Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Tenlastelegging
hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2014 tot en met 20 november 2014 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, en/of in Bulgarije, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een ander of anderen, te weten [N.I.] (geboren op 15 december 1996) en/of [R.I.] (geboren op 1 april 1998)
Vonnis waarvan beroep
Vordering van het openbaar ministerie
Overwegingen tot vrijspraak
[N.I.]aan de verdachte ten laste is gelegd. De betrokkenheid van de verdachte in dit dossier is slechts gebaseerd op één bewijsmiddel, te weten de bij de politie afgelegde verklaring van [N.I.] , terwijl is gebleken dat [N.I.] in die verklaring liegt. Daarna heeft zij verklaringen afgelegd bij de rechter-commissaris en de raadsheer-commissaris, waarbij in beide gevallen een proces-verbaal van meineed is of zal worden opgemaakt. De raadsvrouw heeft dan ook bewijsuitsluiting bepleit van alle verklaringen van [N.I.] . Overigens blijkt uit de stukken niet meer dan dat [N.I.] en anderen wel eens in de auto bij de verdachte hebben gezeten, meestal om uit te gaan, en dat de verdachte dan geld kreeg voor de benzine. Daarmee kan niet worden gezegd dat de verdachte opzettelijk voordeel heeft getrokken. Van voordeel was immers geen sprake. De verdachte moet ook worden vrijgesproken van het onder 2 tenlastegelegde. Ook dit feit is gebaseerd op de verklaring van [N.I.] , waaruit hoogstens kan worden opgemaakt dat de verdachte € 300,00 heeft ontvangen. Echter niet kan worden vastgesteld dat de verdachte wetenschap had dat het hier om crimineel geld ging.
- het onder zich houden van de identiteitskaart(en) van [R.I.] en/of [N.I.]
- het (laten) maken van (pornografische) foto’s van die [R.I.] en/of [N.I.] en het plaatsen van die foto’s op een of meer sekssites, zoals
BESLISSING
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: