ECLI:NL:GHAMS:2018:3104

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
28 augustus 2018
Publicatiedatum
28 augustus 2018
Zaaknummer
200.200.989/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenbeschikking inzake Amsterdam Meat Company Ameco B.V. tegen [geïntimeerde]

In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof Amsterdam, betreft het een tussenbeschikking in hoger beroep tussen Amsterdam Meat Company Ameco B.V. en een geïntimeerde partij. Ameco, vertegenwoordigd door advocaat mr. C.I.M. Molenaar, is appellante in principaal appel en tevens verweerster in incidenteel appel. De geïntimeerde partij, vertegenwoordigd door advocaat mr. S. Karakaya-Pilavci, is geïntimeerde in principaal appel en tevens appellant in incidenteel appel. De zaak heeft betrekking op een eerdere beschikking van de Hoge Raad, waarin deze op 13 juli 2018 heeft besloten af te zien van het beantwoorden van prejudiciële vragen die in een eerdere beschikking van 16 januari 2018 waren geformuleerd. Het hof heeft partijen de gelegenheid gegeven om schriftelijk te reageren op deze uitspraak van de Hoge Raad. De zaak is vervolgens verwezen naar een roldatum van 25 september 2018, waar Ameco de gelegenheid krijgt om een akte in te dienen, waarna de geïntimeerde kan reageren op 23 oktober 2018. Het hof houdt verdere beslissingen aan tot na deze data.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.200.989/01
zaaknummer rechtbank Amsterdam : 5082902 EA VERZ 16-552
en 5082998 EA VERZ 16-553
beschikking van de meervoudige burgerlijke kamer van 28 augustus 2018
inzake
AMSTERDAM MEAT COMPANY AMECO B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
appellante in principaal appel, tevens verweerster in incidenteel appel,
advocaat: mr. C.I.M. Molenaar te Volendam,
tegen
[geïntimeerde],
wonend te [woonplaats] ,
geïntimeerde in principaal appel, tevens appellant in incidenteel appel,
advocaat: mr. S. Karakaya-Pilavci te Leusden.

1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna Ameco en [geïntimeerde] genoemd.
Bij beschikking van 17 april 2018 heeft het hof de Hoge Raad verzocht de behandeling van de in de beschikking van 16 januari 2018 geformuleerde vragen te hervatten.
Bij prejudiciële beslissing van 13 juli 2018 (18/00254) heeft de Hoge Raad als beslissing gegeven dat hij afziet van beantwoording van de prejudiciële vragen.

2.De verdere beoordeling

2.1.
De Hoge Raad heeft zijn voormelde beslissing gemotiveerd met de overweging dat hij eveneens op 13 juli 2018 uitspraak deed in de zaak met nummer 17/04244, ECLI:NL:HR:2018:1209 en dat, gelet op de inhoud van die uitspraak, het in behandeling nemen van de prejudiciële vragen niet meer nodig is.
2.2.
Het strookt met de strekking van artikel 394 lid 1 Rv. dat het hof partijen de gelegenheid geeft zich schriftelijk over de uitspraak van de Hoge Raad van 13 juli 2018, ECLI:NL:HR:2018:1209 uit te laten. Daartoe zal de zaak worden verwezen naar de roldatum 25 september 2018.

3.Beslissing

Het hof:
stelt partijen, eerst Ameco en vervolgens [geïntimeerde] , in de gelegenheid zich uit te laten zoals hiervoor overwogen en verwijst de zaak daartoe naar de roldatum van 25 september 2018 voor het nemen van een akte door Ameco en bepaalt dat [geïntimeerde] daarop zal kunnen reageren op de roldatum van 23 oktober 2018;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mrs. R.J.F. Thiessen, G.C. Boot en I.A. Haanappel-van der Burg en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 28 augustus 2018.