ECLI:NL:GHAMS:2018:3214
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep na bedreiging met geweld
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 28 augustus 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld voor bedreiging met geweld, maar heeft hoger beroep ingesteld. Tijdens de zitting in hoger beroep op 14 augustus 2018 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging gehoord. De tenlastelegging betrof bedreiging van twee slachtoffers, waarbij de verdachte zou hebben gedreigd met ernstige gevolgen. Het hof heeft vastgesteld dat de verklaringen van de getuigen en slachtoffers onderling verschillen, wat leidt tot onvoldoende bewijs voor de beschuldigingen. De verdachte heeft weliswaar erkend dat zij de slachtoffers heeft aangesproken, maar ontkent de bedreigingen zoals in de tenlastelegging beschreven. Het hof oordeelt dat er niet wettig en overtuigend bewijs is voor de tenlastelegging en spreekt de verdachte vrij. Daarnaast heeft de benadeelde partij, een van de slachtoffers, een vordering tot schadevergoeding ingediend, maar omdat de verdachte niet schuldig is bevonden, wordt deze vordering niet-ontvankelijk verklaard. Het hof vernietigt het eerdere vonnis en spreekt de verdachte vrij van alle beschuldigingen.