het hof verklaarde ook dat de tijd die de verdachte in voorarrest had doorgebracht, in mindering zou worden gebracht op de opgelegde straf.