ECLI:NL:GHAMS:2018:5203
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Schorsing van de vervolging op grond van artikel 16 van het Wetboek van Strafvordering wegens gebrekkige geestelijke vermogens van de verdachte
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 10 augustus 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1971, was aangeklaagd voor het stelen van een (lok)fiets in Purmerend op 4 januari 2017. Tijdens de zitting in hoger beroep bleek de verdachte in een verwarde toestand te verkeren en niet in staat om de strekking van de tegen hem ingestelde vervolging te begrijpen. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte lijdt aan een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens, wat hem belemmert in zijn verdediging. Gezien de instabiele leefsituatie, negatieve financiële omstandigheden en middelengebruik van de verdachte, heeft het hof besloten de vervolging te schorsen. Dit besluit is genomen op basis van artikel 16 van het Wetboek van Strafvordering, dat bepaalt dat de vervolging moet worden geschorst indien de verdachte niet in staat is de strekking van de vordering te begrijpen. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en de vervolging van de verdachte geschorst.