ECLI:NL:GHAMS:2017:5654

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
28 december 2017
Publicatiedatum
18 mei 2018
Zaaknummer
23-003845-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep voor voorbereiding van inbraak na onvoldoende bewijs van opzet

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 28 december 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van het voorbereiden van een inbraak op 3 januari 2015, waarbij hij verschillende voorwerpen zoals een slotentrekker, boormachine, torx-schroeven, sleutels, een priem, een schaar en duct tape in zijn bezit had. Het hof oordeelde dat het enkele voorhanden hebben van deze voorwerpen niet voldoende bewijs opleverde voor het opzet van de verdachte op het plegen van het misdrijf diefstal door middel van braak of verbreking. Er ontbrak concrete informatie over de plannen of intenties van de verdachte, waardoor het hof niet kon concluderen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de tenlastegelegde feiten.

Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank en sprak de verdachte vrij van de hem ten laste gelegde feiten. Tevens werd de vordering van het openbaar ministerie tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf afgewezen, omdat de verdachte werd vrijgesproken. Het hof gelastte de teruggave van enkele in beslag genomen voorwerpen aan de verdachte en de bewaring van andere voorwerpen ten behoeve van de rechthebbende. De uitspraak werd gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003845-16
datum uitspraak: 28 december 2017
VERSTEK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 30 september 2016 in de strafzaak onder de parketnummers 13-669004-15 en 15-710431-13 (TUL) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1994,
adres: [adres] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 14 december 2017 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is door het openbaar ministerie hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.

Tenlastelegging

Gelet op de in hoger beroep door het gerechtshof toegelaten wijziging is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 3 januari 2015 te Amsterdam ter voorbereiding van het te plegen misdrijf, te weten diefstal door middel van braak, verbreking, inklimming of valse sleutel, gedurende voor de nachtrust bestemde tijd, in een woning, door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, opzettelijk een slotentrekker en/of een boormachine en/of een of meer torxschroeven en/of sleutels en/of een priem en/of schaar en/of ducktape, heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de rechtbank.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 80 uur.

Vrijspraak

Het hof stelt voorop dat bij de beantwoording van de vraag of het tenlastegelegde feit kan worden bewezen moet komen vast te staan dat de in de tenlastelegging omschreven voorwerpen, afzonderlijk dan wel gezamenlijk, bestemd waren tot het begaan van het misdrijf, zoals in de tenlastelegging omschreven. Daartoe dient te worden beoordeeld of de middelen, naar hun uiterlijke verschijningsvorm ten tijde van het handelen dienstig konden zijn voor het misdadige doel dat de verdachte met het gebruik daarvan voor ogen had.
Vaststaat dat de verdachte op 3 januari 2015 een slotentrekker, een boormachine, torx-schroeven, sleutels, een priem, een schaar en duct tape voorhanden heeft gehad gedurende de nachtelijke uren. Het hof acht dit gegeven op zichzelf onvoldoende om reeds daaruit het opzet van de verdachte op het plegen van voorbereidingshandelingen voor het begaan van het misdrijf diefstal door middel van braak en/of verbreking af te leiden. Uit het dossier is onvoldoende concrete informatie naar voren gekomen omtrent de reden waarom de verdachte voornoemde voorwerpen voorhanden heeft gehad. Zonder enige informatie omtrent de plannen van en/of de intentie van de verdachte – en eventuele mededaders – is het enkel voorhanden hebben van genoemde voorwerpen en een onaannemelijke verklaring hiervoor van de verdachte onvoldoende om een bewezenverklaring te kunnen dragen.
Derhalve dient de verdachte van het hem ten laste gelegde te worden vrijgesproken.

Vordering tenuitvoerlegging

Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de rechtbank Amsterdam van 31 januari 2014 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken (parketnummer 15-710431-13). Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Nu de verdachte zal worden vrijgesproken van het ten laste gelegde zal de vordering tot tenuitvoerlegging worden afgewezen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
1
STK Schaar, 4900048;
1
STK Tas, ADIDAS, 4900050.
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbendevan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
1
STK Boormachine, Kl: groen, BOSCH PSR 10.8, 4900041;
1
STK Slotentrekker, Kl: zwart, 4900042;
1
STK Sleutel, 4900044; bouwsleutel;
1
STK Plakband, Kl: zwart, TESA, 4900045; zwarte ducktape;
1
STK Gereedschap WERCKMANN, 4900046; steeksleutel maat 19;
7
STK Gereedschap, 4900047; torkschroeven in een plastic zakje;
1
STK Priem, 4900049.
Wijst af de vordering van de officier van justitie in het arrondissement te Amsterdam van 26 maart 2015, strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de rechtbank Amsterdam van 31 januari 2014, parketnummer 15-710431-13, voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur 2 weken, proeftijd 2 jaren.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M. Iedema, mr. P.F.E. Geerlings en mr. A.M. Kengen, in tegenwoordigheid van mr. A.N. Biersteker, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 28 december 2017.
Mr. M. Iedema, mr. A.M. Kengen en mr. A.N. Biersteker zijn buiten staat dit arrest te ondertekenen.
=========================================================================
[…]