Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2012 (naar het Hof begrijpt is 2010 bedoeld) en 2011
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 25 september 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de PGB-inkomsten van belanghebbende, die in geschil zijn met de Belastingdienst. De inspecteur had navorderingsaanslagen opgelegd voor de jaren 2010, 2011, 2012 en 2013, waarbij belanghebbende betwistte dat hij de PGB-inkomsten had ontvangen. Het Hof oordeelde dat belanghebbende niet aannemelijk had gemaakt dat hij de inkomsten niet had ontvangen, ondanks de door hem ingebrachte verantwoordingsformulieren. Het Hof concludeerde dat de inspecteur terecht de PGB-inkomsten in de heffing had betrokken, aangezien uit derdenonderzoek bleek dat belanghebbende als zorgverlener was genoemd. De rechtbank had eerder de beroepen van belanghebbende ongegrond verklaard, met uitzondering van de aanslag voor 2012, die werd verminderd. Het Hof bevestigde de uitspraken van de rechtbank en verklaarde de hoger beroepen ongegrond. De uitspraak is gedaan door een meervoudige belastingkamer en is openbaar uitgesproken.