ECLI:NL:GHAMS:2018:696
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Schending mededelingsplicht bij verzekeringsovereenkomst en gevolgen voor uitkering
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen een vonnis van de kantonrechter in Amsterdam, waarin zijn vordering tot uitkering onder een autoverzekering werd afgewezen. [appellant] had in februari 2014 een auto gekocht en een verzekering afgesloten bij ASR Schadeverzekering N.V. (de Europeesche). Bij de aanvraag had hij onjuiste informatie verstrekt over eerdere verzekeringsweigeringen en schademeldingen. Na een aanrijding in maart 2014 verzocht hij om schadevergoeding, maar de Europeesche wees dit verzoek af op basis van de schending van de mededelingsplicht. De kantonrechter oordeelde dat [appellant] zijn verplichtingen had geschonden, wat leidde tot de afwijzing van zijn vordering. In hoger beroep heeft [appellant] de beslissing van de kantonrechter bestreden, maar het hof bevestigde de eerdere uitspraak. Het hof oordeelde dat de schending van de mededelingsplicht door [appellant] met opzet was en dat de Europeesche daarom geen uitkering verschuldigd was. Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter en verwees [appellant] in de proceskosten.