ECLI:NL:GHAMS:2018:3763
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet en rechtsgeldigheid van de arbeidsovereenkomst
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Hansa Service B.V. tegen een beschikking van de kantonrechter in Amsterdam, waarin het ontslag op staande voet van [geïntimeerde] werd vernietigd. Hansa, leverancier van tank- en wasproducten, had [geïntimeerde] op 23 november 2017 op staande voet ontslagen, omdat hij volgens hen in strijd met zijn arbeidsovereenkomst handelde door voor eigen rekening zaken te doen. De kantonrechter oordeelde echter dat het ontslag niet rechtsgeldig was, omdat de feiten die Hansa aanvoerde onvoldoende basis boden voor een ontslag op staande voet. Hansa ging in hoger beroep, maar het hof onderschreef het oordeel van de kantonrechter. Het hof oordeelde dat de activiteiten van [geïntimeerde] niet als 'het doen van zaken voor eigen rekening' konden worden aangemerkt en dat er onvoldoende bewijs was dat hij zijn re-integratie had belemmerd. Het hof vernietigde de bestreden beschikking voor wat betreft de veroordeling tot betaling van loon en bepaalde dat Hansa [geïntimeerde] het bruto maandsalaris van € 2.200,- moest betalen, met een wettelijke verhoging van 25%. Hansa werd ook veroordeeld in de kosten van het hoger beroep en de eerste aanleg. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.