ECLI:NL:GHAMS:2018:2933
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van mishandeling na noodweer in café
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 27 juli 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1996, was aangeklaagd voor mishandeling van de aangever, die werkzaam was als barman in café Mont Blanc te Bergen. De tenlastelegging betrof een incident op 10 september 2016, waarbij de verdachte de aangever zou hebben mishandeld door hem in het gezicht te slaan en/of te duwen. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld, maar de verdediging stelde dat de verdachte vrijgesproken diende te worden op basis van noodweer.
Tijdens de zitting in hoger beroep op 13 juli 2018 heeft de raadsman van de verdachte betoogd dat de aangever de verdachte had aangevallen, waardoor de verdachte zich moest verdedigen. Het hof heeft de verklaringen van de verdachte, de aangever en getuigen in overweging genomen. Het hof concludeerde dat de verdachte inderdaad was aangevallen door de aangever, wat een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding vormde. De verdediging van de verdachte was proportioneel en noodzakelijk, waardoor het hof oordeelde dat de verdachte niet schuldig was aan de ten laste gelegde mishandeling.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de beschuldiging van mishandeling. De uitspraak benadrukt het belang van de rechtvaardigingsgrond noodweer in strafzaken, waarbij de wederrechtelijkheid van de gedragingen van de verdachte niet bewezen kon worden.