Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
120 (honderdtwintig) dagen.
Gerechtshof Amsterdam
Op 8 februari 2017 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 30 september 2015 was gewezen. De verdachte, geboren in 1984, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis waarin hij was veroordeeld tot een gevangenisstraf van 120 dagen, waarvan 76 dagen voorwaardelijk. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, met uitzondering van de opgelegde straf. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte voor de ten laste gelegde feiten zou worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 150 dagen, waarvan 30 dagen voorwaardelijk. Het hof heeft echter geoordeeld dat de verdachte zijn straf inmiddels volledig heeft ondergaan en dat er geen toegevoegde waarde is in het opleggen van een voorwaardelijke straf.
De zaak betreft ernstige feiten waarbij de verdachte stelselmatig inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van zijn ex-vriendin en haar met de dood heeft bedreigd. De verdachte heeft zich niet gehouden aan een gedragsaanwijzing van de officier van justitie, wat heeft geleid tot een angstige situatie voor het slachtoffer. Het hof heeft bij de beslissing rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals blijkt uit reclasseringsadviezen. Uiteindelijk heeft het hof de gevangenisstraf vastgesteld op 120 dagen, met inachtneming van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.