ECLI:NL:GHAMS:2018:1647
Gerechtshof Amsterdam
- Verwijzing na Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake navorderingsaanslag en boetebeschikking in de inkomstenbelasting
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting en de daarbij opgelegde boete aan belanghebbende [X]. De Inspecteur had op 23 juli 2013 een navorderingsaanslag opgelegd voor het jaar 2010, waarbij een vergrijpboete van 50% van het nagevorderde bedrag werd opgelegd. De rechtbank had de navorderingsaanslag en de heffingsrente gehandhaafd, maar de boetebeschikking verminderd. Het Gerechtshof Den Haag had de uitspraak van de rechtbank in grote lijnen bevestigd, maar de boete verlaagd tot 30%. De Hoge Raad heeft de zaak terugverwezen naar het Gerechtshof Amsterdam voor verdere behandeling, waarbij de vraag centraal stond of de boete terecht en tot het juiste bedrag was opgelegd. Het Hof heeft vastgesteld dat de Inspecteur de boete niet op de juiste wijze had aangekondigd, waardoor belanghebbende niet in staat was om adequaat te reageren. Het Hof heeft de boete uiteindelijk verminderd tot 40% van het nagevorderde bedrag, rekening houdend met de omstandigheid dat de grondslag van de boete was vastgesteld met omkering van de bewijslast. De uitspraak is gedaan op 22 mei 2018.